Communicatie VIG les 1

Communicatie?
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Communicatie?

Slide 1 - Diapositive

Waar denken jullie aan bij het woord communicatie?

Slide 2 - Question ouverte

Maak minimaal twee leervragen voor jezelf over het onderwerp communicatie.

Slide 3 - Question ouverte

Het communicatieproces 

Slide 4 - Diapositive

Het communicatieproces
Vul op papier in:
De zender
De ontvanger
De boodschap
Coderen
Decoderen
Feedback

Slide 5 - Diapositive

Het communicatieproces
De zender
Geeft informatie of zegt iets
De ontvanger
Ontvangt informatie
De boodschap
De informatie die de zender verbaal of non-verbaal overbrengt
Coderen
De zender zet de boodschap om in een code: in woorden of gebaren, mimiek of lichaamshouding
Decoderen
De ontvanger kraakt de code door te luisteren en waar te nemen wat de zender communiceert
Feedback
De ontvanger reageert op wat de zender communiceert en op hoe hij de boodschap heeft opgevat. Hij is nu de zender en codeert de boodschap, terwijl de zender nu de ontvanger is geworden.

Slide 6 - Diapositive

In de communicatie heb je in de basis 3 kernbegrippen: zender - boodschap - ontvanger.
Jeroen legt aan Marloes de nieuwe protocollen uit.
Wie/wat is hier de zender, ontvanger, boodschap?

Slide 7 - Question ouverte

Hoe noem je een storing in de communicatie en waar heeft dit invloed op?

Slide 8 - Question ouverte

Ruis
Interne ruis
Externe ruis
Informatie kan vervormen, waardoor de boodschap anders bij je binnenkomt dan hij bedoeld is.
De ruis zit in de boodschap zelf. De zender komt bijvoorbeeld niet goed uit zijn woorden of de ontvanger denkt aan iets anders. Soms heeft de ontvanger geen idee wat er bedoeld wordt.
De communicatie wordt verstoord door bijvoorbeeld een lawaaierige omgeving.

Slide 9 - Question de remorquage

Slide 10 - Vidéo

Benoem één situatie waarin jij last had van ruis.

Slide 11 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen verbale en non-verbale communicatie?

Slide 12 - Question ouverte

Noem verschillende manieren van non-verbaal communiceren

Slide 13 - Question ouverte

Verbale communicatie is het communiceren zonder woorden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Noem drie voorbeelden van verbale communicatie
A
Praten, fluisteren en schreeuwen
B
Praten, logboek en e-mail
C
Boos kijken, praten en logboek

Slide 15 - Quiz

Zones van communicatie. Welke ken jij?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Opdracht 
Maak in tweetallen de volgende opdrachten:

  • Opdracht vragen stellen
  • Opdracht 1.3 werkboek sociale en communicatieve vaardigheden

Slide 18 - Diapositive