B1

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

  Goedemorgen klas 3

Neem je laptop en boek voor

Biologie in klas 3

- Herhaling en verdieping lesstof van klas 1 en 2

- Examenstof! (voor volgend jaar)

- Meer lesstof

- Toetsen kunnen over meerdere hoofdstukken gaan

- Naast toetsen zijn er ook PO's (praktische opdrachten)

Thema 1 Organen en cellen

B1 Organismen

B2 De bouw van een organisme

B3 Cellen van dieren en planten

B4 Chromosomen

B5 Gewone celdeling (mitose)

B6 Reductiedeling (meiose)

Samenhang

Leren onderzoeken

Toetsing Thema 1

Toets (2x)

Microscopiepracticum + tekening (O/V/G)

Leerdoelen basisstof 1 Organismen

- Je kunt negen levenskenmerken van organismen noemen.

- Je kunt de levensfasen van de mens noemen met de gemiddelde leeftijden en voorbeelden van ontwikkeling geven.

Stofwisseling

Ademhalen, voeden en uitscheiden horen hierbij.

Bij stofwisseling worden stofjes gewisseld en veranderd: bv Zuurstof en Koolstofdioxide.

Ademhalen

Nodig voor verbranding. Zuurstof verkrijgen en koolstofdioxide kwijtraken.

Voeden

Innemen van voedingsmiddelen.

Zowel eten als drinken.

Uitscheiden

Uitstoten van afvalstoffen.

Poepen, plassen en zweten.

Groeien

Het groter of zwaarder worden van een organisme.

Bij een mens tot ongeveer 18. 

Ontwikkelen

Verandering in de bouw van een organisme. Bijvoorbeeld het krijgen van de baard in de keel of het krijgen van bloemen.

Geestelijke ontwikkeling

Waarnemen

Reageren op prikkels. Deze vang je op met je zintuigen en met je hersenen neem je deze prikkels waar.

Bewegen

Je hersenen sturen je spieren aan om te bewegen. Dit komt voort uit prikkels.

Voortplanten

Het maken van nakomelingen.

Levensloop

Het leven van een individueel organisme (individu). Van geboorte tot dood.

Welk levenskenmerk zie je op de afbeelding?

1. poepen
2. uitscheiden
3. bewegen
4. waarnemen

Wat is niet een specifiek levenskenmerk

1. Voeden
2. Bewegen
3. Drinken
4. Ademen

Welke levenskenmerk hoort NIET bij stofwisseling ?

1. voortplanten
2. voeden
3. uitscheiden
4. ademhalen

Alle organismen vertonen de zes levenskenmerken. 

Bij welke levenskenmerk hoort:

De zeeleeuwen krijgen vissen als middagmaal.

1. Voeden
2. Ademen
3. Groeien
4. Voortplanten

Alle organismen vertonen de zes levenskenmerken. 

Bij welke levenskenmerk hoort:

De gazelle ziet de leeuw en rent weg.

1. Voeden
2. Ademen
3. Groeien
4. Bewegen

Alle organismen vertonen de zes levenskenmerken. 

Bij welke levenskenmerk hoort:

Een tijgerin baart 3 jongen.

1. Voeden
2. Uitscheiden
3. Reageren
4. Voortplanten

Levenskenmerken en voorbeelden bij mensen

een mens kan lopen

adem halen met behulp van longen

een baby wordt een peuter

de mens eet brood

de mens ziet een vogel vliegen

een vrouw kan een baby krijgen

een mens plast

ademhalen

voeden

uitscheiden

waarnemen

bewegen

voortplanten

groeien

Samenvatting voor bonuspunten

Bestaat uit alle samenvattingsopdrachten in je boek

Van elke basisstof maak je de samenvattingsopdracht in je boek

Voor de toets lever je je boek bij mij in

Je kunt maximaal 4 punten verdienen

Verwerking lesstof

Klik op Thema 1 Organen en cellen

Klik op 1.1. Organismen

Maak opdrachten 1 t/m 6.

Opdracht 3 maak je in je boek (bonuspunt)

De lesstof lees je in je boek op blz. 10 en 11

Eerste 5 minuten stil, daarna fluisterniveau

Klaar? Start met de test jezelf van 1.1

Huiswerk

Maken: online opdr. 1 t/m 6 van 1.1 Organismen

Opdracht 3 moet in je boek

Niet gemaakt = HV in Magister

Bij 2 x HV een lesuur terugkomen