H3 periode 3 week 12

H3 English Term 3
week 12
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

H3 English Term 3
week 12

Slide 1 - Diapositive

Engels H3B instructie
  • Eerst instructie groep A in lokaal
  • Daarna instructie groep B in lokaal

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Periode 3 

Holmwoods (2x)  deadline = a.s. za. 27 maart 

Test Grammar (3x) Tussenweek (= week 29 maart - 1 april)

Slide 4 - Diapositive

Test Grammar (3x) in Tussenweek
  • present simple
  • past simple
  • present perfect
  • word order
  • irregular verbs

Slide 5 - Diapositive

Present Simple

Slide 6 - Diapositive

Wanneer gebruik je de Present Simple?

- feit
- gewoonte
-regelmatig terugkerende gebeurtenis


Tijdsbepaling die aangeeft hoe vaak iets gebeurt.
always, never, ever, sometimes, usually

Slide 7 - Diapositive

 Hoe maak je de Present Simple?

  • Gebruik het hele werkwoord, behalve bij... 
  • De SHIT regel: bij She/He/IT -> werkwoord + s
  • Vraagzin                   -> gebruik do/does + hele werkwoord
  • Ontkennende zin -> gebruik don't/doesn't + hele werkwoord


She likes chocolate.  

She doesn't like homework at all.

Slide 8 - Diapositive



Slide 9 - Diapositive

Fill in the Present Simple:

She usually ______ (fall) asleep in class.
A
falls
B
fall

Slide 10 - Quiz

Fill in the Present Simple:

We _____ (not, want) to see them naked.
A
don't want
B
want not
C
D
didn't want

Slide 11 - Quiz

Fill in the Present Simple:

__________ (want, he) to go home?
A
does he wants
B
wants he
C
does he want

Slide 12 - Quiz

Past Simple
  • De Past Simple gebruik je voor alles dat afgelopen is.
  • Signaalwoorden: yesterday, last night, in 1982, etc.

  • Regelmatig werkwoord: w.w. plus -ed  (walked, travelled, laughed)
  • Onregelmatige werkwoorden moet je kennen/leren. 
       (b.v.: go - went en do - did)





Slide 13 - Diapositive

I ............... (go) to her party yesterday.
A
went
B
go

Slide 14 - Quiz

.................. (you, learn) for the test last week?
A
Learned you
B
Did you learn
C
Did you learned

Slide 15 - Quiz

Present Perfect
  • In het verleden begonnen, en nu nog bezig of belangrijk.
have/has + voltooid deelwoord
                         - regelmatig w.w. -> w.w. plus -ed
                         - onregelmatig w.w. -> 3e rijtje (b.v. gone, seen)

He has walked for hours.
I have seen him before. 

Slide 16 - Diapositive

I .................. (see) this movie before.
A
saw
B
have seen

Slide 17 - Quiz

She .................. (see) this movie before.
A
saw
B
have seen
C
has seen

Slide 18 - Quiz

Word order
Zinsvolgorde Engelse zin:

Wie - wat - waar - wanneer

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Word order
Een zin kan uit 5 onderdelen bestaan. Zet deze in de juiste volgorde
Wie
Doet
Wat/wie
Waar 
Wanneer

Slide 23 - Question de remorquage

Sleep de woorden in de juiste volgorde om een goede zin te maken.
school
cycle
I
always
to
mother
the
my
never
dishes
washes

Slide 24 - Question de remorquage

Zet de woorden in de juiste volgorde
much
is
how
it
altogether

Slide 25 - Question de remorquage

Check the list & make sure you know them. 

Slide 26 - Diapositive

Weektaak Engels
  1. Doe deze LessonUp
  2. Do Weektaak & check your answers
  3. Finish Holmwoods


Slide 27 - Diapositive