H4 verzekeren & H7 par 1 & par 3

H4 verzekeren.
3Mavo H4 verzekeren & basisvorming 
01
Wat gaan we doen vandaag? 
  1. Opstart. Hoe werk je met procenten. Uitleg en oefenen.             (45 min) 


Lesdoelen, wat leer je in deze les. 
  • Je kunt met behulp van een stappenplan onderzoeken hoe je met procenten met rekenen. 
  • Je kunt met procenten een bepaald getal of bedrag uitrekenen. 
  • Je kunt een percentage berekenen met behulp van twee bedragen of getallen. 



1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H4 verzekeren.
3Mavo H4 verzekeren & basisvorming 
01
Wat gaan we doen vandaag? 
  1. Opstart. Hoe werk je met procenten. Uitleg en oefenen.             (45 min) 


Lesdoelen, wat leer je in deze les. 
  • Je kunt met behulp van een stappenplan onderzoeken hoe je met procenten met rekenen. 
  • Je kunt met procenten een bepaald getal of bedrag uitrekenen. 
  • Je kunt een percentage berekenen met behulp van twee bedragen of getallen. 



Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Rekenen met procenten stappenplan. 
  • Stap 1. Lees het verhaal. 
  • Loes verdient € 800,- per maand. Loes spaart daarvan 15%. Bereken hoeveel dit in €'s is. 
  • Stap 2. Wat willen we weten? 
  • Hoeveel is 15% van € 800,- 
  • Stap 3 Kies je manier van berekenen, wat willen we rekenen met procenten. 
  • Bij % kan dit op twee manieren. Verhoudingstabel of som 
  • Stap 4. Voer je berekening uit. Schrijf altijd je berekening op. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Met procenten een getal uitrekenen. Oefenen. 
  • Oefening 2. Samen: Pieter koopt een broek. Deze broek is € 75,- Hij krijgt 22% korting. Hoeveel euro korting krijgt Pieter? 

  • Oefening 3. Tweetallen: Alysha werkt en verdient € 2500,- per maand. Van haar inkomen gaat 18% op aan huur. Hoeveel euro betaald Alysha aan de huur? 

  • Oefening 4 Alleen: Leon koopt een auto van € 1250,- Hij krijgt op deze auto 13% korting. Hoeveel euro korting krijgt Leon? 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Je wil een percentage weten. Je weet wel de bedragen. 
  • Oefening 1 Samen: In de winkel koop je een tas van € 75,- Je krijgt € 7.50 korting. Hoeveel % korting krijg je? 
  • Oefening 2 samen: Je hebt een kortingsbon van €30,- voor een winkel. Je koopt voor € 125,- aan kleding. Hoeveel % korting krijg je met de kortingsbon? 

  • Oefening 3 Tweetallen: In de winkel kost een blikje cola van Coca cola € 1.24. Een blikje cola van eigen merk is € 0,19 cent goedkoper Hoeveel % goedkoper is het blikje eigen merk? 
  • Oefening 4 Alleen In de Jumbo worden in een week 1650 flessen cola verkocht. Van het huiswerk worden er 430 verkocht. Hoeveel % wordt er van het huismerk verkocht. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H4 verzekeren.
3Mavo H4 verzekeren & basisvorming 
02
Wat gaan we doen vandaag? 
  1. Oefenen met werken met procenten                                  (10 min) 
  2. Uitleg en samen oefenen verandering in bedrag en %     (20 min) 
  3. Omrekenen week < > maand                                                (15 min) 

Lesdoelen, wat leer je in deze les. 
  • Je kunt met behulp van het stappenplan, formule en berekening rekenen met procenten en getallen. 
  • Je kan een procentuele verandering berekenen met behulp van een formule 
  • Je kunt omrekenen van week naar maand en van maand naar week. 



Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Oefenen met procenten. 

Je gaat opnieuw oefenen met de beide formules/berekenen uit de vorige les.
Wat ga je doen 
  • Blz. 32 opdracht 1, 2, 6 & 8. Werk alles uit inclusief berekeningen .



Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Uitleg berekenen procentuele verandering 
In de winkel kost een T-Shirt vorig jaar nog € 15,- Een jaar later kost ditzelfde shirt € 20,-  Met hoeveel % is de prijs gestegen? 

  • Formule: (Let op de haakjes!) 
  • (20 - 15) : 15 x 100 = 33.3% De prijs is met 33,3% gestegen. 

  • Oefensom. 
  • Frans heeft een bedrijf. Hij koopt een product in voor € 125,- Hij verkoopt het product na bewerking voor € 145,- Met hoeveel % is de prijs gestegen? 
  • Ayla heeft een auto. Ze kocht de auto in 2012 voor €15.500. In 2024 verkoopt ze haar auto voor €8.000,- Hoeveel % is de auto minder waard geworden? 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Procentuele stijging of daling berekenen. 

Maak in stilte blz. 33 opdracht 11 en 13. 


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Omrekenen van week naar maand of maand naar week 



  • Voorbeelden 
  1.  Je betaald € 39,- voor de sportschool per week. Hoeveel is dit per jaar? 
  2. Voor gas en elektra betaal je €130,- per maand Hoeveel is dit per week?  

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H4 verzekeren.
3Mavo H4 verzekeren. 
03
Wat gaan we doen vandaag? 
  1. Uitleg over verzekeringen, oefenen en maken opdrachten          (45 min) 


Lesdoelen, wat leer je in deze les. 
  • Je kunt uitleggen wat een verzekering is en enkele voorbeelden van een verzekering noemen. 
  • Je kunt uitleggen wat premie is en de premie van een verzekering berekenen. 
  • Je kunt uitleggen wat eigen risisco is 
  • Je kunt verzekeringskosten berekenen met behulp van een formule. 



Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Verzekeren. Is dat nu echt nodig? Blz. 54/55 in je boek. 
  • Verzekeren. Tegen betaling van een maandelijks bedrag neemt een verzekeringsmaatschappij de finaniciële risico over van jou als verzekerde. .
  • Eigen risico. Een deel                                                                                              van de schade betaal je zelf 
  • Premie: maandelijks bedrag   

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Aan de slag. 

In je schrift maak je opdracht: 5 & 9 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H4 verzekeren.
3Mavo H4 verzekeren. 
04
Wat gaan we doen vandaag? 
  1. Bespreken opdrachten en oefenen met de verzekeringeren         (20 min) 
  2. Oefenen met indexcijfers                                                                  (15 min) 


Lesdoelen, wat leer je in deze les. 
  • Je kent verschillende verzekeringen 
  • Je kunt de verzekeringspremie berekenen. 
  • Je weet wat een indexcijfer is. 
  • Je kunt rekenen met indexcijfers. 



Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een inboedelverzekering is voor
A
De schade aan de buitenkant van je huis
B
Voor schade aan spullen in je huis
C
Voor schade aan mensen in of buiten de woning
D
Voor schade aan je auto

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het huis van Karen vliegt in de brand. Welke verzekering kan aanspreken voor de gelede schade?
A
Inboedelverzekering
B
Opstalverzekering

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Blz. 105 & 106. 
Je huis in de brand, en dan? 

  • Herbouwen. Dit wordt door je verzekering                                                                 grotendeels betaald = woonhuisverzekering
  • Bekijk de formule. 


  • Samen maken par 4.2 opdracht 7 
  • Oefenen: Malina neemt een woonhuis verzekering. Het premietarief is € 1.75 per € 1000,- verzekerd bedrag. Ze verzekert voor € 25,000. Bereken haar premie. 
  • Oefen nu zelf met opdracht 4b op blz. 122


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Rekenen met indexcijfers 

Boek blz. 107 & 123 

  • Maak nu zelfstandig opdracht 12 & 13. 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H4 verzekeren.
3Mavo H4 verzekeren. 
05
Wat gaan we doen vandaag? 
  1. Bespreken huiswerkopgaven                                     (10 min) 
  2. Werkles procenten en formules                                (35 min) 


Lesdoelen, wat leer je in deze les. 
  • Je kent verschillende verzekeringen en kan verzekeringspremie berekenen. 
  • Je kan indexcijfers berekenen 



Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Lekker aan de slag. 

