oefenen BZN en PSV

deze les:
-herhalen woorden (zelfstandig via quizlet)
-herhalen PSV en BZN
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

deze les:
-herhalen woorden (zelfstandig via quizlet)
-herhalen PSV en BZN

Slide 1 - Diapositive

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
Dat is onze dierenarts.
A
Dat
B
is
C
onze
D
dierenarts

Slide 2 - Quiz

Kies het bezittelijk voornaamwoord:
A
huis
B
jouw

Slide 3 - Quiz

Welke van de onderstaande is een
BEZITTELIJK voornaamwoord?
A
die
B
welke
C
mijn
D
ik

Slide 4 - Quiz

Een bezittelijk voornaamwoord ...
A
zegt iets over een werkwoord
B
geeft aan wie iets doet
C
geeft aan hoe iemand zich voelt
D
geeft aan van wie iets is

Slide 5 - Quiz

In welke zin heb je een bezittelijk voornaamwoord?
A
jij bent lief.
B
je vader is lief.
C
ik ben lief.
D
hij is erg lief.

Slide 6 - Quiz

Persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
Dit boek is van haar.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 7 - Quiz

Ik voel me erg verdrietig.

Deze zin heeft een bezittelijk voornaamwoord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Kies het juiste woord.
… zijn in de pauze van het schoolplein af geweest.
A
Hun
B
ZIj

Slide 9 - Quiz

Die moeder van haar heeft mij goed geholpen.
A
haar=bez mij=pers
B
haar=pers mij=bez
C
haar=pers mij=pers
D
haar=bez mij=bez

Slide 10 - Quiz

PSV of BZV?

ik
A
psv
B
bzv

Slide 11 - Quiz

PSV of BZV?

haar
A
psv
B
bzv

Slide 12 - Quiz

PSV of BZV?

jou
A
psv
B
bzv

Slide 13 - Quiz

'Hij is dol op zijn nieuwe cavia.'

Welk antwoord is juist?
A
Hij = PSV zijn = PSV
B
Hij = BZV zijn = BZV
C
Hij = BZV zijn = PSV
D
Hij = PSV zijn = BZV

Slide 14 - Quiz

Hoe veel pers. voornaamwoorden (psv) heeft: Ik laat hem echt niet weten dat ik hem leuk vind!
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quiz

Vul in: de psv of bzv.
Is dat rode pakje van ...........?
A
Jou
B
Jouw

Slide 16 - Quiz

Ik heb meneer Veldhuis gebeld.
PSV = ?
A
Ik
B
meneer
C
Veldhuis
D
gebeld

Slide 17 - Quiz

PSV of BZV?

zij
A
psv
B
bzv

Slide 18 - Quiz

PSV of BZV?

zijn
A
psv
B
bzv

Slide 19 - Quiz

Wij hebben zijn fiets opgeknapt
Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
A
wij
B
zijn
C
fiets
D
opgeknapt

Slide 20 - Quiz