Welke geloven waren er allemaal in het Romeinse Rijk?
A
Christendom, Islam en geloof van Romeinen
B
Christendom, Jodendom en geloof van Grieken
C
Christendom, Jodendom en geloof van de Romeinen/Grieken
D
Hindoeïsme, Christendom en Jodendom
1 / 34
suivant
Slide 1: Quiz
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1
Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Welke geloven waren er allemaal in het Romeinse Rijk?
A
Christendom, Islam en geloof van Romeinen
B
Christendom, Jodendom en geloof van Grieken
C
Christendom, Jodendom en geloof van de Romeinen/Grieken
D
Hindoeïsme, Christendom en Jodendom
Slide 1 - Quiz
Oefentoets thema 3: Grieken en Romeinen, blok 1 en 2
Slide 2 - Diapositive
De volgende vragen gaan over:
Blok 1 de Olympische Spelen
Slide 3 - Diapositive
Egyptische rijk
Romeinse rijk
Griekse stadstaten
Tijd van grieken en romeinen
750 V.Chr. tot 500
800 V.Chr tot 300 V.Chr
3000 V.Chr tot 500 V.Chr.
3000 V.Chr tot 1000
Slide 4 - Question de remorquage
Waarom vonden de oude Grieken het zo belangrijk om te winnen bij de Olympische spelen?
A
Omdat ze een olijfkrans konden winnen.
B
Omdat ze eeuwige roem konden krijgen.
C
Omdat ze veel geld konden winnen.
D
Omdat ze dan beter waren dan anderen.
Slide 5 - Quiz
Bij de Olympische spelen kwam nog wel eens discriminatie voor. Waar bleek dat uit?
Slide 6 - Question ouverte
Leg in eigen woorden uit wat een stadsstaat is.
Slide 7 - Question ouverte
Wie mogen er stemmen in een stadstaat?
A
Iedereen
B
Mannen en vrouwen boven de 18
C
Alle mannen
D
Vrije mannen
Slide 8 - Quiz
Welk begrip past het best bij het plaatje hiernaast?
A
schervengerecht
B
Stadstaat
C
Indirecte democratie
D
Raad van 500
Slide 9 - Quiz
Was het oude Griekenland al een echt land? Leg uit waarom wel/niet
Slide 10 - Question ouverte
De oude Grieken voelden zich met elkaar verbonden. Noem drie redenen waarom dit zo was.
Slide 11 - Question ouverte
Welke groepen woonden er in een stadstaat?
Slide 12 - Question ouverte
Welke groep had de meeste rechten?
A
Slaven
B
Vrouwen en kinderen
C
Volwassen mannen die in vrijheid leefden
D
Buitenlanders
Slide 13 - Quiz
In welke stadsstaat is de Democratie ontstaan?
A
Sparta
B
Athene
C
Korinthe
D
Olympia
Slide 14 - Quiz
Leg in eigen woorden uit hoe de democratie van het oude Griekenland er uit zag
Slide 15 - Question ouverte
Wat past goed bij de Griekse wetenschap?
A
Kennis verzamelen en nauwkeurig bestuderen
B
Mythen schrijven
C
Verklaringen zoeken in de verhalen over de Goden
D
Verhalen verzamelen en goed bestuderen
Slide 16 - Quiz
Voor welke god hielden de Grieken de Olympische spelen?
Slide 17 - Question ouverte
De volgende vragen gaan over blok 2
(Romeinen)
Slide 18 - Diapositive
Wat is de juiste volgorde over het bestuur van het Romeinse Rijk?
A
koninkrijk-republiek-keizerrijk
B
republiek-keizerrijk-koninkrijk
C
keizerrijk-koninkrijk-republiek
D
koninkrijk-keizerrijk-republiek
Slide 19 - Quiz
Het oude Rome kende 3 verschillende bestuursvormen.
1. Zet ze in chronologische volgorde op onderstaande tijdbalk.
2. Plaats de foto's bij de juiste bestuursvorm op de tijdbalk.
Caesar
Augustus
timer
1:00
1
2
3
republiek
keizerrijk
koninkrijk
Slide 20 - Question de remorquage
Wat voor soort mensen zaten er in de senaat?
A
Rijke Romeinen
B
Belangrijke Romeinen
C
Rijke Romeinse mannen
D
Rijke en belangrijke Romeinse mannen
Slide 21 - Quiz
Hiernaast zie je een oude Romeinse weg. Waarom legde Romeinen verharde wegen aan?
A
Zo gingen auto's minder snel kapot
B
Zo konden soldaten zich sneller verplaatsen
C
Zo wisten ze de weg makkelijker
D
Zo konden ze beter zien wie er hun kant op kwam lopen
Slide 22 - Quiz
Hoe verspreidde de Romeinen hun cultuur?
Slide 23 - Question ouverte
De veroverde gebieden van de Romeinen hoefden niet alles af te staan. Wat bleef hetzelfde?
A
Eigen cultuur
B
Eigen gebouwen
C
Eigen regels en wetten
D
Hun taal mochten ze houden
Slide 24 - Quiz
Uit welk geloof is het christendom ontstaan?
A
Islam
B
Jodendom
C
Het Romeinse geloof
D
Het Griekse geloof
Slide 25 - Quiz
De Romeinen (en Grieken) geloofden in meerdere Goden. Hoe noem je dit?
A
Polytheïsme
B
Monotheïsme
C
Atheïsme
D
Maxitheïsme
Slide 26 - Quiz
Spektakels hielden het volk van de straat en het uitdelen van voedsel zorgde voor minder honger bij de stadsbevolking. Wat is de naam voor het evenement dat de keizer organiseerde om zijn volk gunstig te stemmen?
Slide 27 - Question ouverte
De Romeinen gingen regelmatig naar de thermen. Wat kon men daar zoal doen?