2. Niveau-indelingen

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

2. Niveau-indelingen

Heb je nog leervragen rondom niveau-indelingen?

Wanneer we indelen op ontwikkelleeftijd dan kijken we naar....

1. cognitieve ontwikkeling
2. aanpassingsvermogen
3. functioneren van een gemiddelde leeftijd
4. dit is geen indeling

• Cognitieve ontwikkeling  is indeling op IQ
• Aanpassingsvermogen dan kijken we het vermogen tot het verwerken van informatie. (o.a. ervaringsfasen) 

Wat is het nadeel van deze vorm van indelen?

Anne is zestien . Ze woont sinds vier jaar in een instelling. Volgend jaar gaat Anne waarschijnlijk verhuizen naar een woning in het dorp. Het plan is dat zij er met vijf anderen gaat wonen. De begeleiders gaan mee. De begeleiders proberen Anne eenvoudige verkeersregels te leren, zodat ze daar ook kan fietsen. Dat doet ze namelijk graag op het terrein van de instelling. Ze maakt dan vaak een praatje met mensen die ze tegenkomt. Ook proberen ze om Anne verbaal weerbaarder te maken, want ze wordt erg driftig als mensen niet aardig tegen haar doen. Ze reageert dit af door zichzelf te verwonden met krabben en slaan.

Onder welke categorie valt Linda?

1. Zeer ernstige verstandelijke beperking (IQ < 20 )
2. Ernstige verstandelijk beperking (IQ 20 -35)
3. Matige verstandelijke beperking (IQ 35 - 55)
4. Lichte verstandelijke beperking (IQ 55-70)

Zie voorbeelden ZorgPad, leerpad 1. 

Mensen met een matig verstandelijke beperking zijn in staat om eenvoudige dingen te leren. Ze kunnen leren wat wel en niet mag. Ze reageren vaak impulsief. Begeleiding is vooral gericht op voordoen en samendoen. Met goede begeleiding zij ze tot een groot aantal dingen in staat. 

Bekijk de uitleg op Youtube door op de link linksonderaan de afbeelding te klikken.

Als het licht in de gang aangaat en Freek om zijn moeder roept, weet Freek dat na een paar minuten een begeleider verschijnt die hem uit zijn bed haalt en hem met de lift in het lekkere warme bad laat zakken. Hij begint te kraaien van plezier. 

In welke ervaringsfase bevindt Freek zich volgens Timmer-Huigens?

1. de lichaamsgebonden
2. de associatieve
3. de structurerende
4. vormgevende

Welke ervaring staat centraal bij de associatief ervaren. ?

Janna is een beetje opgewonden. Ze snauwt haar tafelgenoten af bij het ontbijt en kijkt om de minuut op haar horloge. Ze moet namelijk voor een behandeling naar de mondhygiënist. Maar er is ook iemand jarig op haar werk. En die heeft gebakjes besteld voor bij de koffie, weet ze. Is ze voor koffietijd weer op haar werk? Zouden ze anders iets voor haar bewaren?

In welke ervaringsfase bevindt Janna zich volgens Timmer-Huigens?

1. de lichaamsgebonden
2. de associatieve
3. de structurerende
4. vormgevende

Welke ervaring staat centraal bij structurerende ervaringsfase?

Ernst kon bijna niet slapen vannacht, vertelt hij. Om half elf komt zijn broer hem ophalen om een computer te kopen in Rotterdam. Daar hebben ze een aanbieding: precies wat Ernst wil. De afgelopen twee jaar heeft hij bijna al z'n zakgeld opgespaard om zo'n computer te kunnen kopen. De games die hij erop wil spelen heeft hij al in huis. Nu nog een bluethooth controller, maar dat komt wel als hij volgende maand jarig is. 

In welke ervaringsfase bevindt Ernst zich volgens Timmer-Huigens?

1. de lichaamsgebonden
2. de associatieve
3. de structurerende
4. vormgevende

Welke ervaringen staan centraal in de vormgevende ervaringsfase?

Arina ligt op de mat. Er liggen een paar knuffels om haar heen. Ze kijkt naar een glazen zuil, gevuld met een roze vloeistof, waarin langzaam luchtbellen opstijgen. De grote bellen volgt ze met haar ogen. Af en toe tikt ze met haar vrije hand tegen een harige speelgoedaap. De aap beweegt en maakt geluiden. Er verschijnt een glimlachje op Arina's gezicht. 

In welke ervaringsfase bevindt Arina zich volgens Timmer-Huigens?

1. de lichaamsgebonden
2. de associatieve
3. de structurerende
4. vormgevende

Welke ervaring staat centraal bij de lichaamsgebonden ervaringsfase