Samengestelde zinnen

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

Samengestelde zinnen

Sleep de zin naar het juiste vak

Enkelvoudige zin

Meervoudige zin

1. Ik zwaai en ik roep. 

2. Ik wuif me suf.

3. Ik spring op en neer, maar zij niet. 

4. Ik brul de longen uit me lijf, want zij hoort me niet.  

5. Zij heeft oordoppen in.

Schrijf de persoonsvorm op. Let op het kunnen er meer zijn!
Spreken is zilver en zwijgen is goud.

Schrijf de persoonsvorm op. Let op het kunnen er meer zijn!
Maak je een gebaar, dan zeg je ook iets.

Schrijf de persoonsvorm op. Let op het kunnen er meer zijn!
Met een wenk kun je ook veel zeggen.

Schrijf de persoonsvorm op. Let op het kunnen er meer zijn!
Weinig mensen praten zonder gebaren.

Schrijf de persoonsvorm op. Let op het kunnen er meer zijn!
Een aap maakt gebaren, maar een hond kan dat ook.

Schrijf het onderwerp op. Let op het kunnen er meer zijn!
Een aap maakt gebaren, maar een hond kan dat ook.

Schrijf de persoonsvorm op. Let op het kunnen er meer zijn!
De een bedelt om nootjes en de ander kwispelt met zijn staart.

Schrijf het onderwerp op. Let op het kunnen er meer zijn!
De een bedelt om nootjes en de ander kwispelt met zijn staart.

persoonsvorm

onderwerp

Ik

heb

ruzie

met

mijn

vriendin

en

zij

wil

me

niet

meer

zien.

persoonsvorm

onderwerp

Zij

heeft

mij

nooit

gezegd

dat

ik

maar

snel

een

andere

vriendin

moet

zoeken.

persoonsvorm

onderwerp

Ze

is

nog

nooit

eerder

zo

beledigd

van

zei

ze,

nadat

ik 

een

duw

haar

kreeg.

persoonsvorm

onderwerp

Ik

gebaarde

even

alleen

maar

dat

ze

mijn

moest

nog

wachten,

ik 

zodat

strikken.

veters

kon

Je bent klaar!