Past Continuous - Past Simple

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 2

Past continuous

Kijk eens naar de volgende zinnen. Hoe maak je de past continuous?

- I was dreaming of a holiday in Spain.

- We were drinking a cup of coffee.

- She was eating a pepperoni pizza.

- They were visiting their grandma.

Vorm

Voor een juiste 'past continuous' heb je dus nodig:

was/were                 +                     ww       + ing

was: I, he, she, it

were: you, we, they

Het betekent dus dat je 'een tijdje iets aan het doen was'.

Spellingregels

Er zijn een paar spellingregels. Eigenlijk ken je die al:

- stop - stopping: 

bij een korte klinker verdubbelt de medeklinker.

- live - living: 

eindigt een werkwoord op een e, dan verdwijnt deze bij de -ing vorm.

Wat is het goede antwoord:
The children ______ (play) in the garden for a little while this afternoon.

1. playing
2. was playing
3. were playing
4. played

The dog ______ (sleep) in the basket.

1. sleeping
2. was sleeping
3. were sleeping
4. slept

The boy _______ (read) a book

1. readed
2. was reading
3. were reading
4. reading

They _____ (drink) a glass of juice.

1. drank
2. was drinking
3. were drinking
4. drinking

Maak nu zelf de juiste vorm.
I ______ (walk) to school.

The girl ____ (write) a letter.

My father _____ (sit) in the sun.

Questions????

Past simple en Past continuous

Soms moet je ook kiezen tussen een past simple en een past continuous.

Past simple: iets gebeurde in het verleden, maar het is niet belangrijk hoe lang dat duurde.

Past continuous: iets gebeurde in het verleden en het duurde een tijdje. Het was een tijdje aan-de-gang.

Past Simple/continuous

Past simple:                         ww +ed        OF                rijtje 2 onr. ww

past continuous:         was/were          +           ww  + ing

Soms was iets een tijdje bezig en toen gebeurde er plotseling iets anders (kijk goed naar het woordje 'when').

I WAS READING a book when the doorbell RANG.

She WAS SLEEPING when her brother BARGED into the room.

Past Simple/continuous

past continuous:         was/were          +           ww  + ing

Soms waren er 2 dingen tegelijkertijd bezig. Je gebruikt dan het woordje 'while' i.p.v. when.

I WAS READING a book while my my mum WAS COOKING.

She WAS SLEEPING while they WERE WATCHING tv.

Past Simple + Past Continuous
Charlie ........... (hide) in the closet when Lola ........... (find) him.

I .... (make) dinner, when the phone ... (ring)

1. was making, ringed
2. made, was ringing
3. was making, rang
4. maked, was ringing

Past Simple / Past Continuous
What ___ Leo ___ (do) when you ___ (call) him yesterday?

Past Simple <> Past Continuous
I _____ (to break) my hand when I was boxing.

Tom was getting dressed, while his girlfriend........(put on) make-up.

Past simple / Past continuous
We ...(have) dinner when the doorbell (ring).