3.3 Politiek en samenleving

Burgers en stoommachines
3.3 Politiek en samenleving
Made by: OVRA
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Burgers en stoommachines
3.3 Politiek en samenleving
Made by: OVRA

Slide 1 - Diapositive

Om te beginnen: 
De allerbeste wensen voor 2021! 

Ik hoop dat iedereen een gezond en 
gelukkig jaar tegemoet gaat!

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Planning
  1. Pak je leerboek (blz 46-47) + absentencontrole 
  2. Wat zijn de leerdoelen deze les?
    (zie blz 46) 
  3. Wat moet af zijn voor deze les begint?
    We hebben 3.1 en paragraaf 3.2 bijna afgerond (behalve 5 +6) 
  4. Wat moet je in deze les doen en heb je nodig?
    Samen met mij 3.3 bespreken + opletten + wb vragen maken
  5. Wat moet je na deze les maken?
    3.3: 1 t/m 5 (online)
  6. Waar lever je het in?
    Je maakt op online (GWP)

Slide 4 - Diapositive

Pak je werkboek op blz 51
nakijken (gezamenlijk) opdracht 5 + 6

Slide 5 - Diapositive

Wat weet jij nog van 3.1?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Dit is de tijd van burgers en stoommachines. Welke jaartallen horen daar bij?

Slide 8 - Question ouverte

Welk begrip hoort bij de volgende betekenis:

"Ingrijpende verandering in de productie, waarbij handarbeid werd vervangen door machines."
A
Kapitalisme
B
Handnijverheid
C
Industriële revolutie
D
Monarchie

Slide 9 - Quiz

In welk land begon de industriële revolutie?
A
Duitsland
B
Nederland
C
België
D
Engeland

Slide 10 - Quiz

In Nederland startte de eerste spoorlijn tussen Amsterdam en Haarlem. In welk jaartal was dat?
A
1839
B
1848
C
1815
D
1878

Slide 11 - Quiz

Wat was 1 van de belangrijkste uitvindingen van de industriële revolutie?
A
De ploeg
B
De stoommachine
C
De dienstensector
D
De computer

Slide 12 - Quiz

Welk begrip past
het beste bij de afbeelding?
A
landbouwsamenleving
B
stedelijke samenleving
C
industriële samenleving
D
landbouw-stedelijke samenleving

Slide 13 - Quiz

Wat is een vakbond?
A
organisatie van werknemers
B
deel van de economie, zoals de dienstensector
C
Dat is een bond met vakwerknemers
D
organisatie van werkgevers

Slide 14 - Quiz

De periode van 1800 tot heden wordt de .......... genoemd
A
middeleeuwen
B
vroegmoderne tijd
C
moderne tijd
D
oudheid

Slide 15 - Quiz

Sleep de onderstaande gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde:
Steeds meer fabrieksgebouwen worden steeds vaker als monument bewaard.
De 'lopende band' wordt gebruikt in de auto-industrie.
De eerste stoomlocomotief rijdt in Engeland.
De 'Spinning Jenny' wordt uitgevonden.
James Watt vindt de stoommachine uit.

Slide 16 - Question de remorquage

3.2 Democratie in Nederland

Slide 17 - Carte mentale

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Kabinet Rutte III

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Neem voor je 3.3 en lees blz 46 +47
5 minuten de tijd
timer
1:00

Slide 27 - Diapositive

In de 19e eeuw werkten de arbeiders onder zeer slechte omstandigheden. hoeveel uur per dag werkten ze?
A
5-10 uur
B
10-15 uur
C
12- 16 uur
D
18 uur

Slide 28 - Quiz

Welk woord past het beste bij deze afbeelding?
A
Kinderwetje
B
Kinderarbeid
C
Stoommachine
D
Samuel van Houten

Slide 29 - Quiz

Wat zijn socialisten?
A
die zijn heel sociaal/vriendelijk
B
mensen die in de politiek uitgaan van het geloof
C
Iemand die streeft naar gelijke behandeling van vrouwen
D
iemand die in de politiek streeft naar meer gelijkheid

Slide 30 - Quiz

het probleem van de slechte werk- en leefomstandigheden van de arbeiders noemen we de ........

