Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Les 5: meten en wegen in de keuken
In de keuken meten en wegen
Inhoud en gewicht
1 / 39
suivant
Slide 1:
Diapositive
Voeding
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
39 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
In de keuken meten en wegen
Inhoud en gewicht
Slide 1 - Diapositive
Van welke hoeveelheden in de keuken heb je al gehoord?
Slide 2 - Carte mentale
Zet de inhoudsmaten op de goede volgorde en begin met de grootste inhoudsmaat.
milliliter
deciliter
liter
centiliter
Slide 3 - Question de remorquage
Welke eenheid is even veel als een kubieke centimeter (cc)?
A
liter
B
deciliter
C
centiliter
D
milliliter
Slide 4 - Quiz
Hoeveel centiliter zit er in 1 liter?
A
10
B
100
C
1000
Slide 5 - Quiz
Wat is gelijk aan 3800 g?
A
3,8 kg
B
38 kg
C
0,38 kg
D
380 kg
Slide 6 - Quiz
Sleep het juiste gewicht naar het juiste aantal grammen.
50 gram
1000 gram
500 gram
10 gram
1 gram
een halve ons
1 kg
1 pond
0,1 kg
0,001 kg
Slide 7 - Question de remorquage
Welke inhoudsmaat
is gelijk aan een kilogram?
(bij water)
A
liter
B
deciliter
C
centiliter
D
milliliter
Slide 8 - Quiz
Welke inhoudsmaat
is gelijk aan een gram?
(bij water)
A
liter
B
deciliter
C
centiliter
D
milliliter
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Hoeveel milliliter is 15 deciliter?
A
1,5
B
150
C
1500
D
15000
Slide 11 - Quiz
Hoeveel centiliter is 500 gram?
A
0,5 cl
B
5 cl
C
50 cl
D
500 cl
Slide 12 - Quiz
Wat is gelijk aan 25 cl?
A
25 cc
B
2,5 liter
C
250 cc
Slide 13 - Quiz
Hoeveel gram is 0,5 kilogram?
A
5 gram
B
50 gram
C
500 gram
D
5000 gram
Slide 14 - Quiz
Je hebt 100 gram melk nodig.
Hoeveel deciliter is dat?
A
0,1 dl
B
1 dl
C
10 dl
D
100 dl
Slide 15 - Quiz
Hoeveel milliliter is 1/4 deciliter?
A
2,5 ml
B
25 ml
C
250 ml
Slide 16 - Quiz
Zet de inhoudsmaten
in de goede volgorde
van groot naar klein.
0,7 l
71 dl
720 ml
450 cl
345 ml
Slide 17 - Question de remorquage
Zet de inhoudsmaten
in de goede volgorde
van groot naar klein.
240 cl
30 dl
950 ml
75 cl
0,9 l
Slide 18 - Question de remorquage
Hoeveel weegt dit samen?
A
1000 g
B
100 g
C
500 g
D
250 g
Slide 19 - Quiz
Wat is zwaarder?
A
zak appels
B
pak melk
Slide 20 - Quiz
Wat weegt 1 kg?
A
fles cola van 1,5 liter
B
pak suiker
C
koffiepads
D
zak chips
Slide 21 - Quiz
Welke 2 inhoudsmaten
zijn gelijk aan 0,8 liter?
A
8 dl en 8000 ml
B
8 dl en 800 ml
C
80 cl en 8000 ml
D
800 cl en 8000 ml
Slide 22 - Quiz
Welke 2 inhoudsmaten
zijn gelijk aan 4 deciliter?
A
400 cl en 0,4 liter
B
4000 ml en 0,4 liter
C
40 cl en 4000 milliliter
D
40 cl en 0,4 liter
Slide 23 - Quiz
0,05 l = = =
ml
dl
5
5
50
500
5000
0,5
0,05
0,005
0,0005
l
dl
cl
ml
cc
Slide 24 - Question de remorquage
100 cl = = =
1
gr
10
10
100
1000
10000
1
0,1
0,01
0,001
l
dl
cl
ml
cc
kg
g
Slide 25 - Question de remorquage
150 cl = = =
kg
g
15
15
150
1500
15000
1,5
0,15
0,015
0,0015
l
dl
cl
ml
cc
Slide 26 - Question de remorquage
50 ml = = =
l
cc
0,5
5
50
500
5000
0,5
0,05
0,005
0,0005
l
dl
cl
ml
cc
kg
g
Slide 27 - Question de remorquage
Nog een paar...
Slide 28 - Diapositive
Petri koopt 400 g tomaten.
Hoeveel kg is dat?
A
40 kg
B
4 kg
C
0,4 kg
D
0,04 kg
Slide 29 - Quiz
9 l is hetzelfde als
A
9 cl
B
90 cl
C
900 cl
D
9000 cl
Slide 30 - Quiz
In een appeltaart zit 75 g rozijnen. Hoeveel mg is dat?
A
0,750 mg
B
750 mg
C
7500 mg
D
75000 mg
Slide 31 - Quiz
Hoeveel weegt deze hijskraan?
A
300 kg
B
3000 kg
C
3 ton
D
300 ton
Slide 32 - Quiz
In een glas zit 3 dl sinaasapelsap. Hoeveel liter is dit?
A
0,03 l
B
0,3 l
C
3 l
D
30 l
Slide 33 - Quiz
In een emmer muurverf zit 10 l verf.
Dit is evenveel als:
A
100 dl
B
100 cl
C
1000 dl
D
1000 ml
Slide 34 - Quiz
Een appel weegt 400 g. Hoeveel kg wegen 4 appels.
A
0,1 kg
B
0,16 kg
C
1 kg
D
1,6 kg
Slide 35 - Quiz
Een ei weegt 60g. Hoeveel weegt een doos met 12 eieren.
A
0,5 kg
B
0,72 kg
C
500 mg
D
720 mg
Slide 36 - Quiz
Een fles heeft 1,5 l cola. Hoeveel zit er in de 4-pack.
A
40 cl
B
60 cl
C
40 dl
D
60 dl
Slide 37 - Quiz
2 kg + 60 g =
A
2,6 kg
B
260 g
C
8 kg
D
2060 g
Slide 38 - Quiz
Ik weet hoe ik moet rekenen
met inhoudsmaten en gewichten.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 39 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
Inhoud en gewicht
Mai 2022
- Leçon avec
28 diapositives
Praktische economie
MBO
Studiejaar 1
Examentraining
Mai 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Kok
MBO
Studiejaar 2
Rekenen inhoudsmaten -1-
Décembre 2020
- Leçon avec
35 diapositives
Rekenen
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Herhaling CAL
Novembre 2022
- Leçon avec
33 diapositives
Praktische economie
MBO
Studiejaar 1
Rekenen les 2
Mai 2024
- Leçon avec
36 diapositives
Rekenen
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
toetsles inhoud en gewicht-opleidingsfase
Septembre 2023
- Leçon avec
28 diapositives
GASV
Buitengewoon secundair onderwijs
Inhoud en gewicht
Mai 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Kok
MBO
Studiejaar 1
Examentraining les 1
Mars 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Kok
MBO
Studiejaar 2