6.4 Grammar & Phrases

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 2

	Vak: Engels Hoofdstuk 6.4
1.	Lesopening / Lesson opening
2.	Lesdoel / Goals
3.	Mini-check
4.	Instructie / Instruction
5.	Begeleid inoefenen / Guided practice
6.	Zelfstandig werken / work independently
7.	Evaluatie / Evaluation

1. Lesopening / Lesson opening 

Take your English book and open it on page 126

Homework check: 

6.4 exercise 40 to 44

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen

Aan het einde van de les:

- kun je zelf bepalen wanneer je de past simple of de past continuous gebruikt.

- kun je the grammatica van 'who/which' toepassen op de juiste manier. 

Leergebied overstijgende doelen:

Ervaringen delen

- Je laat een ander uit praten wanneer hij/zij aan het woord is.

- Je stelt vragen aan een ander om belangstelling te tonen. 

 

3. Arrangementen + mini-check

Verdiept -> 8 of hoger: Niemand

Iedereen doet mee met de mini-check. 

Wordt hier gebruikt gemaakt van de past simple of past continuous?

We danced at his party last night.

1. Past simple
2. Past continuous

Wordt hier gebruikt gemaakt van de past simple of past continuous?

They were dancing at his party for hours.

1. Past simple
2. Past continuous

Wordt hier gebruikt gemaakt van de past simple of past continuous?

I was walking to school when it started to rain.

1. Past simple
2. Past continuous

Wordt hier gebruikt gemaakt van de past simple of past continuous?

Last week somebody stole my watch.

1. Past simple
2. Past continuous

Choose: who or which

Kelly is the girl ........ I met in the USA last year.

1. Who
2. Which

Choose: who or which

Did you hear about the shoplifting .... took place in London?

1. Who
2. Which

Instructie

Past Simple

Wat?	Past simple
Wanneer?	Om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd.
Hoe?	Werkwoord + ed OF een onregelmatig werkwoord
Signaal woorden	Yesterday, last week, last month, two days ago, four days ago, months ago, a second ago, etc.
Voorbeelden	He walked her home last night. I talked to him on the phone yesterday. She tried to close her book but a fly got caught in between the pages.

Past Continuous

Past Continuous

Past Simple

Je gebruikt de past simple als iets in het verleden is gebeurd en als het belangrijk is wanneer het is gebeurd. 

Signaalwoorden: 

last night, in 2019, this morning, five minutes ago... 

Je gebruikt de past continuous als je zegt wat er op een bepaald moment in het verleden aan de gang was of wat je toen aan het doen was. 

Past Continuous

Past Simple

Voorbeelden: 

- We danced at his party last night.

- Yesterday I walked to school.

Voorbeelden:

- They were dancing at his party for hours. 

- When I was walking to school it started to rain. 

werkwoord + ed

was / were + werkwoord + ing

WHICH

WHO

Voorbeelden: 

- It was Madison who was so nice to me. 

- She was somebody who always looked happy. 

Voorbeelden:

- She missed the meeting which the drama teacher held last week. 

- He sent me a reply which simply said: 'OK'. 

personen

dingen

6. Zelfstandig werken

Make 6.4 exercise 45 to 49 on page 126 to 129.

 

Are you ready? 

Check your answers.

Go learn the vocabulary of 6.4 on Quizlet or make a

word searcher. You can also learn the Phrases Writing or irregular verbs.

7. Evaluatie/Evaluation 

How was this lesson?

Do you have any questions about this lesson?

Evaluatie leerdoelen: 

- kun je zelf bepalen wanneer je de past simple of de past continuous gebruikt?

- kun je the grammatica van 'who/which' toepassen op de juiste manier?

Homework

Monday July 11th

6.4 exercise 45 to 49