Herhaling Thema 2 LM1A

Herhaling Thema 2
Organen en Cellen
Stof voor toets:
  • Basisstof 1 (2.1)
  • Basisstof 2 (2.2)
  • Basisstof 3 (2.3)
  • Basisstof 4 (2.4)
  • Basisstof 5 (2.5)
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhaling Thema 2
Organen en Cellen
Stof voor toets:
  • Basisstof 1 (2.1)
  • Basisstof 2 (2.2)
  • Basisstof 3 (2.3)
  • Basisstof 4 (2.4)
  • Basisstof 5 (2.5)

Slide 1 - Diapositive

Leren & Oefenen
  • Biologie voor jou: boek & online (test jezelf)
  • Materiaal in studiewijzer
  • Lessonup herhalingsquiz in studiewijzer (Week 50)
  • Online oefentoetsen (klik hier)
  • Samenvatting (op papier en digitaal in studiewijzer Week 50)

Slide 2 - Diapositive

Wat is een orgaan?
A
een deel van je lichaam
B
een deel van een organisme met een eigen taak
C
een torso
D
het verteringsstelsel

Slide 3 - Quiz

Welk orgaan zie je hier?

Slide 4 - Question ouverte

Welk orgaan zie je hier?

Slide 5 - Question ouverte

Welke organen zie je hier?

Slide 6 - Question ouverte

Welk orgaan zorgt voor de opname van zuurstof in je lichaam?
A
Hart
B
Dunne darm
C
Lever
D
Long

Slide 7 - Quiz

Wat is een orgaanstelsel?
A
alle organen die werken
B
alle organen die bezig zijn met leven
C
alle levende organen
D
alle organen die samenwerken aan 1 taak

Slide 8 - Quiz

Welk orgaanstelsel is verantwoordelijk voor het vervoeren van bloed in je lichaam?

Slide 9 - Question ouverte

Welk orgaanstelsel zorgt voor het verwerken van voedsel in je lichaam?
A
Bloedvatenstelsel
B
Verteringsstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Spierstelsel

Slide 10 - Quiz

Hierboven zie je een torso zoals in het biologielokaal. Een aantal organen zijn ernaast neergelegd. Sleep de namen van de organen naar het juiste orgaan.
Nier
Longen
Lever
Luchtpijp
Dunne darm

Slide 11 - Question de remorquage


Zijn de wortels van planten organen?
A
nee, planten hebben geen organen
B
nee, maar de bloem is wel een orgaan van een plant
C
ja, de wortels zijn inderdaad organen
D
nee, ze slaan alleen reservestoffen op

Slide 12 - Quiz


Schrijf de 4 organen op van een plant

Slide 13 - Question ouverte

Schrijf de 3 taken van wortels van een plant op.

Slide 14 - Question ouverte

In de afbeelding is het wortelstelsel van een peen schematisch getekend.
Bij welk deel of bij welke delen kan de plant water met voedingsstoffen opnemen?
A
Deel 1
B
Deel 2
C
Deel 3
D
Water wordt door de bladeren opgenomen

Slide 15 - Quiz

Bouw van een Blad
Bladsteel
Bladschijf
Nerven
Bladmoes

Slide 16 - Question de remorquage


Wat mist dit blad?
A
Nerven
B
Bladschijf
C
Bladskelet
D
Bladmoes

Slide 17 - Quiz

Hoe heten de buisjes waardoor een plant water en voedingsstoffen vervoert?
A
Buisjes
B
Tunnels
C
Vaten
D
Bundels

Slide 18 - Quiz

Vaatbundels lopen door
A
de stengels
B
de wortels
C
de bladeren
D
door A, B en C

Slide 19 - Quiz

Planten maken hun eigen voedingsstoffen.
In welke organen doen ze dit vooral?

A
in de bladeren
B
in de bloemen
C
in de stengels
D
in de wortels

Slide 20 - Quiz

Wat zijn de kenmerken van een plantencel ?
A
wel een celwand, geen celkern geen bladgroenkorrels
B
wel een celwand, geen celkern wel bladgroenkorrels
C
wel een celkern wel een celwand wel bladgroenkorrels
D
geen celwand wel een celkern wel bladgroenkorrels

Slide 21 - Quiz

Wat is de vacuole in een plantencel
A
blaasje gevuld met lucht
B
blaasje gevuld met vocht
C
blaasje gevuld met cytoplasma

Slide 22 - Quiz

Wat zijn cellen?
A
Bouwstenen van de mens
B
Organen in het lichaam

Slide 23 - Quiz

Cellen zijn ...
A
microscopisch klein en zijn plat
B
microscopisch klein en lijken op een doosje
C
groot en zijn plat
D
groot en lijken op een doosje

Slide 24 - Quiz

Zijn cellen van mensen dierlijke cellen?
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quiz

Wat hebben plantaardige cellen dat dierlijke cellen niet hebben?
LET OP: Meerdere antwoorden mogelijk
A
celkern
B
celwand
C
bladgroenkorrels
D
cytoplasma

Slide 26 - Quiz

Wat voor cellen zijn dit?
A
plantaardige cellen
B
dierlijke cellen

Slide 27 - Quiz

Dierlijke cellen hebben een...
A
Celwand
B
Celmembraan
C
Vacuole
D
Bladgroenkorrels

Slide 28 - Quiz

In veel cellen zit een celkern, de functie van deze celkern is:
A
zorgen voor stevigheid
B
zorgen voor fotosynthese
C
regelen van alles wat er in de cel gebeurt
D
zorgen voor transport

Slide 29 - Quiz


Wat bevindt zich in de celkern?
A
De belangrijkste eiwitten
B
Bladgroenkorrel
C
DNA
D
Vacuole

Slide 30 - Quiz

Een plantencel heeft geen celkern
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Kerndeling
celdeling
plasmagroei
dochtercel
moedercel

Slide 32 - Question de remorquage

Verandert bij celdeling de informatie voor erfelijke eigenschappen?
A
ja
B
nee

Slide 33 - Quiz

Wat gebeurt er met de chromosomen aan het begin van de celdeling?
A
Blijft hetzelfde
B
Wordt gehalveerd
C
Wordt verdubbeld

Slide 34 - Quiz