bs 1 organismen

Leerdoelen van Basisstof 1:

'organismen'

1. Je kunt uitleggen wat een organisme is.
2. Je kunt de negen levenskenmerken noemen.
3. Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen van Basisstof 1:

'organismen'

1. Je kunt uitleggen wat een organisme is.
2. Je kunt de negen levenskenmerken noemen.
3. Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.

Slide 1 - Diapositive

Wat is een organisme?

Slide 2 - Question ouverte

Wat zijn levenskenmerken?
A
hoe groot en zwaar een organisme is
B
kenmerken van een levend organisme
C
de ontwikkeling van een organisme
D
kenmerken van een dood organisme

Slide 3 - Quiz

Welk levenskenmerk zie je op de afbeelding?
A
poepen
B
uitscheiden
C
bewegen
D
waarnemen

Slide 4 - Quiz

Wat is niet een specifiek levenskenmerk?
A
Voeden
B
Bewegen
C
Drinken
D
Ademen

Slide 5 - Quiz

Welke levenskenmerken hoort NIET bij stofwisseling ?
A
voortplanten
B
voeden
C
uitscheiden
D
ademhalen

Slide 6 - Quiz


Bij welke levenskenmerk hoort:

De zeeleeuwen krijgen vissen als middagmaal.
A
Voeden
B
Ademen
C
Groeien
D
Voortplanten

Slide 7 - Quiz


Bij welke levenskenmerk hoort:

De gazelle ziet de leeuw en rent weg.
A
Voeden
B
Ademen
C
Groeien
D
Reageren

Slide 8 - Quiz


Bij welke levenskenmerk hoort:

Een tijgerin baart 3 jongen.
A
Voeden
B
Uitscheiden
C
Reageren
D
Voortplanten

Slide 9 - Quiz

Levenskenmerken en voorbeelden bij mensen
een mens kan lopen
adem halen met behulp van longen
een baby wordt een peuter
de mens eet brood
de mens ziet een vogel vliegen
een vrouw kan een baby krijgen
een mens plast
ademhalen
voeden
uitscheiden
waarnemen
bewegen
voortplanten
groeien

Slide 10 - Question de remorquage


A
Levend
B
Levenloos
C
Dood

Slide 11 - Quiz


A
Levend
B
Levenloos
C
Dood

Slide 12 - Quiz

dood, levend of levenloos?
A
levenloos
B
dood
C
levend

Slide 13 - Quiz


A
Levend
B
Levenloos
C
Dood

Slide 14 - Quiz

Deze vogel is.....
A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 15 - Quiz

dood, levend of levenloos?
A
dood
B
levend
C
levenloos

Slide 16 - Quiz