Hoofdstuk 10 paragraaf 4 De Europese eenwording

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4,5

De Europese Eenwording

EGKS

1951: Begin Europese eenwording. Oprchting Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS.): 

1. Frankrijk
2. West-Duitsland
3. Italië
4. België
5. Nederland
6. Luxemburg. 

EGKS en EEG

In 1957 richten dezelfde 6 landen de Europese Economische Gemeenschap op (EEG.): Het gezamenlijk bestuur werd uitgebreid naar andere sectoren zoals landbouw. De handel tussen de EEG-landen werd vrij en naar buiten toe kregen ze gemeenschappelijke importtarieven. 

EGKS en EEG

In 1985 sloten de BENELUX, Duitsland, Frankrijk het Verdrag van Schengen.

In dit verdrag werden onderlinge grenscontroles afgeschaft. 

Later sloten steeds meer landen hierbij aan. 

EGKS en EEG

1. In 1973 werd de EEG uitgebreid met Groot-Brittannië, Ierland en Denemarken. 
2. In 1980 volgden Griekenland, Spanje en Portugal. 

De EU

In 1992 tekenen de Europese het Verdrag van Maastricht: 

In dit verdrag maakt de EEG plaats voor de Europese Unie (EU). 

De EU

De EU werd op dezelfde manier bestuurd als de EEG. 

Alleen de EU ging niet alleen over de economie maar ook de veiligheid. 

Het Verdrag van Maastricht bepaalde ook dat er een gemeenschappelijke munt kwam. 

De landen die mee wilden doen met de Euro moesten economisch en financieel beleid aan Europese regels binden. 

Europese democratieën. 

Oorzaken Europese eenwording: 

1. Economische voordelen van handel. 
2. Duitsland en Frankrijk waren niet meer de supermachten van vroeger en voelde zich bedreigd door de Sovjet-Unie. Samen waren zij sterker. 
3. Door samenwerking kon een militaristisch en sterk Duitsland voorkomen worden. 

Europese democratieën.

Voorwaarde van lid worden van de EU is: Je moet een democratie zijn.

1. Na de Duitse eenwording was Duitsland een stabiele democratie geworden. 

Aan de slag: Huiswerk

• Maken 10.4.

de kern: 2, 6, 7 , 9 

historisch denken: 2, 3