Boek blz. 118 & 119 

  • Maak blz. 123 opdracht 12 & 13 
  • Maak opdracht 5, 6, 10, 11, 13a, 15, 16, 
  • Bekijk paragraaf 4.3 en maak opdracht 5 op blz. 110 en opdr 21 op blz. 119 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jochem sluit een verzekering af. Hij betaalt een premie van € 75,- per maand. De poliskosten bedragen € 7.50
Bereken de verzekeringskosten inclusief belasting van 21%
Geef je berekening

Slide 20 - Question ouverte

€ 99,83 
De herbouwwaarde van een huis is € 255,000. De jaarpremie bedraagd € 1.12 per € 1000,- Bereken de premie. Geef je berekening

Slide 21 - Question ouverte

€ 285, 60 
H4 verzekeren.
3Mavo H4 verzekeren. 
06
Wat gaan we doen vandaag? 
  1. Paragraaf 4. Uitleg en maken opdrachten.                                 (45 min) 


Lesdoelen, aan het einde van deze les: 
  • Kan je uitleggen wat een zorgverzekering is en uit welke onderdelen een zorgverzekering bestaat. 
  • Kan je uitleggen wat een zorgtoeslag is. 



Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Boek blz. 112 
  • Zorgverzekering: Een verzekering die de kosten van medische zorg vergoedt. 
  • Een zorgverzekering bestaat uit: 
  • blz. 113 Opdr 4 & 5

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Oefenen 
Bekijk de tabel hieronder. Geef antwoord op de vragen. 
  • Hieronder zie je de basisverzekering. Geef een verklaring waarom er premieverschillen zijn.





  • Jakob kiest voor de basis zeker verzekering. Bereken de premie die hij per jaar moet betalen. 
  • De basispremie is afgelopen jaar in prijs gestegen. De oude prijs was € 119,- Bereken met hoeveel % de verzekering is gestegen dit jaar. 

Slide 25 - Diapositive

€ 1523.40 

H4 verzekeren.
3Mavo H7 Wie heeft het voor het zeggen? 
07
Wat gaan we doen vandaag? 
  1. Samen lezen en uitleg par 7.1                     (30 min) 
  2. Aan de slag met opdr bij par 71.                 (15 min) 


Lesdoelen, aan het einde van deze les: 
  • Je kunt uitleggen welke twee sectoren er zijn. 
  • Je kunt begrippen als marktwerking, privatisering en innovatie uitleggen 
  • Je weet wat collectieve goederen zijn. 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Boek par 7.1 blz. 190 t/m 193 
Twee sectoren 
  1.  Particulieren sector: Alle bedrijven die gericht zijn op het maken van winst 
  2. Collectieve sector: Alle bedrijven die geen winst hoeven te maken. Vaak overheidsinstellingen. 

De overheid bestaat uit 
  1. De centrale overheid (rijksoverheid) 
  2. De lagere overheden. 
  • Innovatie: vernieuwing van een product. Elektrische scooter. 
  • Opdracht 2 blz. 190 

  • Maak nu zelf par 7.1 opdracht 6, 9 & 10 



Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H4 verzekeren.
3Mavo H7 Wie heeft het voor het zeggen? 
08
Wat gaan we doen vandaag? 
  1. Werken aan herhaling par 7.1                             (20 min) 
  2. Instructie par 7.2                                                 (15 min) 
  3. Werken aan de opdrachten van 7.2                    (15 min) 

Lesdoelen, aan het einde van deze les: 
  • Je kunt uitleggen welke twee sectoren er zijn en goederen bij een juiste sector plaatsen. 
  • Je kunt rekenen met gemiddelden en procenten. 
  • Je kunt uitleggen wat sociale zekerheid is en drie manieren van sociale zekerheid
      benoemen. 

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Oefenen en herhalen par 7.1 

Maak ter oefening en voorbereiding op blz. 208 en 209 opdracht 2 t/m 5 & 7. 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Paragraaf 7.2 sociale zekerheid. 

