3 kader tussenletters
1 / 16
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Maak een samenstelling met de volgende woorden:
hond+hok
hond+hok
Slide 6 - Question ouverte
Maak een samenstelling met de volgende woorden:
kat+voer
kat+voer
Slide 7 - Question ouverte
Maak een samenstelling met de volgende woorden:
liefde+brief
liefde+brief
Slide 8 - Question ouverte
Maak een samenstelling met de volgende woorden:
dorp+gek
dorp+gek
Slide 9 - Question ouverte
Maak een samenstelling met de volgende woorden:
aap+trots
aap+trots
Slide 10 - Question ouverte
Maak een samenstelling met de volgende woorden:
groente+boer
groente+boer
Slide 11 - Question ouverte
Maak een samenstelling met de volgende woorden:
tomaat+soep
tomaat+soep
Slide 12 - Question ouverte
Maak een samenstelling met de volgende woorden:
zon+straal
zon+straal
Slide 13 - Question ouverte
Maak een samenstelling met de volgende woorden:
maan+schijn
maan+schijn
Slide 14 - Question ouverte
Maak een samenstelling met de volgende woorden:
schroef+draaier
schroef+draaier
Slide 15 - Question ouverte
Maak een samenstelling met de volgende woorden:
seconde+wijzer
seconde+wijzer
