Les 2 18/ 04

Le jeudi 18 avril
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Le jeudi 18 avril

Slide 1 - Diapositive

Plan du cours
1. Les buts du cours
2. Quiz herhaling hoeveelheidswoorden en Grammaire II
3. Prononciation des mots apprendre 6
4. le travail du jour (ensemble et en autonomie)
5. Doelen bereikt? 



Slide 2 - Diapositive

1. Les buts du cours
Kennis:
-Je hebt de woordjes van apprendre 8 geoefend,

Schrijfvaardigheid:
-Je kan een korte tekst schrijven over je eetgewoontes. 
-Je kan schrijven wat je lekker of niet lekker vindt. 

Slide 3 - Diapositive

2a. Wat weet je nog van vorige les?
Hoe zeg je ...
-"Ik wil graag brood alstublieft?", 

-"Ik eet croissants als ontbijt". 

Slide 4 - Diapositive

3. Apprendre 8 oefenen
Prends ton livre à la page 74 et lis les mots. 


Slide 5 - Diapositive

4. Fais un mindmap en duo
1. Pak een papier en schrijf in het midden centraal het onderwerp van je mindmap = Mon petit-déjeuner
2. Schrijf daarna de woordjes/werkwoorden in het Frans dat je nodig hebt om over je ontbijt te kunnen praten. 

Let op: je mag geen zinnen schrijven. 

timer
5:00

Slide 6 - Diapositive

Mon petit déjeuner

Slide 7 - Carte mentale

5. Le travail du jour
En autonomie
Gebruik je mindmap en maak de volgende opdrachten.

Écrire: 24 + 25 + 26 + 29
Havo-route : 24 + 25A + 26+ 28

Leren: Apprendre 8 + 9 





Slide 8 - Diapositive

6. Heb je de doelen behaald? 
Kennis:
-Je hebt de woordjes van apprendre 8 geoefend,

Schrijfvaardigheid:
-Je kan een korte tekst schrijven over je eetgewoontes. 
-Je kan schrijven wat je lekker of niet lekker vindt. 

Slide 9 - Diapositive

Wat heb je tijdens de les geleerd?

Slide 10 - Question ouverte

2a. Grammaire I: Prendre (nemen)
Je prends                                 Ik neem
Tu prends                                Jij neemt
Il/elle/on prend                     Hij/zij/men neemt
Nous prenons                        Wij nemen
Vous prenez                             Jullie nemen/ U neemt
Ils/elles prennent                   Zij nemen 
Tip: Apprendre en Comprendre hebben dezelfde vervoeging

Slide 11 - Diapositive

2d. Grammaire II: Het delend lidwoord
-> als je over eten/ drinken wilt praten. 
Mannelijk woord = du (je voudrais du pain). 
Mannelijk woord die begint met een klinker/ h = de l' (de l'eau).
Vrouwelijk woord = de la (je voudrais de la chantilly).
Woord in het meervoud = des (je voudrais des chips).
Let op: Gebruik je een ontkenning/ hoeveelheidwoord? 
 Dan gebruik je  = de" /"d' "

Slide 12 - Diapositive

2b. De hoeveelheidswoorden

Slide 13 - Diapositive