H10.2 zuren en basen deel 1 les 4

H10  Zuren en basen
10.2: zure en basische oplossingen
deel 1
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H10  Zuren en basen
10.2: zure en basische oplossingen
deel 1

Slide 1 - Diapositive

Welkom
  • terugblik vorige les
  • Uitleg zure oplossingen
  • huiswerk volgende keer

Slide 2 - Diapositive

terugblik vorige les
  • leren par 10.1
  • maken opdrachten 13, 14, 16, 17, 19, 22, 23, 26, 29


Slide 3 - Diapositive

lesdoel
  • weten welke eigenschappen zure oplossingen hebben
  • weten hoe metalen reageren met zuur
  • weten welke bekende zuren er zijn
  • weten wat gebeurt wanneer een zuur oplost
  • weten pH zegt over zuur-ionen

Slide 4 - Diapositive

Alle stoffen hebben een zuurtegraad. Deze geef je aan met de pH. 

Slide 5 - Diapositive

eigenschappen zure oplossingen
zuren:
  • komen voor als maagzuur, mierenzuur (brandnetel, kwal)
  • hebben een ontkalkende werking
  • zure oplossing kan gevaarlijk zijn
eigenschappen:
  • smaken zuur
  • pH kleiner dan 7
  • zure oplossingen geleiden stroom, er ontstaat waterstof ( H2 )

Slide 6 - Diapositive

reactie zure oplossing met metalen
Metalen reageren met zure oplossingen. 
bijv: aluminium pan lost op wanneer je er rabarber (zuur) in kookt !

Etsen: metaal insmeren met vet, 
tekening krassen in metaal, 
behandelen met zuur. 


Slide 7 - Diapositive

Bekende zuren
zuren komen voor als:
  • gas  ( waterstofchloride)
  • vloeibaar (zwavelzuur, salpeterzuur, ... )
  • vast (stearinezuur, citroenzuur, ...)

Veel zuren worden verdund gebruikt, opgelost in water. Verdunde zuren zijn minder geconcentreerd.

Slide 8 - Diapositive

Zuur oplossen in water
waterstofchloride (H Cl):
   H Cl (g)  -->  H+ (aq)   +   Cl- (aq)  

de oplossing heet zoutzuur { = H+ (aq) + Cl- (aq) }

het H+ -ion maakt de oplossing zuur !

Slide 9 - Diapositive

Zuur oplossen in water
salpeterzuur (H NO3):
   H NO3 (l) -->  H+ (aq) + NO3- (aq) 
zwavelzuur (H2 SO4):
   H2 SO4 (l)  -->  2 H+ (aq)   +   SO42- (aq)  
azijnzuur (H Ac):
   H Ac (l) --> H+ (aq) + Ac- (aq) 

Slide 10 - Diapositive

Zuur oplossen in water
koolzuur (CO2 oplost in water)
   CO2 (aq)  +  H2O (l) -->  2 H+ (aq) + CO32- (aq) 

koolzuur zit in frisdrank = zure oplossing

Slide 11 - Diapositive

pH en H+ - ionen
  • pH geeft aan hoe zuur een oplossing is

  • over hoeveel H+ -ionen zijn opgelost (in 1 liter water)

  • dus iets over de concentratie H+ in de oplossing

Slide 12 - Diapositive

pH en H+ - ionen
  • Als de oplossing lager wordt in pH wordt de concentratie H+ -ionen groter
  • Als de pH één lager is, is de oplossing                             10 x zo zuur (logaritmische schaal)
  • een oplossing pH 3 is 1000 x zo zuur als een oplossing van pH 6:  10 x 10 x10 = 1000 x


Slide 13 - Diapositive

lesdoel gehaald?

  • weten welke eigenschappen zure oplossingen hebben
  • weten hoe metalen reageren met zuur
  • weten welke bekende zuren er zijn
  • weten wat gebeurt wanneer een zuur oplost
  • weten pH zegt over zuur-ionen

Slide 14 - Diapositive

Huiswerk
  • leren par 10.2 
  • maken 10.2 opdrachten 31, 32, 33, 35, 36, 39, 41, 43, 45

Slide 15 - Diapositive