weekritme 2, boekje 4, LHBT

Weekritme 2, boekje 4
LGBTQ+
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Weekritme 2, boekje 4
LGBTQ+

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Na deze les
- ken je de betekenis van homoseksualiteit
- kun je uitleggen waar lhbtq+ voor staat
- kun je aangeven wat jij belangrijk vindt in een relatie

Slide 2 - Diapositive

Waar denk jij aan bij de letters
LGBTQ+?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Vidéo

LHBTQ+ waar hebben we het eigenlijk over?
L -lesbiennes
H-homoseksuelen (eigenlijk 'vallen op een gelijk geslacht)
B- bi-seksueel
T-transgender
Q- Queer (=iemand die zich niet in een hokje wil laten plaatsen)
+: al het andere (bijv. panseksueel='genderblind' of aseksueel of interseksueel = kenmerken van beide geslachten)

Slide 5 - Diapositive

Homoseksueel betekent...
A
Als iemand verliefd wordt op iemand van hetzelfde geslacht
B
Als een man verliefd wordt op een man
C
Als een vrouw verliefd wordt op een vrouw
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 6 - Quiz

Let op!
genderidentiteit: wie je bent
seksuele geaardheid: op wie je valt


Je gender is dus iets anders dan je geaardheid!

Slide 7 - Diapositive

Normaal
Wat de meerderheid vindt/denkt/is, is wat we normaal vinden. In Nederland is de meerderheid heteroseksueel dus is hetero normaal. Als je bijvoorbeeld homo bent, moet je dat dus gaan vertellen. 'uit de kast komen' wordt dit wel genoemd.

Dit hoeft alleen omdat veel mensen er vanuit gaan dat iedereen hetero is.

Slide 8 - Diapositive

Filmpje
Je gaat een vlog kijken van Thijmen mees over

'hoe kom je uit de kast?'

"Ja de jongen beweegt veel met zijn armen. Probeer toch te luisteren naar wat hij zegt: leidt het je te veel af? Doe dan je ogen dicht en luister alleen."

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Wat zou jij ervan vinden als je altijd uit de kast zou moeten komen, dus als je homo, lesbisch, of hetero bent?

Slide 11 - Question ouverte

LHBTQ+ even herhalen
L -lesbiennes
H-homoseksuelen (eigenlijk 'vallen op een gelijk geslacht)
B- bi-seksueel
T-transgender
Q- Queer (=iemand die zich niet in een hokje wil laten plaatsen)
+: al het andere (bijv. panseksueel='genderblind' of aseksueel of interseksueel = kenmerken van beide geslachten)

Slide 12 - Diapositive

Je gender is op wie je valt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Lesbisch betekent...
A
Een man wordt verliefd op een vrouw
B
Een man wordt verliefd op een man
C
Een vrouw wordt verliefd op een man
D
Een vrouw wordt verliefd op een vrouw

Slide 14 - Quiz

Biseksueel betekent dat je niet weet of je een man of een vrouw bent
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Waarvoor staat de L in
LHBTQ+?
A
Liefoe
B
Levenswijze
C
Lesbie
D
Lesbienne

Slide 16 - Quiz

Waarvoor staat de Q in
LHBTQ+?
A
Quizvraag
B
Quatro
C
Queer
D
Queen

Slide 17 - Quiz

De + in LHBTQ+ staat voor
'positieve instelling'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Wat vind jij zelf belangrijk in een relatie?

Slide 19 - Question ouverte

Einde van de les
Heb je nog vragen of wil je over dit onderwerp verder praten, 

zoek dan altijd een volwassene op die je vertrouwt.
En onthou:
Het belangrijkste is dat je gelukkig bent!

Slide 20 - Diapositive