Herhaling

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Welkom

2 MH ||  2022-2023

Hoofdstuk 3

Vacature

Wat staat er in een vacature:

• Functie
• Functieomschrijving
  
• Functie eisen 

Solliciteren

• Als je een (andere) baan zoekt kun je solliciteren.
  

Arbeidsmarkt

Vraag naar arbeid  >        Arbeidsmarkt      <        Aanbod van arbeid

Bedrijven                                                        mensen

Scholing

Om bepaald werk te kunnen doen moet je een opleiding volgen.

Dit heet scholing.

Je leert dan de nodige vaardigheden en verwerft de kennis die nodig is om het werk uit te voeren

Ook wanneer je al een baan hebt, moet je cursussen volgen.

Arbeidsverdeling

• In een bedrijf heeft elke baan zijn eigen taken. Dit noemen we arbeidsverdeling. 
• Dankzij een goede arbeidsverdeling stijgt de productie: werknemers kunnen specialiseren.

Werknemer             Werkgever 

Werknemer (neemt werk)

• De werkgever moet jou
    loon betalen voor je werk.
• De werknemer moet op tijd
    komen om te werken.
  
  
  
  

Werkgever (geeft werk)

• De werkgever moet de werknemer
    loon betalen voor het werk.
• De werkgever moet ervan uit kunnen gaan dat de werknemer goed werk levert.

Werknemer en werkgever

Vacature

Wat staat er in een vacature:

• Functie
• Functieomschrijving
  
• Functie eisen 

Twee soorten arbeidsovereenkomsten:

• de vaste arbeidsovereenkomst (zonder einddatum);
  
  
  
• de tijdelijke arbeidsovereenkomst (met einddatum).
  

Flexwerkers hebben een tijdelijke arbeidsovereenkomst.

CAO

• Collectieve Arbeidsovereenkomst
• Een overeenkomst tussen werkgevers en werknemers over arbeidsvoorwaarden. 
• Alle bedrijven die onder een CAO vallen, moeten zich houden aan de regels van de CAO
• Werkgevers vertegenwoordigd door werkgeversorganisaties
• Werknemers vertegenwoordigd door vakbonden

het minimumloon

Het laagste loon dat officieel is toegestaan.

Dit hang er vanaf hoe oud je bent!

Minimumloon 2022

Minimumloon 2023

Bruto- en nettoloon

• Brutoloon = afgesproken loon met werkgever
• Nettoloon = brutoloon - (loonbelasting - sociale premies)

• TIP: BRUTOLOON IS ALTIJD HOGER DAN NETTOLOON
• Nettoloon krijg je uiteindelijk op je rekening en kun je dus daadwerkelijk uitgeven. 

3.3 Hoe is het geregeld?

Brutoloon

Brutoloon is je uurloon X het aantal gewerkte uren

bijv. je verdient 13,78 per uur

je hebt 64 uren gewerkt

dan is je brutoloon: 13,78 x 64 = 881,92

Arbowet

Arbeidsomstandighedenwet = Arbowet

De werkgever moet zorgen voor:

• veiligheid
• gezondheid
• welzijn

Ook is er de arbeidstijdenwet. Hier staat in hoe lang je mag werken en hoeveel rust daartussen moet zitten 

Werkloos

Karin verliest haar baan. Zij wordt werkloos. Je bent werkloos als:

1. je leeftijd tussen de 15 en de pensioensleeftijd is
2. je geen baan hebt
3. je actief op zoek bent naar werk

• Wanneer is er sprake van werkloosheid? Wanneer er onvoldoende banen zijn voor de mensen die willen werken.

Ontslag en opzegtermijn

Met ontslag wordt je arbeidsovereenkomst beëindigd. Je kunt ontslag krijgen. Maar je kunt ook zelf ontslag nemen.

Bij ontslag heb je meestal te maken met

een opzegtermijn. Er moet tijd zitten 

tussen het moment dat je ontslag neemt

of krijgt en de einddatum van de baan.

UWV

Het UWV is een overheidsinstelling die kijkt of je recht hebt op een uitkering en helpt je met het vinden van een andere baan. 

Deze uitkering is lager dan het loon dat je verdiende. Hoelang je een WW-uitkering krijgt, hangt af van de tijd dat je gewerkt hebt.

Werkeloosheidswet -> WW-uitkering: Als je ontslagen bent, krijg je meestal een uitkering (er wordt geld aan je betaald).

Geregistreerde en verborgen werkloosheid

Geregistreerde werkloosheid: Als je je als werkloze inschrijft bij het UWV omdat je graag een uitkering wilt ontvangen of hulp wilt bij het vinden van een nieuwe baan.

Verborgen werkloosheid: iemand die wel werkloos is , maar zich niet inschrijft bij het UWV (het is NIET verplicht!) omdat hij/zij weet dat hij geen recht heeft op een uitkering.

Aan de slag

Eerst 10 minuten in stilte

Oefentoets Hoofdstuk 3, bladzijde 88 en 89

Na 10 minuten overleggen