Rekenen STL-LS BBL 24 nov 2023 Domein Verbanden

Rekenen 
STL - LS  BBL
24 nov. 2023
Oefenen
Verbanden

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Rekenen 
STL - LS  BBL
24 nov. 2023
Oefenen
Verbanden

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Antwoord
5 + 1 x 10 = 15

Slide 3 - Diapositive

Een man van 110 kg wil graag afvallen. Daarom gaat hij dagelijks rustig joggen. Hij wil iedere dag 400 kcal extra verbruiken.

Hoeveel minuten moet hij dagelijks joggen om dit te bereiken?
Rond je antwoord af op een geheel getal, (zonder min.)

Slide 4 - Question ouverte

Uitleg

Bij rustig joggen hoort 676 kcal
676 kcal per uur dus per minuut 11,2666
400 kcal : 11, 2666 = 35,503
 dus afgerond 36 minuten

Slide 5 - Diapositive

Het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest heeft
1.155.166 inwoners

Hoeveel inwoners van Brusselse Hoofdstekelijk Gewest spreken Frans?
(Antwoord: geheel getal zonder punten/inwoners)

Slide 6 - Question ouverte

Uitleg

Dat is 56,8 + 11,3 + 8,6 = 76,7 % van de 1.155.166 inwoners
Dus 1155166 * 76,7 / 100 = 886.012 inwoners
ofwel: 1155166 x 0,767

Antwoorden tussen 886.000 - 886.013 worden goed gerekend

Slide 7 - Diapositive

Wat staat op de plek van het vraagteken?

Slide 8 - Question ouverte

Hoeveel ton afval werd totaal in Putten in restafvalbakken opgehaald in 2014?

Geef je antwoord in ... ton.

Slide 9 - Question ouverte

Uitleg

In Putten: 3,5 gewichten van 25 kg = 3,5 * 25 = 87,5 kg
87,5 * 23876 = 2.088.800 kg
1 ton = 1000 kg
Dus 2.088.800 : 1000 = 2.088,8 ton
Afgerond 2.089 ton

Slide 10 - Diapositive


Wat moet op de plek van het vraagteken staan?
A
50
B
72
C
90
D
62

Slide 11 - Quiz

Hoeveel deciliter is gelijk aan 800 centiliter?
A
8
B
80
C
0,125
D
1,25

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Hoeveel geld heeft de man verloren of verdiend?

Slide 14 - Question ouverte

Een televisie is in de aanbieding met 30% korting.
De uiteindelijke prijs die jij betaalt is 600 euro.
Hoeveel procent van het totaalbedrag betaal je?
A
30%
B
600
C
70%
D
690

Slide 15 - Quiz

Deze televisie is in de aanbieding met 30% korting. De uiteindelijke prijs die jij betaalt is 600 euro.
Wat was de oorspronkelijke prijs?
A
690,00
B
420,60
C
780,00
D
857,14

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Met welke snelheid (km/uur) moet Jack rijden?

Antwoord: 1 decimaal, zonder km/u

Slide 18 - Question ouverte

Wat is de som?
of in hoeveel tijd?
90 minuten x0.85 = binnen 76.5 minuten moet Jack er zijn.

Snelheid:
79,5 km/90 min
=53 km/uur

53/85 * 100 = 62,35 km/uur = 62,4 km/u

Slide 19 - Diapositive


Jacks auto rijdt 1:15 & Een liter Euro 95 kost 2,21 euro. 
Afstand 79,5 km.
-  Hoeveel liter brandstof verbruikt de auto? 
-  Hoeveel kost deze rit?

A
11,93 liter - 26,37 euro
B
11,93 liter - 5,40 euro
C
5,3 liter - 11,71 euro
D
5,3 liter - 6,79 euro

Slide 20 - Quiz

Een auto verbruikt 5.5 ltr diesel op 100 Km.
Hoeveel kilometer kan de auto rijden met 1 liter diesel? Rond af op 2 decimalen.
A
94,53 km
B
18,18 km
C
5,51 km
D
20,11 km

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Welke fout is er?

Slide 23 - Question ouverte

De auto heeft nog 45 liter diesel in de tank. Hoeveel kilometer kan de auto dus met deze tank diesel nog rijden als hij 5,5 ltr op 100 km verbruikt?

Rond af op 2 decimalen.
A
818,18 km
B
818,10 km
C
18,18 km
D
811,88 km

Slide 24 - Quiz