2TH Woordsoorten: lw, bn, zn, ww

Hoe zit jij er vanmorgen bij?
A
B
C
D
1 / 45
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoe zit jij er vanmorgen bij?
A
B
C
D

Slide 1 - Quiz

Dit wil ik er graag over kwijt:

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Vidéo

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 2C

Vandaag...
- Dagopening
- NOS-journaal
- Woordsoorten


Huiswerk dinsdag 13 april
- Maken: online alle opdrachten van Taalverzorging grammatica H2
- Leren: theorie op, blz. 54


Leerdoelen:
- Ik kan een lidwoord (lw), een 
bijvoeglijk naamwoord (bn), een zelfstandig naamwoord (zn) en  een werkwoord (ww) 
in een zin benoemen.

Klascode: hckam

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Slide 6 - Lien

Je moet pas versoepelen als daar in de ziekenhuizen ruimte voor is
Nieuwe woorden: Prikpauze, vaccinatiestraat, mondkapje, 
Ook al zijn de bijwerkingen zeer zeldzaam, toch moet je de prik niet meer geven
wat doet een informateur?

volstrekt , dwangarbeider, impasse, pro-britse pro-ierse, geweld aanwakkeren, hoop gloren, impuls geven, subsidie

Slide 7 - Diapositive

Je moet pas versoepelen als het aantal coronapatiënten in het ziekenhuis sterk is gedaald.
A
eens
B
oneens

Slide 8 - Quiz

'Je moet pas versoepelen als het aantal coronapatiënten in het ziekenhuis sterk is gedaald'
Leg uit waarom je het eens of oneens bent met deze stelling.

Slide 9 - Question ouverte

Wat wordt er bedoeld met een 'prikpauze'?

Slide 10 - Question ouverte

De ernstige bijwerkingen van AstraZenica zeer zeldzaam, dus we moeten dit vaccin gewoon blijven gebruiken.
A
eens
B
oneens

Slide 11 - Quiz

'De ernstige bijwerkingen van AstraZenica zijn zeer zeldzaam, dus we moeten dit vaccin gewoon blijven gebruiken.'
Leg uit waarom je het eens of oneens bent met deze stelling.

Slide 12 - Question ouverte

Tjeenk Willink is de nieuwe informateur. Wat doet een informateur?
A
iemand die het volk informeert over wat er in de Tweede Kamer gebeurt
B
iemand die onderzoekt welke partijen samen zouden kunnen regeren.
C
iemand die heel nieuwsgierig is
D
een journalist die vooral politici interviewt

Slide 13 - Quiz

Wat betekent 'volstrekt'?
A
heel lang
B
beslist
C
helemaal
D
een beetje

Slide 14 - Quiz

Wat zijn 'dwangarbeiders'?
A
mensen die geen zin hebben om te werken
B
mensen die te jong zijn om te werken
C
mensen die het werk van anderen streng controleren
D
mensen die onder bedreiging van straf, tegen hun wil, werk verrichten

Slide 15 - Quiz

Pro-Brits betekent dat je
A
vóór de Britten bent
B
tegen de Britten bent

Slide 16 - Quiz

impasse
subsidie
impuls
stimulans / iets wat je in beweging brengt
geld van de overheid om mensen en bedrijven te steunen
moeilijke situatie waar je niet uit kunt komen

Slide 17 - Question de remorquage

Van deze woorden
wil ik nog graag
de betekenis weten

Slide 18 - Carte mentale

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 2C

Vandaag...
- Start Woordsoorten


Huiswerk dinsdag 13 april
- Maken: online alle opdrachten van Taalverzorging grammatica H2
- Leren: theorie op, blz. 54


Leerdoelen:
- Ik kan een lidwoord (lw), een 
bijvoeglijk naamwoord (bn), een zelfstandig naamwoord (zn) en  een werkwoord (ww) 
in een zin benoemen.

Klascode: hckam

Slide 19 - Diapositive





De gele stift ligt op een houten tafel.

Slide 20 - Diapositive

Leerdoelen
- Ik kan een lidwoord (lw) in een zin benoemen.
- Ik kan een bijvoeglijk naamwoord (bn) in een zin benoemen.
- Ik kan een zelfstandig naamwoord (zn) in een zin benoemen.
- Ik kan een werkwoord (ww) in een zin benoemen.



Slide 21 - Diapositive

Even kijken...
Wat heb je onthouden van de vorige leerjaren?

Slide 22 - Diapositive

Bij welke woordgroep horen
'de', 'het' en 'een'?
A
lidwoord (lw)
B
bijvoeglijk naamwoord (bn)
C
zelfstandig naamwoord (zn)
D
werkwoord (ww)

Slide 23 - Quiz

Hoe benoem je woorden als 'lopen', 'lachen', 'luieren' en 'lasergamen'?
A
lidwoord (lw)
B
bijvoeglijk naamwoord (bn)
C
zelfstandig naamwoord (zn)
D
werkwoord (ww)

Slide 24 - Quiz

In welk rijtje staan alléén zelfstandig naamwoorden (zn)?
A
sleutel, grote, Amsterdam
B
Robert, laptop, koffiekop
C
IJssel, blauwe, kindje
D
lijmpot, verliefd, Zwolle

Slide 25 - Quiz

In welk rijtje staan stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden (bn)?
A
lieve, aardige, leuke
B
saaie, langdradige, vervelende
C
gouden, houten, ijzeren
D
roze, paarse, groene

Slide 26 - Quiz

Lidwoord (lw)

- Er zijn drie lidwoorden: de, het en een.

