Formuleren - Herhaling / Tautologie / Pleonasme / Dubbele ontkenning en congruentie

FORMULEREN  
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

FORMULEREN  

Slide 1 - Diapositive

Wat is ook alweer een pleonasme?

Slide 2 - Question ouverte

Foutief pleonasme
Je gebruikt een woord, waarvan de betekenis al zit opgesloten in een ander woord in die zin.

De witte sneeuw --> Sneeuw is altijd wit, dus 'witte' is overbodig

Na een lange procedure kreeg het gezin eindelijk toestemming om te mogen blijven. --> 'kreeg toestemming om te blijven' of 'mocht blijven'


Slide 3 - Diapositive

Wat klopt er niet? bekijk de volgende dia's en leg uit wat verkeerd gaat / dubbelop is.

Slide 4 - Diapositive

We hebben ongeveer 2 à 3 weken de tijd om te leren voor dat proefwerk.

Slide 5 - Question ouverte

Sinterklaas reed op 5 december door de straten op zijn witte schimmel.

Slide 6 - Question ouverte


We moeten wel vooraf reserveren!

Slide 7 - Question ouverte

Ik weet niet zeker of ik in staat ben om dit proefwerk voor morgen te kunnen nakijken.

Slide 8 - Question ouverte

Wat is ook alweer een tautologie?

Slide 9 - Question ouverte

Foutieve tautologie
Je gebruikt twee woorden of woordgroepen die hetzelfde betekenen.

Vast en zeker --> twee verschillende woorden die hetzelfde betekenen

Bovendien hebben we ook nog een financieel probleem --> 'bovendien' en 'ook' betekenen hetzelfde, dus een van de twee moet je weglaten

Slide 10 - Diapositive

Wat klopt hier niet?
1. U kunt ons te allen tijde altijd per e-mail bereiken.

2. Reeds bij het eerste contact had ik al in de gaten dat we een klik hadden.

3. Hij moet onmiddellijk direct bij de directeur komen.

Slide 11 - Diapositive

Dubbele ontkenning
De schrijver zegt het tegenovergestelde van wat hij bedoelt. Soms geeft een werkwoord (voorkomen, verhinderen) al aan dat iets niet gebeurt. Het woordje 'niet' is dan overbodig.

Denk aan wiskunde:  - - = +

Zij hebben daar nooit geen zin in.
Je moet voorkomen dat je niet een onvoldoende haalt.

Slide 12 - Diapositive

Incongruentie
Congruentie -> congruent = overeenstemmend
Bij formuleren: overeenstemming tussen OND en PV
Enkelvoudig onderwerp <-> enkelvoudige persoonsvorm
Meervoudig onderwerp <-> meervoudige persoonsvorm
De Vikingen was een oorlogszuchtig volkje.

Slide 14 - Diapositive

Oorzaak incongruentie
Meervoudig onderwerp wordt voor enkelvoudig aangezien


De media schrijft bijzonder negatief over dit bedrijf.
    De media schrijven …….

Drugs veroorzaakt veel overlast in de grensstreek.
    Drugs veroorzaken ……


Slide 15 - Diapositive

Oorzaak 2
Enkelvoudig onderwerp wordt voor meervoudig aangezien.


Zowel Karin als Ilona kwamen te laat.
    Zowel Karin als Ilona kwam…
De Nederlandse jeugd hebben steeds vaker schulden bij de bank.
    De Nederlandse jeugd heeft …


Slide 16 - Diapositive

Oorzaak 3
Het onderwerp bestaat uit een enkelvoudige kern een meervoudige bijvoeglijke bepaling.

Meer dan de helft (kern) van de Nederlandse vrouwen (bijv. bep.) hebben een deeltijdbaan. X
    Meer dan de helft van de Nederlandse vrouwen heeft …
of andersom: een meervoudige kern met enkelvoudige bepaling:
Een aantal leerlingen hebben een acht gehaald. X
 

Slide 17 - Diapositive

De media berichtte over de protesten in Den Haag.
A
Congruent
B
Incongruent

Slide 18 - Quiz

Een aanzienlijk deel van de militairen is inmiddels naar Nederland teruggekeerd.
A
Congruent
B
Incongruent

Slide 19 - Quiz

Extra uitleg onjuist verwijzen

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive