Taal thema Televisie les 2

1 / 7
suivant
Slide 1: Vidéo
TaalBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 7 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Waarom zijn woorden en uitdrukkingen die je op televisie hoort bij veel mensen bekend?

Slide 2 - Question ouverte

Tekst
Als het spannend wordt
Als je voor iets wilt gaan
Als je iemand wilt begroeten
Als je grappig wilt zeggen dat je iets oneerlijk vindt
Als je iemand een compliment wilt geven
Gaan met die banaan
Goeiemoggel!
Applaus voor jezelf
Zij zijn groot en ik is klein en da's niet eerlijk
Licht uit, spot aan

Slide 3 - Question de remorquage

Ik vind het leuk om woorden en uitdrukkingen van tv-programma's te gebruiken
Ja, dat vind ik leuk
Nee, dat vind ik niet leuk

Slide 4 - Sondage

Wanneer je woorden of uitdrukkingen uit een tv-programma gebruikt weet iedereen wat je ermee bedoelt.
Ja, dat is zo
Nee, dat is niet zo

Slide 5 - Sondage

Kijk eens in je bronnenboek.
Welke woorden/uitdrukkingen ken je nog niet?

Hoe komt dat?

Slide 6 - Diapositive

Opdracht:
Ik maak zo groepjes van 3 of 4 kinderen. 
Maak samen een toneelstukje van maximaal 4 minuten en gebruik minimaal 3 woorden of uitdrukkingen uit het bronnenboek.
Jullie krijgen 5 minuten om het toneelstukje te bedenken.
Daarna gaan we het aan elkaar laten zien.

Slide 7 - Diapositive