A.c.i. staat voor accusativus cum infinitivo. Hoe vertaal je een a.c.i.?
A
met een omdat-zin
B
met een opdat-zin
C
met een dat-zin
D
met een of-zin
1 / 30
suivant
Slide 1: Quiz
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
A.c.i. staat voor accusativus cum infinitivo. Hoe vertaal je een a.c.i.?
A
met een omdat-zin
B
met een opdat-zin
C
met een dat-zin
D
met een of-zin
Slide 1 - Quiz
Marcus roept triomfantelijk: "de school is vandaag gesloten!" Dit is:
A
directe rede
B
indirecte rede
Slide 2 - Quiz
Marcus roept triomfantelijk dat de school vandaag gesloten is. Dit is:
A
directe rede
B
indirecte rede
Slide 3 - Quiz
Lucius vraagt zich af of zij roept. Is dit een ACI?
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quiz
Je weet al dat de AcI gebruikt wordt voor de indirecte rede
Slide 5 - Diapositive
Lucius hoort dat hij roept. Is dit een ACI?
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quiz
De AcI vertaal je met een bijzin beginnend met 'dat', hierbij wordt...
A
de Acc het subject (onderwerp)
de Inf hoort bij het gezegde
B
de Acc het object (L.V.),
de Inf wordt de PV
C
de Acc het object,
de Inf hoort bij het gezegde
D
de Acc het subject,
de Inf wordt de PV
Slide 7 - Quiz
Wat is NIET waar? Een accusativus kan dus soms de functie hebben van een...
A
lijdend voorwerp
B
Subject (onderwerp)
C
Object (lijdend voorwerp)
D
Bijvoeglijke bepaling
Slide 8 - Quiz
Er komt een PW aan op
vrijdag 18 november
Hou de zaken bij en herhaal!
Slide 9 - Diapositive
Een infinitivus van het praesens is gelijktijdig. Dit betekent dat je de inf. praes. vertaalt ...
A
met een tegenwoordige tijd
B
in dezelfde tijd als de pv
C
met een verleden tijd
Slide 10 - Quiz
Een infinitivus van het perfectum is voortijdig. Dit betekent dat je de inf. perfectum vertaalt ...
A
met een tegenwoordige tijd
B
in dezelfde tijd als de pv
C
met een verleden tijd
D
met een tijd verder in de tijdlijn
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Even oefenen!
Slide 14 - Diapositive
Wat is de goede vertaling van 'Dixi te vincere'
A
Ik zeg dat jij overwint
B
ik heb gezegd dat jij overwint
C
ik heb gezegd dat jij overwon
D
ik zeg dat jij overwon
Slide 15 - Quiz
Wat is de goede vertaling van 'puto legatos venisse'
A
ik meen dat de gezanten gekomen zijn
B
ik meende dat de gezanten komen
C
ik meen dat de gezanten komen
D
ik meende dat de gezanten gekomen zijn
Slide 16 - Quiz
Vertaal de volgende zin: Audit verba bona.
Slide 17 - Question ouverte
Vertaal de volgende zin: Audit acta bona fuisse. (acta = daden)
Slide 18 - Question ouverte
Hoe heette het ook alweer? Vul aan: Bij een ACI geeft een infinitivus geen vaste tijd maar een.... aan
Slide 19 - Question ouverte
Laatste aanvulling
Slide 20 - Diapositive
Subjects -en objectsaccusativus
Soms heb je een AcI met daar in 2 accusativi.
Bijvoorbeeld:
audivimus Graecos urbem delevisse.
Wij horen dat de Grieken de stad verwoesten.
Hier zien we dus 2 accusativi: 'Graecos' en 'urbem'
In deze zin is 'Graecos' het onderwerp van de AcI, dit noemen we de Subjectsaccusativus. 'urbem' is een lijdend voorwerp in de AcI, dat noemen we de objectsaccusativus.
Slide 21 - Diapositive
Wat is de subjectsaccusativus? Quintus videt Flaviam cenam parare.
A
Flaviam
B
cenam
C
Quintus
Slide 22 - Quiz
Wat is de objectsaccusativus? Quintus videt Flaviam cenam parare.
A
Flaviam
B
cenam
C
Quintus
Slide 23 - Quiz
Wat is de a.c.i. in deze zin: audivi patrem te punire.
A
audivi t/m punire
B
audivi t/m te
C
patrem t/m punire
D
te t/m punire
Slide 24 - Quiz
Vertaal deze zin: Audivi patrem te punire.
Slide 25 - Question ouverte
Wat is de subjectsaccusativus in deze zin: Audivi patrem te punire.
A
audivi
B
patrem
C
te
D
punire
Slide 26 - Quiz
Wat is de a.c.i. in deze zin: Audiebam patrem fabulam naravisse.
A
audiebam t/m naravisse
B
patrem t/m naravisse
C
fabulam t/m naravisse
D
audiebam t/m fabulam
Slide 27 - Quiz
Vertaal de zin: Audiebam patrem fabulam naravisse.
Slide 28 - Question ouverte
Wat is de objectsaccusativus in deze zin: Audiebam patrem fabulam naravisse.