§6 TH2A
1 / 21
La durée de la leçon est: 120 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
De VOC had een aantal rechten. Wat zijn rechten van de VOC?
A
De VOC mocht oorlog voeren
B
De VOC mocht verdragen sluiten
C
De VOC mocht forten bouwen
D
De VOC mocht als enige handel drijven met Azië
Slide 5 - Quiz
Wat is de VOC?
A
Vereenigde Oostindische Compagnie
B
Een internationaal handelsbedrijf
C
Een boot
D
Een factorij
Slide 6 - Quiz
Wat was het doel van de VOC?
Slide 7 - Question ouverte
Waar ligt Nederlands-Indië. Sleep de blauwe cirkel naar de juiste plek
Slide 8 - Question de remorquage
Nederlands-Indië werd bestuurd door een "indirect bestuur". Hoe werkte dat?
A
Indische vorsten kregen het volledige bestuur over hun land en de Nederlanders verkochten hun producten.
B
Inlandse vorsten bleven zitten, maar kregen bevelen van Nederlanders.
C
De Nederlandse gouverneur-generaal bleef in Nederland en de inheemse vorsten bestuurden het land.
D
Europese landen gaven bevelen aan de Nederlandse gouverneur-generaal.
Slide 9 - Quiz
Wat is het cultuurstelsel?
Slide 10 - Question ouverte
Wat vond Max Havelaar van de kolonisatie?
A
Slecht, hij vond dat de Nederlanders slecht werden behandelt.
B
Prima, hij vond het de schuld van de Indische bevolking zelf.
C
Prima, hij bemoeide zich er niet mee.
D
Slecht, hij vond dat de Nederlanders de Indische bevolking onderdrukte.
