4V Beco FinLev H4.2

4.3.1
A
Oud = 19,7 Nieuw = 11
B
Oud = 11 Nieuw = 19,7
1 / 28
suivant
Slide 1: Quiz
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

4.3.1
A
Oud = 19,7 Nieuw = 11
B
Oud = 11 Nieuw = 19,7

Slide 1 - Quiz

4.7.1
A
Nee, als de leeftijd stijgt, daalt het genomen risico
B
Ja, als de leeftijd stijgt, daalt het genomen risico
C
Nee, als de leeftijd stijgt, stijgt het genomen risico
D
Ja, als de leeftijd stijgt, stijgt het genomen risico

Slide 2 - Quiz

4.7.6
A
Nee, want obligaties zijn minder risicovol dan aandelen
B
Ja, want obligaties zijn minder risicovol dan aandelen
C
Nee, want obligaties zijn risicovoller dan aandelen
D
Ja, want obligaties zijn risicovoller dan aandelen

Slide 3 - Quiz

4V Beco FinLev H4.2

Slide 4 - Diapositive

Stop Motion

Slide 5 - Diapositive

Wat viel je op aan de Stop Motion?

Slide 6 - Question ouverte

Rente / Interest
Enkelvoudige interest (e.i.) <------> Samengestelde interest (s.i.)( vaak ) bij leningen                               ( vaak ) bij sparen                  
rente over vast bedrag                           rente op rente                
rente elk jaar (periode) verrekend                                                    

Slide 7 - Diapositive

Enkelvoudige interest
Lening van € 10.000,- tegen 6%
Rente jaar 1 = 10.000 x 0,06 = 600
Rente jaar 2 = 10.000 x 0,06 = 600
Rente jaar 3 = 10.000 x 0,06 = 600

Betaalde rente in 3 jaar  = 1.800

Slide 8 - Diapositive

Samengestelde interest
jaar 1: 10.000 x 0,06 = 600 -----> 10.000 + 600 = 10.600
jaar 2: 10.600 x 0,06 = 636 ------> 10.600 + 636 = 11.236
jaar 3: 11.236 x 0,06 = 674,16 ------> 11.236 + 674,16 = 11.910,16

Verdiende Rente in 3 jaar = 11.910,16 - 10.000 = 1.910,16

Slide 9 - Diapositive

Heb jij zin om deze berekening uit te voeren als het geld 10 jaar op de spaarrekening staat?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Samengestelde interest
jaar 1: 10.000 x 1,06 = 10.600
jaar 2: 10.600 x 1,06 = 11.236
jaar 3: 11.236 x 1,06 = 11.910,16

Eindbedrag = 10.000 x ( 1,06 )^3 = 11.910,16
Formule 
E = B x (1+i)^n

Slide 11 - Diapositive

Samengestelde interest
Formule 
E = B x (1+i)^n

Hoeveel geld staat er op de spaarrekening na 10 jaar?
Beginbedrag 10.000, rente 6%

Slide 12 - Diapositive

Samengestelde interest
Formule 
E = B x ( 1+i ) ^ n

Hoeveel geld staat er op de spaarrekening na 10 jaar?

E = 10.000 x ( 1,06 ) ^ 10 = 17.908,48

Slide 13 - Diapositive

Samengestelde interest
Eindkapitaal = Beginkapitaal x ( 1 + p ) ^n

p = rekengetal percentage ( dus bij 4% wordt 1+p = 1,04 )
n = aantal perioden

Gekweekte interest = Eindkapitaal - Beginkapitaal

Slide 14 - Diapositive

samengestelde rente
Stop Motion

jaar 1: € 2,- x 1,10 = € 2,20
jaar 2: € 2,20 x 1,10 = € 2,42

E = 2 x ( 1,10 ) ^ 2 = 2,42



Slide 15 - Diapositive

939,39
904,50
867,61
886,74
€ 700, 8jr, 3%
€ 750, 2,5jr, 6%
€ 800, 3jr, 5,5%

Slide 16 - Question de remorquage

Bereken de eindwaarde van een kapitaal van €100.000,- dat 20 jaar op de bank staat tegen 5% samengestelde interest ( wel . en , geen € )

Slide 17 - Question ouverte

Een kapitaal van €100.000,- staat 20 jaar op de bank tegen 5% samengestelde interest. Hoeveel interest wordt er meer verdiend dan bij enkelvoudige interest ( wel . en , geen € )

Slide 18 - Question ouverte

Een kapitaal van € 1.000,- staat van 1/1/2016 t/m 31/12/2020 op de bank tegen 2% s.i.
Wat is de eindwaarde?
A
1.082,43
B
1.104,08

Slide 19 - Quiz

Samengestelde interest
Let op:
Soms geldt het rentepercentage niet per jaar, maar per maand of per kwartaal. Andere periode dan een jaar moet er in de som altijd duidelijk bij staan.
n is dan het aantal maanden of kwartalen dat een bedrag op een bankrekening staat

Slide 20 - Diapositive

Een kapitaal van € 5.000,- staat 3 jaar op de bank tegen 4% rente per kwartaal. Wat is de eindwaarde?
A
5.200
B
5.624,32
C
5.800
D
8.005,16

Slide 21 - Quiz

Bereken de eindwaarde van een kapitaal van €2.000,- dat van 1/1/2012 t/m 31/12/2023 op de bank staat tegen 1% samengestelde interest p.m. ( wel . en , geen € )

Slide 22 - Question ouverte

Heb jij liever 3% rente s.i. per kwartaal of 12% s.i. per jaar
A
3% per kwartaal
B
maakt me niet uit
C
12% per jaar

Slide 23 - Quiz

Laatste vraag stencil: liever 12% per jaar of 3% per kwartaal?
100 x 1,12 = 112
100 x ( 1,03 ) ^ 4 = 112,55

Of
( 1,03 ) ^ 4 = 1,1255, dus 12,55%

Slide 24 - Diapositive

Met hoeveel procent rente per kwartaal komt 6% per jaar overeen?
( 2 decimalen, geen % teken )

Slide 25 - Question ouverte

Opdracht
( 1,06 ) ^ 0,25 = 1,0147
dus 1,47%

Slide 26 - Diapositive

Opdracht renteberekeningen
15 minuten

Als je eerder klaar bent, kun je alvast huiswerkopgaven 4.14 en 4.17 maken

Slide 27 - Diapositive

Hw.
Opgaven 4.14 en 4.17

Slide 28 - Diapositive