Blz. 194 opdracht 2 samen 
  • Sociaal minimum. Een bedrag wat je minimaal nodig hebt om van te kunnen leven. Bijvoorbeeld 
  1. Een werkloosheidsuitkering (WW) 
  2. Een ouderdomsuitkering (AOW) 
  3. Een arbeidongeschiktheidsuitkering (WIA) 
  • Wanneer je wel een baan hebt maar het niet helemaal red, heb je soms recht op toeslagen zoals: 
  1. Huurtoeslag 
  2. Zorgtoeslag 
  3. Kinderbijslag. 

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees blz. 195
Leg in eigen woorden uit wat het begrip solidariteitsbeginsel betekent.

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Blz. 197 en opdracht 7. 

Sociale zekerheid bestaat uit verschillende onderdelen 

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Aan de slag 

Maak par 7.2 opdracht 3, 5 & 6. 

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H4 verzekeren.
3Mavo H7 Wie heeft het voor het zeggen? 
09
Wat gaan we doen vandaag? 
  1. Herhalen en oefenen par 7.2                              (30 min) 
  2. Aan de slag met rekenopdrachten bij 7.2          (15 min) 


Lesdoelen, aan het einde van deze les: 
  • Je kunt uitleggen hoe de sociale zekerheid in Nederland geregeld is. 
  • Je weet welke drie manieren van sociale zekerheid er zijn. 
  • Je kunt uitleggen wat het solidariteitbeginsel is.  

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omschrijf in eigen woorden wat sociaal minimum is.

Slide 36 - Question ouverte

Minimum bedrag wat je nodig hebt om te kunnen leven 
Welke van de volgende omschrijvingen is geen volksverzekering?
A
WIA
B
AOW
C
ANW

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een van de grote verschillen tussen een werknemersverzekering en een volksverzekering is hoe ze betaald worden.
Wie betaalt de werknemersverzekering zoals een WW?

Slide 38 - Question ouverte

Dit betalen alle 'actieven' oftewel, alle werkenden. 
Peter verloor zijn hand tijdens zijn werk. Hierdoor is hij arbeidsongeschikt. Hij krijgt een WIA uitkering.

Onder welke vorm van sociale zekerheid valt de WIA?
A
Werknemersverzekeringen
B
Volksverzekering
C
Sociale voorziening

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je later ouder wordt en je gaat met pensioen krijg je een basis uitkering, een AOW

Onder welke vorm van sociale zekerheid valt de AOW?
A
Werknemersverzekeringen
B
Volksverzekering
C
Sociale voorziening

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nicole werd na 15 jaar ontslagen bij haar werk. Haar werk verdween naar het buitenland.

Welke sociale verzekering (uitkering krijgt ze nu)
A
Huurtoeslag
B
AOW
C
WW
D
WIA

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2

Maak op blz. 208 opdracht 9 t/m 12. 

Klaar? Kom ze aan mij laten zien. 

Opdracht daarna: Lees paragraaf 7.4 op blz. 202 t/m 205. 
Schrijf alle belangrijke begrippen voor jezelf op en noteer de betekenissen erachter als voorbereiding op de volgende les.  

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H4 verzekeren.
3Mavo H7 Wie heeft het voor het zeggen? 
10
Wat gaan we doen vandaag? 
  1. Video en uitleg par 7.4                              (20 min) 
  2. Aan de slag met opdrachten                     (25 min) 


Lesdoelen, aan het einde van deze les: 
  • Je kunt uitleggen wat de miljoenenota/rijksbegroting is. 
  • Je kunt uitleggen wat een begrotingstekort en begrotingsoverschot is. 
  • Je kunt een rijksbegroting aflezen. 

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Paragraaf 7.4. Wat geeft de overheid uit. 

