Wordbank practice trede 7
1 / 25
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
To book
A
lezen
B
boek
C
boeken
D
?
Slide 2 - Quiz
chance
A
kans
B
verandering
C
veranderen
D
?
Slide 3 - Quiz
guest
A
zoeken
B
spel
C
gast
D
?
Slide 4 - Quiz
important
A
importeren
B
dragen
C
belangrijk
D
?
Slide 5 - Quiz
to meet
A
vlees
B
meten
C
ontmoeten
D
?
Slide 6 - Quiz
message
A
massage
B
boodschap
C
boodschappen doen
D
?
Slide 7 - Quiz
reservation
A
reserveren
B
reservering
C
?
D
omgekeerd
Slide 8 - Quiz
to welcome
A
gedag zeggen
B
?
C
weggaan
D
welkom heten/verwelkomen
Slide 9 - Quiz
Next level: 'red'words'.
aankomen
aankomen
A
leave
B
to arrive
C
departure
D
?
Slide 10 - Quiz
to assist
A
hulp aanbieden
B
?
C
tandarts assistente
D
naast staan
Slide 11 - Quiz
beschikbaar
A
be there
B
confirm
C
available
D
?
Slide 12 - Quiz
to confirm
A
weigeren
B
doen
C
bevestigen
D
?
Slide 13 - Quiz
confirmation
A
bevestiging
B
conifeer
C
weigering
D
?
Slide 14 - Quiz
correspondentie
A
conversation
B
letter
C
coresspondance
D
correspondence
Slide 15 - Quiz
opportunity
A
teleporteren
B
toekomst
C
kans
D
?
Slide 16 - Quiz
ontvangen
A
to resief
B
to ricieve
C
to receive
D
to riesief
Slide 17 - Quiz
to take part in
A
iets pakken
B
delen
C
deelnemen aan
D
?
Slide 18 - Quiz
by the way
A
langs de kant van de weg
B
trouwens, nu ik eraan denk
C
op de weg
D
denken aan de weg
Slide 19 - Quiz
schattig
A
kjuute
B
cjoet
C
cute
D
cjute
Slide 20 - Quiz
zwembroek
A
swimming trunks
B
swimming trousers
C
swimming tanks
D
swim tracks
Slide 21 - Quiz
op tijd zijn
A
to be on the time
B
to be at time
C
to be in time
D
to time
Slide 22 - Quiz
idee
A
aydea
B
idear
C
idea
D
plan
Slide 23 - Quiz
besluiten
A
to dicaide
B
to dicide
C
to decide
D
?
