Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Unterrichtswoche 2 Les 1 - Starke Verben v.t. (Grammatik /Idiom)
Vervoeging sterke werkwoorden o.v.t.
1 / 38
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Cette leçon contient
38 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Vervoeging sterke werkwoorden o.v.t.
Slide 1 - Diapositive
Inhalt dieser Stunde
1. Idiom
- Wiederholung
2.
Starke Verben
im
Präteritum
und im
Perfekt
3.
An die Arbeit
Ziel(e):
Du kannst die starken Verben im Präteritum und im Perfekt konjugieren.
Du weißt was Chuzpe bedeutet.
Slide 2 - Diapositive
Weißt du noch?
Wortschatz
Pro Frage hast du 20 Sekunden Zeit!
Slide 3 - Diapositive
1/6 Übersetze: aus Versehen
Ein Radfahrer fährt aus Versehen über die Münzen.
timer
0:20
Slide 4 - Question ouverte
2/6 Übersetze: belebt
Die Münzen lagen in einer belebten Straße.
timer
0:20
Slide 5 - Question ouverte
3/6 Übersetze: Obdachlose
Die Jugendlichen helfen dem Obdachlosen, das Geld aufzusammeln.
timer
0:20
Slide 6 - Question ouverte
4/6 Übersetze:
Begründung
timer
0:20
Slide 7 - Question ouverte
5/6 Übersetze:
Erläuterung
A
redengevend
B
verscherping
C
toelichting
D
gevolgtrekking
Slide 8 - Quiz
6/6 Übersetze: sich auseinander setzen
Viele Leute setzen sich mit dem Kunstprojekt auseinander.
A
zich beklagen over
B
zich bezighouden met
C
deelnemen aan
D
bekijken
Slide 9 - Quiz
Starke Verben
Slide 10 - Diapositive
Wiederholung o.t.t.
Leerdoel vorige les:
Je kunt de sterke werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen.
1. Wir ... (verhuizen) im Februar.
2. Unser neuer Torwart ... (vangen) jeden Ball.
3. Im Urlaub ... (slapen) du in einem Zelt.
4. ... (eten) er gern in einem Restaurant?
5. ... (zien) du dir das Spiel im Fernsehen an?
Slide 11 - Diapositive
Hoe maak je de verledentijd
van de zwakke werkwoorden?
Slide 12 - Carte mentale
Onvoltooid verleden tijd
zwakke werkwoorden
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
kaufen
kauf
te
kauf
te
st
kauf
te
kauf
te
n
kauf
te
t
kauf
te
n
warten
wart
e
te
wart
e
te
st
wart
e
te
wart
e
te
n
wart
e
te
t
wart
e
te
n
zeichnen
zeichn
e
te
zeichn
e
te
st
zeichn
e
te
zeichn
e
te
n
zeichn
e
te
t
zeichn
e
te
n
Slide 13 - Diapositive
Sterke werkwoorden in de verleden tijd
(Schrijf op in je schrift!)
Sterke werkwoorden veranderen in de
verleden tijd
van
klank
.
Je vervoegt de sterke werkwoorden met de
stenten
-regel.
Beispiel
:
slapen: schlafen (er schläft - er schlief - geschlafen)
ich schl
ie
f
--
du schl
ie
f
st
er schl
ie
f
--
wir schl
ie
f
en
ihr schl
ie
f
t
sie/Sie schl
ie
f
en
Slide 14 - Diapositive
Stappenplan
Stap 1:
Wat is de stam van het werkwoord in de verleden tijd?
Stap 2:
Welk persoonlijk voornaamwoord staat er in de zin?
Stap 3:
Waarop eindigt de stam van de verleden tijd?
-d/-t
-s, -ss, -z, -ß
of anders?
Stap 4:
uitgang erachter plakken!
Slide 15 - Diapositive
Welke uitgang komt er achter de stam van de verleden tijd?
regel
(sprechen)
stam op -d/t
(finden)
stam op -s, -ss, -z of - ß
(lesen)
ich
sprach
fand
las
du
sprach -
st
fand -
est
las -
t
er/sie/es
sprach
fand
las
wir
sprach -
en
fanden
las -
en
ihr
spracht -
t
fand -
et
las -
t
sie/Sie
sprach -
en
fand -
en
las -
en
Slide 16 - Diapositive
Übung
macht den
Meister
!
Was? Maak de opdracht in LessonUp.
