1 vmbo-bk thema 3.9: Ordenen: Organismen indelen

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

3.9 Organismen indelen

wat gaan we vandaag doen?

herhalen vorige les: 3.8 Ongewervelde dieren

leerdoelen vandaag

nieuwe theorie: 3.9 Organismen indelen

Samen opdrachten maken

zelf aan de slag

herhalen 3.8 Ongewervelde dieren

De ongewervelde dieren kan je indelen in een aantal groepen:

- neteldieren

- ringwormen

- weekdieren

- stekelhuidige dieren

- geleedpotige dieren

gewervelde dieren en ongewervelde dieren

Ongewervelden = hebben geen wervelkolom 

groep 1 Neteldieren

- kwal, zee-anemoon

- geen skelet

- vangarmen met netels om hun prooi te vangen

- de netels kunnen je prikken en er komt dan gif in je lichaam

groep 2 Ringwormen

- regenworm, bloedzuiger

- lang en dun lichaam

- geen skelet

groep 3 Weekdieren

- mossel, slak

- zacht lichaam

- uitwendig skelet (schelp, huisje)

- houden van vochtige plaatsen op het land en in het water

groep 4 Stekelhuidige dieren

- zeester, zee-egel

- hebben stekels of knobbels op hun huid

- inwendig skelet

- leven in zee

groep 5 Geleedpotige dieren

- insecten, garnalen, spinnen

- de poten bestaan uit kleine stukjes, dit noem je leden

- uitwendig skelet: pantser

leerdoelen vandaag (3.9)

Aan het einde van de les:

- kan je een vertakkingsschema invullen

- weet je hoe je een organisme kan ordenen met behulp van een zoekkaart

3.9 Organismen indelen

Je hebt in dit thema veel groepen organismen leren kennen. Ook heb je telkens een stukje van een vertakkingsschema ingevuld.

Dit schema is een samenvatting van het hoofdstuk.

We gaan nu samen het hele schema invullen. Dit is opdracht 50 in je werkboek (blz. 187)

We beginnen links in het schema. Daar staat het woord 'organismen' al ingevuld.

Wat is ook alweer een organisme??

En in welke 4 groepen kan je alle organismen indelen??

organisme = een levend wezen (alles wat leeft/iets wat leeft)

Deze kan je verdelen in 4 groepen:

- planten

- dieren

- bacteriën

- schimmels

Deze 4 groepen gaan we in het vertakkingsschema zetten.

De bacteriën en de schimmels hebben we niet verder in groepen verdeeld. De planten en dieren wel.

We gaan eerst de planten in 2 groepen verdelen. Weet je nog welke groepen dit zijn?

(hint: kijk naar de manier waarop planten zich kunnen voortplanten..)

De planten kan je in 2 groepen verdelen:

- de zaadplanten: planten zich voort met behulp van zaden

- de sporenplanten: planten zich voort met behulp van sporen

Deze 2 groepen gaan we in het vertakkingsschema zetten.

Nu gaan we de dieren in groepen delen.

Eerst worden de dieren ingedeeld in 2 grote groepen. Hierbij kijken ze naar het skelet.

Weet je nog welke groepen dit zijn?

Dieren kan je verdelen in:

- gewervelde dieren (dieren met een wervelkolom)

- ongewervelde dieren (dieren zonder wervelkolom)

Deze gaan we in het vertakkingsschema zetten.

De gewervelde dieren kan je weer verder in groepen verdelen. Hierbij kijk je naar de huidbedekking (bv. haren, schubben), de manier van ademhaling (bv. longen, kieuwen) en de manier van voortplanten (eieren, levendbarend).

Welke 5 groepen gewervelde dieren zijn er?

De gewervelde dieren kan je verdelen in 5 groepen:

- vissen

- amfibieën

- reptielen

- vissen

- zoogdieren

Deze kunnen we in het vertakkingsschema zetten.

Tot slot kunnen we de ongewervelde dieren in 5 groepen verdelen. Dit zijn lastige namen, dus krijg je die van mij:

- neteldieren

- ringwormen

- weekdieren

- stekelhuidige dieren

- geleedpotige dieren

Van elke groep moet je een voorbeeld kunnen noemen.

We gaan deze groepen in het vertakkingsschema zetten.

Je kan de naam van een organisme opzoeken door bijvoorbeeld een zoekkaart te gebruiken.

We gaan hiermee oefenen.

Hiervoor gebruiken we opdracht 51 op bladzijde 189.

VRAGEN???

zelf aan de slag

opdracht 51 en 52 maken

volgende lessen gaan we herhalen

daarna TOETS