Slide 31 - Question ouverte

Wat zijn bijzondere scholen?
A
niet-openbare scholen
B
wel-openbare scholen
C
scholen voor hoger onderwijs
D
scholen met weinig leerlingen

Slide 32 - Quiz

In 1879 richt Abraham Kuper de eerste ........ op.

Slide 33 - Question ouverte

Wie is de vrouw op deze afbeelding
A
Margreet Klomp
B
Femke Halsema
C
Rosa Parks
D
Aletta Jacobs

Slide 34 - Quiz

Wat was er bijzonder aan Aletta Jacobs?
A
Ze was heel groot voor een meisje
B
Ze was heel belangrijk in de politiek
C
Ze is toegelaten tot de universiteit en werd arts
D
Ze gaf les op school en dat was bijzonder

Slide 35 - Quiz

Hoe noem je mensen die streven naar gelijke behandeling van vrouwen ten opzichte van mannen?

Slide 36 - Question ouverte

Gevolgen van de industrialistatie


  • Huisnijverheid (gedaan door boeren) kan niet meer op tegen snelle productie van de fabrieken.
  • Arbeiders trekken naar de stad --> urbanisatie
  • Steden groeien erg snel
  • Arbeiders wonen in kleine, bedompte woning bij de fabriek
  • Verschil met de buitenhuizen van de fabriekseigenaren is groot







Slide 37 - Diapositive

Het werk van de arbeiders
  • lange werkdagen
  • zes à zeven dagen per week, geen vakantie
  • weinig inkomen (daardoor slechte voeding)
  • onveilig machines/ ongezond werk

Slide 38 - Diapositive

Armenzorg
  • geen zekerheid van hun baan (zakelijke relatie werkgevers - werknemers)
  • geen sociale zekerheid bij ziekte, ouderdom of invaliditeit
  • Kerkelijke armenzorg
  • Kinderarbeid

Slide 39 - Diapositive

De Sociale Kwestie
  • Een kwestie is een probleem

  • Het probleem van de slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders.


‘De rijken worden rijker, de armen worden armer’

Slide 40 - Diapositive

Wat te doen aan de Sociale Kwestie? 

  • Alleen ‘rijke mannen’ mogen stemmen.
  • Hierdoor blijven ‘de rijken’ aan de macht.
  • Arbeiders ging samen werken in vakbonden.
  • Kinderwetje van Van Houten (1874)
  • Leerplichtwet (1901)
  • Andere sociale wetten (ongevallenwet, 8-urige werkdag enz.)

Slide 41 - Diapositive

Socialisme
  • Het socialisme wilde betere arbeidsomstandigheden voor fabrieksarbeiders

  • Karl Marx bedacht het socialisme, hij wilde dat de maatschappij geen klassen en standen meer had

Slide 42 - Diapositive

Communisme
  • Tak van socialisme
  • Alles is eigendom van de staat.
  • Arbeiders zijn de baas -> ze willen revolutie!

Slide 43 - Diapositive

Confessionalisme
  • Politieke stroming waarbij men uitgaat van het geloof:
  1. Katholicisme
  2. Protestantisme

Slide 44 - Diapositive


Feminisme



  • Vrouwen die opkomen voor de (gelijke) rechten van de vrouw
  • Zoals kiesrecht en het worden toegelaten op universiteiten

Slide 45 - Diapositive

Huiswerk voor woensdag 13 januari 
  • Maken op Geschiedeniswerkplaats (online) de vragen van 3.3: 6 t/m 10. 
  • Ik ga dit controleren voor de les. Niet af? Is huiswerk vergeten (noteren op Magister)

Slide 46 - Diapositive

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 47 - Question ouverte

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 48 - Question ouverte