Op de dia's staat aangegeven waar je deze les aan gaat werken.
Niet af? Dan huiswerk
timer
25:00
Slide 17 - Diapositive
1/8 Ergänze die Verben im Präteritum.
Wir (gehen) früher immer zusammen nach Spanien
A
gehten
B
gingen
C
gangen
D
ginget
Slide 18 - Quiz
2/8 Ergänze die Verben im Präteritum.
Wieso (schlafen) ihr so lang?
A
schlieft
B
schlaft
C
schläft
D
schlif
Slide 19 - Quiz
3/8 Ergänze die Verben im Präteritum.
(halten) ihr die Flagge lang hoch?
Slide 20 - Question ouverte
4/8 Ergänze die Verben im Präteritum.
Frau Müller, (trinken) Sie gestern Rotwein?
Slide 21 - Question ouverte
5/8 Ergänze die Verben im Präteritum.
Du (finden) die Rose schön, oder?
Slide 22 - Question ouverte
6/8 Ergänze die Verben im Präteritum.
(lesen) du vorgestern die Zeitung?
Slide 23 - Question ouverte
7/8 Ergänze die Verben im Präteritum.
Das Kind (schneiden) sich in seinen Finger.
Slide 24 - Question ouverte
8/8 Ergänze die Verben im Präteritum.
Gestern (springen) er ins Wasser.
Slide 25 - Question ouverte
Ik snap de theorie over de verleden tijd van de sterke werkwoorden
Ja!
Fast: ich brauche noch mehr Übung.
Ich möchte, dass die Dozentin mir hilft.
Slide 26 - Sondage
Ik snap de theorie over de verleden tijd van de sterke werkwoorden
A
JA
B
NEE
C
BIJNA
Slide 27 - Quiz
Bildung des Perfekts
Wie bilden wir das Perfekt?
Hilfsverb:
haben
oder
sein
> werkwoorden hebben en zijn.
Partizip (
voltooid deelwoord
):
ge- + Stamm + -t
(regelmäßige Verben)
ge- + Stamm + -en
(unregelmäßige Verben & Vokalwechsel)
informier + t
(endung auf -ieren)
Slide 28 - Diapositive
das Partizip Perfekt
Ich
bin
zum Supermarkt
gefahren
(sterk).
Ich
habe
in Amsterdam
gewohnt
(zwak).
Ich
habe
vier Eis
gegessen
(sterk).
Heute
habe
ich viel
trainiert
(zwak).
Slide 29 - Diapositive
1/6 Vul de ontbrekende vorm in:
laufen - ...... - gelaufen
Slide 30 - Question ouverte
2/6 Vul de ontbrekende vorm in:
finden - fand - ......
Slide 31 - Question ouverte
3/6 Vul de ontbrekende vorm in:
schwimmen - schwamm - ......
Slide 32 - Question ouverte
4/6 Vul de ontbrekende vorm in:
essen - aß - ....
Slide 33 - Question ouverte
5/6 Vul de ontbrekende vorm in:
stehen - stand - gestanden
Slide 34 - Question ouverte
6/6 Vul de ontbrekende vorm in:
anrufen - rief an - ......
Slide 35 - Question ouverte
Gibt es Fragen?
Vielen Dank für eure Aufmerksamkeit!
Bis zum nächsten Mal!!
Slide 36 - Diapositive
Und jetzt noch mehr üben!
Ga naar de site
Verbuga
Oefen met de sterke werkwoorden in de
Präteritum.
Slide 37 - Diapositive
Lesdoel behaald?
Ik kan de sterke werkwoorden in de verleden tijd vervoegen.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 38 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
4V Woche 5.2: Starke Verben v.t. (Grammatik /Idiom)
Janvier 2024
- Leçon avec
44 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Unterrichtswoche 2 Les 1 - Starke Verben v.t. (Grammatik /Idiom)
Juin 2023
- Leçon avec
41 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Starke Verben im Präsens
Juin 2023
- Leçon avec
38 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
4V Stundenvorbereitung Woche 24: Starke Verben + Konjunktiv II
Juin 2023
- Leçon avec
45 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
3H NK Kapitel 3: Unterwegs
Janvier 2024
- Leçon avec
41 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Kapitel 1-3
Septembre 2021
- Leçon avec
34 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
4 HAVO Präsens schwache Verben
Novembre 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
V4 Wiederholung Grammatik Kapitel 2 C Modalverben
Janvier 2022
- Leçon avec
42 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4