Module 11. verkoopt handelt verk af H 10 Overleggen

• Retail
• MBO
• Studiejaar 2

RETAIL THEORIE

Module 11. Werkoverleg

Boek: Verkoopt en handelt verkoop af

Hoofdstuk: 10 Overleggen

Doel: Neemt deel aan werkoverleg (B1-K2-W8)

Wat vind jij belangrijk als je overlegt?

Wat zijn de voorwaarden voor een goed overleg?

Waar erger jij je aan als je een overleg hebt?

10.1 OVERLEGGEN

• pagina262 - 261
• Voorkennis ophalen
• Theorie bespreken
• Opdrachten maken (aan het einde van het hoofdstuk
• Doelen aan het einde van deze paragraaf:
  - weet je wat een werkoverleg 
  - weet je wat een werkbespreking is

Heb jij wel eens een overleg op je BPV bedrijf of je werkplek gehad?
Hoe ging dit?

VORMEN VAN OVERLEG

• Werkoverleg
• Werkbespreking 

WERKOVERLEG	WERKBESPREKING
van te voren gepland	niet van te voren afgesproken
(meestal) vaste groep medewerkers	informeel overleg
agendapunten liggen vast	geen vaste agenda punten
wordt genotuleerd	wordt niet genotuleerd
'vergadering'	korte bespreking tijdens het werk, vb wie doet welke gang inruimen
Voordeel: iedereen zelfde info, vragen direct stellen, samen besluit nemen, kennis delen	Voordeel: kort, snel, efficiënt, met juiste personen

OPDRACHT

De vragen maken we aan het einde van het hoofdstuk. 

DOELEN

Doelen aan het einde van deze paragraaf:

- weet je wat een werkoverleg

- weet je wat een werkbespreking is

Als je de doelen terugkijkt.
Noem 1 doel dat je geleerd hebt van deze les.

10.2 ROLLEN IN HET WERKOVERLEG

• pagina 263 - 264
• Voorkennis ophalen
• Theorie bespreken
• Opdrachten maken aan het einde van het hoofdstuk
• Doelen aan het einde van deze paragraaf:
  - weet je wat voor rollen er zijn in een werkoverleg
  - weet je de inhoudt van deze rollen

Wat voor rollen zijn er in een werkoverleg?
Wat houden deze rollen in?

3 soorten rollen

• Deelnemers
• Voorzitter
• Notulist 

DEELNEMERS

• Iedereen die aanwezig is 
• Taken deelnemer:
  - luister naar inbreng anderen
  - vragen als je niet begrijpt
  - mening/antwoorden geven
  - schrijf gemaakte afspraken op
  - volg gemaakte afspraken op
  
• Actieve houding tijdens de vergadering

VOORZITTER

• Bereidt overleg voor
• regelt vergaderruimte met nodige voorzieningen
• nodigt deelnemers op tijd uit
• leidt het gesprek
• controleert of gemaakte afspraken duidelijk zijn 
• zorgt dat afspraken worden vastgelegd en nagekomen worden.

NOTULIST

• notuleert 
• vaste notulist of wisselende notulist
• document waarin alles vastgelegd wordt = notulen
• notulen worden verspreid en volgend overleg doorgenomen/ gecontroleerd. 

OPDRACHT

Vragen maken we aan het einde van het hoofdstuk. 

DOELEN

Doelen aan het einde van deze paragraaf:

- weet je wat voor rollen er zijn in een werkoverleg

- weet je de inhoudt van deze rollen

Als je de doelen terugkijkt.
Noem 1 doel dat je geleerd hebt van deze les.

10.3 FASEN WERKOVERLEG

• pagina 265 - 268
• Voorkennis ophalen
• Theorie bespreken
• Opdrachten maken aan het einde van het hoofdstuk
• Doelen aan het einde van deze paragraaf:
  - weet je wat de 5 fasen zijn van een werkoverleg
  - weet je wat elke fase inhoudt

Welke fasen zijn er bij een werkoverleg?
Wat houdt elke fase in?

5 FASEN WERKOVERLEG

1. voorbereiding
2. opening
3. bespreking
4. afronding
5. verslaglegging 

1. VOORBEREIDING

Goede voorbereiding belangrijk. Zo weet iedereen waar hij/zij aan toe is. 

Werkoverleg heeft áltijd een agenda. Agenda = lijst van onderwerpen die besproken worden.

Soms deelnemers ook punten inbrengen. 

Bij uitnodiging zit agenda zodat deelnemer zich kan voorbereiden.

