Unterrichtswoche 2 Les 2 - Vokabeln (Sprechen)

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

4V - Kapitel 3 - Stunde 2

L. Peute

Sport und Kultur

Inhalt dieser Stunde

1. Startopdracht

2. Starke Verben im Präteritum und im Perfekt

3. An die Arbeit 

Ziel(e):

• Du kannst die starken und schwachen Verben im Präteritum und im Perfekt konjugieren.
• Je kunt in het kort zaken uitleggen en toelichten.
• Je kunt alternatieven vergelijken en tegenover elkaar stellen.
• Je kunt bespreken wat er gedaan kan worden en wat er kan worden gekozen.

Startopdracht

• Starke Verben im Präsens, im Präteritum und im Perfekt
• Kontrolle: S. 244-246. Verbessere deine Antworten mit einer anderen Farbe.
  

Präteritum / Perfekt

Wanneer gebruik je het Präteritum (o.v.t.), wanneer het Perfekt (voltooid deelwoord) ?

- beschrijven allebei iets dat in het verleden is gebeurd

Präteritum / Perfekt

Wanneer gebruik je het Präteritum (o.v.t.), wanneer het Perfekt (voltooid deelwoord) ?

- beschrijven allebei iets dat in het verleden is gebeurd

-> eigenlijk geen echt verschil

Präteritum / Perfekt

Wanneer gebruik je het Präteritum (o.v.t.), wanneer het Perfekt (voltooid deelwoord) ?

- beschrijven allebei iets dat in het verleden is gebeurd

-> eigenlijk geen echt verschil

--> geschreven taal (Präteritum), gesproken taal (Perfekt)

--> haben / sein + Modalverben meestal Präteritum

Perfekt

Hoe maak je het voltooid deelwoord van werkwoorden?

Voltooid deelwoord van zwakke ww

Het voltooid deelwoord (das Partizip) wordt in het Duits gevormd door: ge + stam + t:

> Wir haben es gestern schon gehört. Hast du das für uns gemacht?

Het voltooid deelwoord van werkwoorden op -ieren wordt gevormd door: stam + t:

> fotografieren – Was hast du fotografiert?

> trainieren – Gestern haben wir lange trainiert.

Het voltooid deelwoord van werkwoorden be- of ver- (niet scheibare werkwoorden) wordt gevormd door: stam + t

> versorgen – Er hat die Katze versorgt.

> besuchen – Wir haben das Kino besucht.

Voltooid deelwoord van sterke ww

Regel: (vaak) ge + stam* + en

*klinkverandering

Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden (gelaufen, gesehen) vind je in de lijst van sterke werkwoorden in paragraaf 6.4. Voor de oefeningen bij D vind je de vormen ook in de woordenlijst (Lernlisten) van Kapitel 3.

> Ich habe lange geschlafen.

> Ich habe zum Frühstück Müsli gegessen.

of

makkelijk

saai

leuk

dom, stom

de gitaar

de hobby

het drumstel

moeilijk

de vakantie

leicht

langweilig

die Ferien

das Hobby

das Schlagzeug

oder

die Gitarre

leuk

schwierig

blöd

Teil D

Mache: Aufgaben 19-23

Wie lange? 20 Minuten

Fertig? Aufgabe C 18

Je kunt het voltooid deelwoord van zowel zwakke als sterke werkwoorden maken.

😒🙁😐🙂😃

Hausaufgaben für nächste Woche:

Als je de opdrachten uit deze les niet af hebt..

Kapitel 3 - TEIL C (leerroute 1 online t/m 15 af) + D (t/m 23)