  • Rijksbegroting. Overzicht (begronting) van de overheid van de inkomsten en uitgaven in een bepaald jaar. 
  • Miljoenennota. Stuk waarin de overheid uitlegt waarom ze bepaalde keuzen maken. 
  • Opdracht 3.  
  • Begrotingstekort. Wanneer de overheid teveel geld uitgeeft en te weinig ontvangt. 
  • Begrotingsoverschot. Wanneer de overheid meer geld ontvangt dan dat ze uitgeeft. 
  • Maak opdracht 5, 6, 9 & 10. . Denk aan de formule bij % berekenen. 

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H4 verzekeren.
3Mavo H4 verzekeren. 
HH
Wat gaan we doen vandaag? 
  1. Herhaling en oefenen met het hele hoofdstuk  4                  (45 min) 


Lesdoelen, aan het einde van deze les: 
  • Je weet wat een verzekering is en uit welke onderdelen een verzekering is opgebouwd. 
  • Je kunt uitleggen welke soorten verzekeringen er zijn: zorgverzekering, WA verzekering, all risk verzekering, inboedelverzekering, opstalverzekering 
  • Je weet wat het eigen risiso is 
  • Je kunt rekenen met de verschillende formules uit het boek. 


Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Oefenen. 
Gehele les: soms gezamenlijk, soms in tweetallen, soms alleen. We oefenen met bestaande en nieuwe opdrachten. 

Stappenplan: 
  1. Lees eerst de opgave. Kijk goed wat er gevraagd wordt. Noteer, omcirkel of schrijf het doel van de opdracht eventueel op. 
  2. Bedenk uit welke paragraaf de theorie komt. 
  3. Bedenk welke formule je nodig hebt. 
  4. Lees nog een keer goed de opdracht, bekijk het een enkelvoudige of meervoudige vraag is. (zit er een of twee vragen in de opdracht) 
  5. Schrijf altijd je berekening op. 

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Opdracht 1 (gezamenlijk) 
Bekijk het bronnenblad. Schrijf vraag en antwoord in je schrift. 
Rogier wil een autoverzekering afsluiten. Hij kiest voor de WA verzekering van Univé 
  1. Hoeveel premie betaalt Rogier per jaar? 
  2. Hoeveel % per maand is de WA + beperkt casco duurder dan WA verzekering? 
  3. De premie die je ziet is nog exclusief 21% belasting. Bereken de totale premie per maand. Schrijf ook de formule op die je gebruikt. 
  4. Na een half jaar komt er door een steentje een barst in de voorruit van de auto van Rogier. Is hij verzekert voor deze schade? Leg je antwoord uit. 

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Opdracht 2 (gezamenlijk) 
Lilly gaat een huis kopen met een herbouwaarde van € 320.000. Ze sluit een opstalverzekering af. De jaarpremie is € 1.78 per € 1000,- 
  1. Bereken de premie die Lilly per maand moet gaan betalen. 
  2. Hiernaast zie je de dekkingen die bij de                                                              verzekering horen. Door een storm                                                                          ontstaat er schade aan het dak. Is dit                                                                verzekert? Leg je antwoord uit. 
  3. Het eigen risico is € 85,-  Door een                                                                      inbraak is er schade ontstaan van                                                                                € 370,- Bereken hoeveel Lilly krijgt van                                                                      de verzekering. 

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV Pincode H2
Opdracht 3 (Tweetal) 
  1. In 2018 (basisjaar) was je huis verzekert voor een waarde van € 285.000. In 2024 is het indexcijfer voor je huis 107. Bereken de geindexeerde herbouwaarde voor je woning. 
  2. De inboedel van Cristien was in het basisjaar € 35.000,- waard. Elk opeenvolgend jaar zal het indexcijfer met 1 omhoog gaan. 2 jaar na het basisjaar is dus 102 enz. Als het basisjaar 2002 was. Hoe hoog is het indexcijfer nu? 
  3. Bereken met behulp van vraag 2 hierboven de nieuwe waarde van de inboedel. 
  4. In het basisjaar was de waarde van de inboedel € 26.500. Een aantal jaren later is de waarde € 29.680. Bereken het indexcijfer. 
  5. Laat met behulp van de formule van index berekenen zien of je antwoord bij opdracht 4 klopt. 



Slide 51 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions