Rekenen STL-LS BBL Snelheid en afstand 23 nov 2023

Rekenen
Snelheid en afstand
STL-LS     BBL
23 nov 2023


1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Rekenen
Snelheid en afstand
STL-LS     BBL
23 nov 2023


Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Met welke snelheid (km/uur) moet Jack rijden?

Antwoord: 1 decimaal, zonder km/u

Slide 3 - Question ouverte

Wat is de som?
of in hoeveel tijd?
90 minuten x0.85 = binnen 76.5 minuten moet Jack er zijn.

Snelheid:
79,5 km/90 min
=53 km/uur

53/85 * 100 = 62,35 km/uur = 62,4 km/u

Slide 4 - Diapositive


Jacks auto rijdt 1:15 & Een liter Euro 95 kost 2,21 euro. 
Afstand 79,5 km.
-  Hoeveel liter brandstof verbruikt de auto? 
-  Hoeveel kost deze rit?

A
11,93 liter - 26,37 euro
B
11,93 liter - 5,40 euro
C
5,3 liter - 11,71 euro
D
5,3 liter - 6,79 euro

Slide 5 - Quiz

Hoe kom je op het antwoord?
Of: 79.5/15 = 5.3
5,3 liter x 2,21 euro

Slide 6 - Diapositive

Een auto verbruikt 5.5 ltr diesel op 100 Km.
Hoeveel kilometer kan de auto rijden met 1 liter diesel? Rond af op 2 decimalen.
A
94,53 km
B
18,18 km
C
5,51 km
D
20,11 km

Slide 7 - Quiz

De auto heeft nog 45 liter diesel in de tank. Hoeveel kilometer kan de auto dus met deze tank diesel nog rijden als hij 5,5 ltr op 100 km verbruikt?
Rond af op 2 decimalen.
A
818,18 km
B
247,50 km
C
18,18 km
D
225,03 km

Slide 8 - Quiz


Wat moet op de plek van het vraagteken staan?
A
50
B
72
C
90
D
62

Slide 9 - Quiz

Wat staat op de plek van het vraagteken?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Welke fout is er?

Slide 13 - Question ouverte

Hoeveel geld heeft de man verloren of verdiend?

Slide 14 - Question ouverte

Twee mensen eten pruimen. Als de een aan de ander twee pruimen zou geven, dan zouden ze er allebei evenveel hebben; als de ander twee pruimen zou geven aan de een, dan zou hij het dubbele hebben. Hoeveel pruimen heeft elk mens?
Antwoord: ... + ... , laagste getal links en spatie gebruiken

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Vidéo