Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
4.7 grammatica
4.7 grammatica
3KD
1 / 20
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Cette leçon contient
20 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
40 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
4.7 grammatica
3KD
Slide 1 - Diapositive
Planning
8 minuten lezen
Lesdoelen
Theorie
Aan de slag
Slide 2 - Diapositive
timer
8:00
Slide 3 - Diapositive
Lesdoelen
• Je leert jou(w), u(w) en mij(n) op de juiste manier gebruiken;
• Je leert als/dan met het juiste persoonlijke voornaamwoord gebruiken.
Slide 4 - Diapositive
Wat voor een soort voornaamwoorden zijn: Jou, u en mij?
A
Bezittelijk
B
Persoonlijk
C
Zelfstandig
D
Bijvoeglijk
Slide 5 - Quiz
Waardoor kun je die vervangen in een zin?
A
Nummer
B
Voorzetsel
C
Naam
D
Auto
Slide 6 - Quiz
Wat voor een soort voornaamwoorden zijn: Jouw, uw en mijn?
A
Bezittelijk
B
Persoonlijk
C
Zelfstandig
D
Bijvoeglijk
Slide 7 - Quiz
Waar herken je deze woorden aan?
A
Niet
B
W & N aan het einde
C
Beginletter
D
Plaats in de zin
Slide 8 - Quiz
Wat geeft een bezittelijk voornaamwoord aan?
A
Naam
B
Niks
C
Bezit
D
Persoon
Slide 9 - Quiz
Welk ander woordsoort staat er vaak direct achter het bzv?
A
Bijvoeglijk naamwoord
B
Persoonlijk voornaamwoord
C
Aanwijzend
D
Zelfstandig naamwoord
Slide 10 - Quiz
PVW
BZV
Jouw
U
UW
Jou
Mij
Mijn
Slide 11 - Question de remorquage
1a Ik geef jou de fiets.
2a Kan ik u helpen?
3a Geloof je mij niet?
1b Het is jouw fiets.
2b Mag ik uw hand?
3b Mijn verhaal is waar!
1a Ik geef
jou
de fiets.
2a Kan ik
u
helpen?
3a Geloof je
mij
niet?
1b Het is
jouw
fiets.
2b Mag ik
uw
hand?
3b
Mijn
verhaal is waar!
Persoonlijk
Bezittelijk
Slide 12 - Diapositive
Wanneer gebruik je het als in een zin?
A
Verschil aangeven
B
Vergelijking aangeven
C
Wanneer je wilt
D
-
Slide 13 - Quiz
Wanneer gebruik je dan in een zin?
A
Verschil aangeven
B
Vergelijking aangeven
C
Wanneer je wil
D
-
Slide 14 - Quiz
Hij is groter .... zij.
A
Als
B
Dan
Slide 15 - Quiz
Ik ben net zo snel ... mijn broer
A
Als
B
Dan
Slide 16 - Quiz
Ik heb hetzelfde cijfer ... die jongen.
A
Als
B
Dan
Slide 17 - Quiz
Ik ben veel sterker ... jij.
A
Als
B
Dan
Slide 18 - Quiz
Theorie
• Als gebruik je bij vergelijkingen: net zo mooi als, even groot als, twee keer zo slim als.
Jij rent net zo snel als ik.
• Dan gebruik je na de vergrotende trap: mooier dan, groter dan, slimmer dan.
Jij rent sneller dan ik.
Slide 19 - Diapositive
Aan de slag:
Par. 4.7
M. opdr: 1-2-3-4-6-7
Slide 20 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
5.7 grammatica 1MK deel 2
Avril 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
hv2c Uitleg woordsoorten
Novembre 2020
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
K4a Uitleg woordsoorten
Novembre 2020
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
4.7 Grammatica
Juin 2024
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
4.7 grammatica k3 en b3
Février 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
K3 4.7 grammatica
Septembre 2022
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
oefenen BZN en PSV
Avril 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Woordsoorten 5.7 PSV/BZV
Mars 2021
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1