Les 3a

¡Bienvenid@s!

Yo soy señora Van Reeuwijk


1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

¡Bienvenid@s!

Yo soy señora Van Reeuwijk


Slide 1 - Diapositive

¿Qué vamos a hacer hoy?
Wat gaan we doen vandaag?

1. Repasar: el vocabulario + los artículos
2. Corregir: los deberes
3. Aprender: los números


Slide 2 - Diapositive

Los deberes para el miércoles
Estudiar (leren): StudyGo 1.1 y 1.2
+ fuente D (libro de texto) + aantekeningen

Hacer (maken): ejercicios 8, 9 y 10 
(p. 13-14, libro de ejercicios)

Slide 3 - Diapositive

El vocabulario (1.1 y 1.2)
Schrijf de vertalingen op van de woorden die worden genoemd.

Slide 4 - Diapositive

El vocabulario (1.1 y 1.2)
Kijk de antwoorden van je buurman/buurvrouw na!


1
En jij?
¿Y tú?
6
goedendag
buenos días
2
ik heet
me llamo
7
ook
también
3
jij gaat
vas
8
groot
grande
4
Wie ben jij?
¿Quién eres?
9
de broer
el hermano
5
het zwembad
la piscina
10
de dorpen
los pueblos

Slide 5 - Diapositive

Repaso: los artículos
Zet deze woorden in het meervoud. Voeg ook het bepaalde lidwoord toe, zowel in enkelvoud als in meervoud.

1. ... banco -->
2. ... hermana --> 
3. ... cantidad --> 

Slide 6 - Diapositive

Los deberes para el miércoles

Hacer (maken): ejercicios 8, 9 y 10 
(p. 13-14, libro de ejercicios)

--> zelf nakijken, de antwoorden staan op GC

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Diapositive

¿Cuál es tu numero de teléfono?
Mi número es el 06-...…..
Opdracht
1. Schrijf jouw telefoonnummer op
2. Lees het in het Spaans voor aan een klasgenoot
3. Deze klasgenoot schrijft op wat hij hoort
4. Klaar? Controleer samen of het klopt
5. Wissel van rol!

Slide 10 - Diapositive

Los deberes para mañana
Estudiar (leren): StudyGo 1.2 + fuente H

Hacer (maken): ejercicio 19
(de luisterfragmenten staan op GC)
+ huiswerk van vandaag zelf nakijken!

Slide 11 - Diapositive

Repaso: los artículos
Vertaal deze woorden. 
Let goed op het geslacht en op de lidwoorden!

1. een stad
2. de broers
3. de tent
4. een paar vriendinnen

Slide 12 - Diapositive