proefwerk 2 elektriciteit, oefenopdrachten voor de toets

oefenopdrachten voor de toets
  • Telefoon in de telefoontas
  • Ga zitten volgens de plattegrond
  • Pak je schrift en je pen.
  • Maak de startopdracht.
Havo 2 proefwerk 2 Elektriciteit
H2E
H2F
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

oefenopdrachten voor de toets
  • Telefoon in de telefoontas
  • Ga zitten volgens de plattegrond
  • Pak je schrift en je pen.
  • Maak de startopdracht.
Havo 2 proefwerk 2 Elektriciteit
H2E
H2F

Slide 1 - Diapositive

Starter for ten (3 minuten)
Een accu heeft een capaciteit van 2900 mAh. De spanning van de accu is 3,7 V. Joris gebruikt deze accu in zijn mp3-speler. Door de mp3-speler gaat een stroom van 0,1 A.
  • Bereken na hoeveel uur Joris de accu weer moet opladen.
  • Bereken hoe groot het vermogen van zijn mp3-speler is.
I = 0,1 A = 100 mA
C = I · t
2900 = 100 · t
t = 2900 : 100 = 2,9 uur
P = U · I
I = 0,1 A
U = 3,7 V
P=3,7×0,1=0,37W

Slide 2 - Diapositive

Spullen bij je.
  1. boek
  2. schrift
  3. rekenmachine
  4. pen/potlood
  5. geodriehoek of liniaal
  6. huiswerk gemaakt

Slide 3 - Diapositive

Doelen van deze les

  • Oefenvragen voor de toets

Slide 4 - Diapositive

De oplaadbare batterij uit het plaatje levert een spanning van 1,2 V. De batterij wordt gebruikt in een zaklantaarn die een vermogen van 2,4 W heeft.


  • Bereken hoe groot de stroomsterkte door de zaklantaarn is.
  • Lees uit de figuur af hoe groot de capaciteit van de batterij is.
  • Bereken na hoeveel tijd de batterij weer opgeladen moet worden.

Slide 5 - Diapositive

De oplaadbare batterij uit het plaatje levert een spanning van 1,2 V. De batterij wordt gebruikt in een zaklantaarn die een vermogen van 2,4 W heeft.
  • Bereken hoe groot de stroomsterkte door de zaklantaarn is.
P = U x I
Vraag: I = ?

Gegevens:
P = 2,4 W
U = 1,2 V

2,4 = 1,2 x I

I = 2,4 : 1,2
I = 2 A

Slide 6 - Diapositive

De oplaadbare batterij uit het plaatje levert een spanning van 1,2 V. De batterij wordt gebruikt in een zaklantaarn die een vermogen van 2,4 W heeft.
  • Lees uit de figuur af hoe groot de capaciteit van de batterij is.

C = 2700 mAh

Slide 7 - Diapositive

De oplaadbare batterij uit het plaatje levert een spanning van 1,2 V. De batterij wordt gebruikt in een zaklantaarn die een vermogen van 2,4 W heeft.

  • Bereken na hoeveel tijd de batterij weer opgeladen moet worden.

C = I x t
Vraag: t = ?

Gegevens:
C = 2700 mAh  (zie het plaatje)
I = 2 A = 2000 mA (de eerste vraag)

2700 = 2000 x t

t = 2700 : 2000
t = 1,35 h

Slide 8 - Diapositive

Milan wil weten welke batterijen hij het beste kan gebruiken in zijn camera. Op de website vindt hij daar informatie over. Zie de figuur. De camera van Milan werkt alleen als de spanning hoger is dan 1 V.

  • Welke batterij kan hij het beste uitkiezen?

Milans mp3-speler werkt nog bij een spanning van 0,5 V.

  • Welke batterij is het meest geschikt voor zijn mp3-speler?

Slide 9 - Diapositive

Het beeldscherm van Franks computer werkt op een spanning van 12 V. Als het beeldscherm aan staat, is de stroomsterkte 2,0 A.

  • Bereken hoe groot het vermogen van het beeldscherm is.
  • Bereken hoeveel energie het beeldscherm gebruikt in 2 uur tijd


P = U · I
U = 12 V
I = 2,0 A
P=12×2,0=24W
E =P.t
P=24W
t=2h
2x3600=7200s
E=24x7200
E=172800J

Slide 10 - Diapositive

Opdracht 36
Bekijk de schakeling in de figuur. Alle lampjes zijn identiek.

  1. Welke lampjes gaan uit als je lampje 1 losdraait?
  2. Welke lampjes gaan uit als je lampje 2 losdraait?
  3. Welke lampjes gaan uit als je lampje 3 losdraait?
  4. Welke lampjes gaan uit als je lampje 4 losdraait?
  5. Waarom brandt lampje 1 het felst?

  1. lampje 1, 2, 3, 4
  2. lampje 2 en 3
  3. lampje 2 en 3
  4. lampje 4
  5. omdat alle stroom ook door lampje 1 moet en daarna zit de vertakking

Slide 11 - Diapositive

Doelen van deze les

  • Oefenvragen voor de toets

Slide 12 - Diapositive

Huiswerk
Leren hoofdstuk 5 voor de toets

Slide 13 - Diapositive