AGENDA PUNTEN

Vaste punten

- opening

- mededelingen

- notulen

- rondvraag

3 soorten agenda punten

- gesloten (mededeling geen discussie mogelijk)

- half open (keuze mogelijkheid, iedereen kan mening geven)

- open ( brainstormen, open discussie)

2. OPENING

• Als iedereen er is, vergadering geopend.
• Definitieve agenda opgesteld (soms valt een punt weg of komt er iets bij)
• Notulen van vorige keer goedgekeurd. 

3. BESPREKING

Bespreken van agenda punt kan diverse doelen hebben

• beeld vormen
• beslissing nemen
• voortgang bespreken

4. AFRONDING

Bespreking eindigt met rondvraag. 

Opmerking of vragen van deelnemers.

datum en tijd volgend overleg vastgesteld. 

5. VERSLAGLEGGING

Alle beslissingen die genomen zijn 

Alle onderwerpen die besproken zijn

zorgt dat alles duidelijk is en er geen onduidelijkheid kan ontstaan. 

Notulist doet dit tijdens vergadering.

NOTULEN

In notulen staan:

• naam overleg
• datum tijdstip overleg
• aanwezigen
• afwezigen
• agendapunten
• korte samenvatting per agendapunt
• afspraken die gemaakt zijn/beslissingen die genomen zijn

OPDRACHT

Aan het einde van dit hoofdstuk maken we alle opdrachten. 

DOELEN

Doelen aan het einde van deze paragraaf:

- weet je wat de 5 fasen zijn van een werkoverleg

- weet je wat elke fase inhoudt

Noem de 5 fasen van een werkoverleg

Als je de doelen terugkijkt.
Noem 1 doel dat je geleerd hebt van deze les.

10.4 FORMELE GESPREKKEN

• pagina 268 - 269
• Voorkennis ophalen
• Theorie bespreken
• Opdrachten maken, alle opdrachten van hele hoofdstuk
• Doelen aan het einde van deze paragraaf:
  - weet je wat voor soorten formele gesprekken er zijn
  - weet je wat een functioneringsgesprek inhoudt
  - weet je wat een beoordelingsgesprek inhoudt

Wat voor een soort formele gesprekken heb jij bij je BPV of werk gehad?
Was er verschil tussen bepaalde gesprekken?

2 SOORTEN FORMELE GESPREKKEN

Formeel = officieel/ zoals het hoort

• Functioneringsgesprek
• Beoordelingsgesprek

FUNCTIONERINGSGESPREK

• tweezijdig gesprek 
• werknemer en leidinggevende geven input
• gaat over jouw functioneren/ hoe voer je werkzaamheden uit, hoe ga je om met collega's. 
• hoe vind je zelf dat het gaat, wat vind je van je taken, wat zou je nog willen in de toekomst. Welke taken vind je makkelijk/moeilijk etc. 
• Er worden afspraken gemaakt en doelen gesteld

BEOORDELINGSGESPREK

• adhv gemaakte afspraken tijdens functioneringsgesprek volgt beoordelingsgesprek 
• eenzijdig gesprek 
• leidinggevende beoordeelt jouw functioneren
  
• bespreekt wat er goed is gegaan met jou en of je doelen/afspraak behaald hebt
• Gevolgen: positieve beoordeling salarisverhoging/promotie
  Negatief: herhaaldelijke negatieve beoordeling --> ontslag

OPDRACHT

Vat als klas op het bord samen wat de verschillen zijn tussen functioneringsgesprek en beoordelingsgesprek. 

DOELEN

Doelen aan het einde van deze paragraaf:

- weet je wat voor soorten formele gesprekken er zijn

- weet je wat een functioneringsgesprek inhoudt

- weet je wat een beoordelingsgesprek inhoudt

Als je de doelen terugkijkt.
Noem minimaal 1 doel dat je geleerd hebt van deze les, wat wist je nog niet van dit doel en nu wel.

OPDRACHT

• Lees hoofdstuk 10 (261 - 270) voor jezelf door, onderstreep dat wat je belangrijk vindt. 
  
  
• Maak vraag 1 - 11  (p. 271 - 272).
  
  
• Zoek 1 begrip op dat je geleerd hebt in deze paragraaf. (volgende dia komt deze vraag ;) )

Na deze les, 

wil ik...

de uitleg nog 1 keer horen

meer voorbeelden krijgen

meer oefeningen maken

de leerstof thuis nog even bekijken

overgaan naar nieuwe leerstof

nog meer te weten komen over de leerstof

niet meer te weten komen over de leerstof

Hoe vond je 

deze les?

😒🙁😐🙂😃

EINDE HOOFDSTUK