KA 5: De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur

KA 5: De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur (let op: = boekje KA 6)
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

KA 5: De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur (let op: = boekje KA 6)

Slide 1 - Diapositive

Kenmerken
Verkorte versie: Klassieke vormentaal
Tijdvak: Tijd van Grieken en Romeinen
Jaartallen: Ca. 3000 v. Chr. - 500 n. Chr.
Periode: Oudheid
Samenleving: Landbouwstedelijke samenleving
Invalshoek: cultuur
Mindmap: klassiek (Grieks en Romeins), beeldhouwkunst (perfectionistisch en/of realistisch), architectuur (zuilen & fronton en/of beton; bogen & koepels), Klassieke Oudheid

Slide 2 - Diapositive

Gebeurtenis: De dood van Socrates (399 v. Chr.). De filosoof Socrates werd ter dood veroordeeld op beschuldiging van het corrumperen van de jeugd en het loochenen van de goden van de stad. 

Slide 3 - Diapositive

Persoon: Keizer Hadrianus (117-138). Groot bewonderaar van de Griekse cultuur. Hij belichaamde als 'Grieks' Romeinse keizer de eenheid van de klassieke cultuur. 
Muur van Hadrianus in Engeland.

Slide 4 - Diapositive

Document: Het wetboek van Justinianus. Romeinse wetboeken worden tot op de dag van vandaag met grote interesse door juristen bestudeerd, omdat de Romeinen de grondleggers van het recht zijn geweest. Het Corpus Iuris Civilis (verzamelboek van Burgerlijk Recht) van keizer Justinianus (r. 527-565) staat hierbij centraal. Het is zo'n belangrijk boek, omdat het belangrijkste uit alle eerdere Romeinse wetboeken over het recht erin is verzameld. 

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen
Invalshoek: cultuur

- De leerling kan voorbeelden van de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur herkennen en benoemen.
- De leerling kan de overeenkomsten en verschillen tussen de Griekse en Romeinse beeldhouwkunst en architectuur benoemen, herkennen en uitleggen.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Ionisch
Dorisch
Korintisch

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

De bewondering voor de Griekse (en later ook de Romeinse) kunst is altijd blijven bestaan en ging soms erg ver. De gevel van het Paleis op de Dam in Amsterdam is bijna een kopie van het Parthenon in Athene.

Slide 14 - Diapositive


Theater


  • Gespeeld in een halfrond theater
  • Alle rollen gespeeld door mannen
  • Gebruik van maskers voor gezichtsuitdrukkingen
  • Twee soorten toneelspelen: komedie en tragedie

Slide 15 - Diapositive

Komedie

  • Blijspel

  • Loopt goed af

Slide 16 - Diapositive

Tragedie


  • Treurspel

  • Loopt slecht af

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Vragen van betekenis
Is er een absolute norm voor schoonheid?
Is er een norm voor schoonheid? Een dominante en schijnbaar onuitroeibare gedachte achter de 'klassieke cultuur' is dat sommige vormen nu eenmaal beter zijn dan andere - daarom keren ze steeds terug, en daarom zijn ze 'klassiek'. 
In de Renaissance bestudeerden kunstenaars de klassieke cultuur op zoek naar de 'juiste' verhoudingen - Leonardo da Vinci en Albrecht Dürer bijvoorbeeld pasten de formule van de gulden snede toe in hun kunstwerken. Maar ook tal van andere klassieke vormen, zoals de combinatie van zuilen met timpaan en fries, lijken, afgaande op de geschiedenis van de bouwkunde, een zekere eeuwigheidswaarde te hebben. Zelfs in de moderne samenleving, waar diversiteit als een op zichzelf staande waarde geldt, lijken klassieke vormen nu eenmaal een norm op zichzelf geworden te zijn, of zou er in het menselijk oog toch zoiets als optimale harmonie - en daarmee een 'absolute norm voor schoonheid' - bestaan?

Slide 21 - Diapositive

Test jezelf

Slide 22 - Diapositive

Gebruik de bron.
- Noem de twee kenmerkende aspecten die passen bij deze bron.
- Leg uit waarom met behulp van de bron.

Slide 23 - Question ouverte