- De en het zijn bepaalde lidwoorden (blw).
- Een is een onbepaald lidwoord (olw).

- Een lidwoord staat altijd voor een zelfstandig naamwoord (zn).
 Let op: soms staat er een bijvoeglijk naamwoord tussen het  
 lidwoord en het zelfstandig naamwoord.

- Let op: een betekent soms niet een, maar één

Slide 27 - Diapositive

De gele stift ligt 
op een houten tafel.


Lidwoorden in deze zin
zijn dus... (vul in op de volgende pagina)

Slide 28 - Diapositive

Wat zijn de lidwoorden in de zin
'De gele stift ligt op een houten tafel'?

Slide 29 - Question ouverte

Zelfstandig naamwoord (zn)
- Het zn is op heel veel manieren te herkennen:
       > Er kan een lidwoord of bijvoeglijk naamwoord staan.
       > Het zijn vaak MeDiPlaDi: mensen, dieren, planten, dingen.
       > Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken.
       > Je kunt er vaak een meervoudsvorm van maken.

- Ook (aardrijkskundige) namen zijn zn!

Slide 30 - Diapositive

De gele stift ligt op een houten tafel.
'stift' is een zn, want...
- het is een medipladi (ding)
- er staat een lidwoord voor (de)
- er staat een bijvoeglijk naamwoord voor (gele)
- je kunt er een verkleinwoord van maken (stiftje)
- je kunt er een meervoudsvorm van maken (stiften)
        

Slide 31 - Diapositive

Noem zelf nog eens een aantal zn:

Slide 32 - Question ouverte

Bijvoeglijk naamwoord (bn)
- Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord (zn); het geeft een eigenschap aan.

- Meestal staat het bijvoeglijk naamwoord vóór het zelfstandig  
   naamwoord, maar het kan er ook achter staan.

- Een bijvoeglijk naamwoord dat aangeeft van welke stof of welk 
   materiaal iets gemaakt is, noem je stoffelijk bijvoeglijk naamwoord.

Slide 33 - Diapositive

De gele stift ligt op een houten tafel.
Het bn kan zowel vóór als achter het zn staan!

De gele stift <-> de stift is geel.
Een houten tafel <-> een tafel van hout.

Slide 34 - Diapositive

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord in
'De gele stift ligt op een houten tafel'?

Slide 35 - Question ouverte

Werkwoord (ww)
- Een werkwoord geeft aan wat iets/iemand doet of overkomt.

- Een werkwoord kan voorkomen als
     > persoonsvorm (pv)
     > voltooid deelwoord (vd)
     > infinitief (inf) / hele werkwoordsvorm

- Iedere zin bevat ten minste één werkwoord (de pv)


Slide 36 - Diapositive

De gele stift ligt op een houten tafel.
- Wat doet de stift?
- Liggen. 
- Ligt is dus een werkwoord (ww).


Slide 37 - Diapositive

De gele stift ligt op een houten tafel.
De             = blw
gele          = bn
stift           = zn
ligt             = ww
op              = ???
een            = olw
houten     = stoffelijk bn
tafel          = zn

Slide 38 - Diapositive

En nu...
- Let op: open ALLEMAAL het tl/h-boek online!
- Lees de theorie van Taalverzorging Woordsoorten op blz. 54
- Bekijk online het uitlegfilmpje
- Maak van Taalverzorging grammatica hoofdstuk 2 alle opdrachten. 


Zorg ervoor dat je om 10:10u terug bent in de videocall van Teams. Dan sluiten we gezamenlijk de les af.

Slide 39 - Diapositive

Heb je alle opdrachten van H2 > Taalverzorging > Grammatica af?
A
Ja, zeker!
B
Nee, bijna
C
Nee, maar ik ben goed op weg
D
Nee, ik moet nog beginnen

Slide 40 - Quiz

Kun je lw, bn, zn en ww in een zin benoemen?
A
Ja, zeker
B
Ja, meestal wel
C
Nog niet, ik vind het best lastig
D
Nee, ik heb hulp nodig

Slide 41 - Quiz

Deze vraag heb ik nog over de leerdoelen:

Slide 42 - Question ouverte

Huiswerk voor dinsdag 13 april:
- Maken: online alle opdrachten van 
Taalverzorging grammatica H2
(in de tl/h-methode)
- Leren: theorie op, blz. 54

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Lien

NOS-journaal
Item vrachtschip 
Item verkeersongelukken
Item rellen Belfast --> pro-Brits, Brexit
Item Forum -> Forum-jongeren
Item reisbranche --> branche 

Slide 45 - Diapositive