Irregular Verbs Part 2

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hi everyone!
Today, we are going to work on the second half of the irregular verbs.

We have already done the first half, do you remember...?

Slide 2 - Diapositive

Gingen de onregelmatige werkwoorden over de tegenwoordige tijd of de verleden tijd?
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd

Slide 3 - Quiz

Wat is een onregelmatig werkwoord ook alweer?
A
Werkwoord met andere vervoeging dan -ed
B
Werkwoord dat eindigt op -ed

Slide 4 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een onregelmatig werkwoord?
A
dig - dug - dug
B
walk - walked - walked

Slide 5 - Quiz

Kies alle opties die een vervoeging van een onregelmatig werkwoord hebben.
A
run - ran - run
B
live - lived - lived
C
see - saw - seen
D
apply - applied - applied

Slide 6 - Quiz

That was a little refresher!

Do you remember?
Does it start to fall into place again?

Let's get to work with the next half! 

Slide 7 - Diapositive

Pages in your textbooks
Basis: page 144.
Kader/TL: page 161

Online: Stepping Stones -> Hoofdstuk Naslag -> Grammar Survey -> doorklikken naar onr. ww.

Slide 8 - Diapositive

Irregular verbs
Een onregelmatig werkwoord is een werkwoord dat je niet kunt vervoegen door er -ed achter te plakken. Zo vervoeg je namelijk een regelmatig werkwoord.

Maar hoe kun je dan weten wat een onregelmatig werkwoord is en wat een regelmatig werkwoord is?

Slide 9 - Diapositive

Je kunt alleen weten of een werkwoord onregelmatig is door alle onregelmatige werkwoorden uit je hoofd te leren.
Dit klopt .... 
niet
wel

Slide 10 - Question de remorquage

Basis: benoem 4 onregelmatige werkwoorden van blz. 144.
Kader/TL: Benoem 6 onregelmatige werkwoorden van blz. 161.
Gebruik de TWEEDE HELFT! Nr. 36-72.

Slide 11 - Carte mentale

Wat is de vervoeging van het volgende woord:
send
A
send - send - send
B
send - sent - sent

Slide 12 - Quiz

Wat is de vervoeging van het volgende woord:
write
A
write - wrote - written
B
write - writed - write

Slide 13 - Quiz

Wat is de vervoeging van het volgende woord:
know
A
know - knew - known
B
know - knew - knowed

Slide 14 - Quiz

Vul het goede woord in:

I'm so sad that you                me a broken scooter!
sold
taught

Slide 15 - Question de remorquage

Vul het goede woord in:

I can't believe you           so early.
left
said

Slide 16 - Question de remorquage

Vul het goede woord in:

I           my head against the wall.
hit
hid

Slide 17 - Question de remorquage

Maak het rijtje af zodat alle drie de vormen zijn genoemd. Voorbeeldvraag: run --> jij vult in: ran run

mean

Slide 18 - Question ouverte

Maak het rijtje af zodat alle drie de vormen zijn genoemd. Voorbeeldvraag: run --> jij vult in: ran run

see

Slide 19 - Question ouverte

Maak het rijtje af zodat alle drie de vormen zijn genoemd. Voorbeeldvraag: run --> jij vult in: ran run

swim

Slide 20 - Question ouverte

Schrijf op wat je lastig vindt aan dit onderwerp. Als je niets lastig vind, vul je dat ook in!

Slide 21 - Question ouverte

Our next lesson...
we are going to work on this again.

The exercises will be sent to you through LessonUp & Microsoft Teams.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive