Grammar Tenses

Grammar Tenses
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Grammar Tenses

Slide 1 - Diapositive


Present Simple & Present Continuous

Slide 2 - Diapositive

Wanneer gebruik je de Present Simple?

- feit
- gewoonte
-regelmatig terugkerende gebeurtenis

(b.v. always, never, ever, sometimes, usually)


She usually goes to school at 8.00 o'clock.

We visit my uncle every year.


Slide 3 - Diapositive

 Hoe maak je de Present Simple?

  • Gebruik het hele werkwoord, behalve bij... 
  • De SHIT regel: bij She/He/IT -> werkwoord + s
  • Vraagzin                   -> gebruik do/does + hele werkwoord
  • Ontkennende zin -> gebruik don't/doesn't + hele werkwoord


She likes chocolate.  

She usually doesn't like homework at all.

Slide 4 - Diapositive



Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Past Simple and Past Continuous

Slide 9 - Diapositive

Past Simple
  • De Past Simple gebruik je voor alles dat afgelopen is.
  • Signaalwoorden: yesterday, last night, in 1982, etc.

  • Regelmatig werkwoord: w.w. plus -ed  (walked, travelled, laughed)
  • Onregelmatige werkwoorden moet je kennen/leren. (3e rijtje)
       (b.v.: go - went en do - did)





Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Past Continous en Past Simple




Past Continuous = al aan de gang (lang)
Past Simple = iets gebeurde (kort)

Slide 12 - Diapositive


Present Perfect

Slide 13 - Diapositive

Present Perfect
  • In het verleden begonnen, en nu nog bezig of belangrijk.
have/has + voltooid deelwoord
                         - regelmatig w.w. -> w.w. plus -ed
                         - onregelmatig w.w. -> 3e rijtje (b.v. gone, seen)

He has walked for hours.
I have seen him before. 
I can't find my keys. I have lost them. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Word order
Zinsvolgorde Engelse zin:

Wie - wat - waar - wanneer

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive