6.4 Relaties tussen soorten

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 6.4 Relaties tussen soorten
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 6.4 Relaties tussen soorten

Slide 1 - Diapositive

Programma 25-3
Pleniar gedeelte 15-20 minuten
Zelfstandig werken 20 minuten
Gezamenlijk afsluiten 5 minuten

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Leerdoelen 6.4
  • Je herkent relaties in een voedselketen en voedselweb.
  • Je kunt uitleggen hoe een dynamisch evenwicht onstaat tussen prooi en predatoren.
  • Je legt uit hoe persistente gifstoffen het ecosysteem kunnen beinvloeden.
  • Je kunt de verschillende soorten symbiose beschrijven en hier voorbeelden van geven.



Slide 4 - Diapositive

Begrippen 6.4
herbivoren, carnivoren, omnivoren, predatie, predator-prooirelatie, voedselketen, voedselweb, accumulatie, persistent, symbiose, mutualisme, commensalisme, parasitisme, epifytisme

Slide 5 - Diapositive

Voedselrelaties (begrippen)
Herbivoren - ???
Carnivoren - ???
Omnivoren - ???

Predatie: eten van prooien (door carnivoren en omnivoren).
Predator-prooi relatie

Slide 6 - Diapositive

Voedselrelaties (begrippen)
Herbivoren - planteneters
Carnivoren - vleeseters
Omnivoren - alleseters

Predatie: eten van prooien (door carnivoren en omnivoren).
Predator-prooi relatie

Slide 7 - Diapositive

Dynamisch evenwicht

Slide 8 - Diapositive

Voedselrelaties (kringloop)
Producenten (P)
Consumenten (C1, C2, C3)
Afvaleters
Reducenten

Slide 9 - Diapositive

Voedselketen
Begint altijd bij een producent (plant/alg)
Pijlen in de richting van de energie

Slide 10 - Diapositive

Voedselweb
* Pijlen
* Schakels (elke soort een aparte schakel)

Slide 11 - Diapositive

Accumulatie
Persistente gifstoffen:
niet afbreekbaar door organismen

Slide 12 - Diapositive

Accumulatie
Accumulatie zorgt voor problemen in de hogere schakels in de voedselketen.

Slide 13 - Diapositive

Symbiose (samen-leven)
Relaties tussen soorten:
1. Mutualisme (+/+)
2. Commensalisme (+/?)
3. Parasitisme (+/-)

Stel ik heb geen auto en ik heb vervoer nodig, wat zijn mijn opties?

Slide 14 - Diapositive

Symbiose: Mutualisme
ik: 



taxichauffeur:

Slide 15 - Diapositive

Noem een voorbeeld van mutualisme in de natuur

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Symbiose: Commensalisme
ik: 



chauffeur:

Slide 18 - Diapositive

Noem een voorbeeld van commensalisme in de natuur

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Symbiose: Parasitisme
ik: parasiet



eigenaar: gastheer

Slide 21 - Diapositive

Noem een voorbeeld van parasitisme in de natuur

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Symbiose: Epyfitisme
plant 1: epyfiet



plant 2: 

Slide 24 - Diapositive

Leerdoelen 6.4
  • Je herkent relaties in een voedselketen en voedselweb.
  • Je kunt uitleggen hoe een dynamisch evenwicht onstaat tussen prooi en predatoren.
  • Je legt uit hoe persistente gifstoffen een ecosysteem beinvloeden
  • Je kunt de verschillende soorten symbiose beschrijven en hier voorbeelden van geven



Slide 25 - Diapositive

Zelfstandig werken
Lees par 6.4 en maak opdracht:
41, 42, 44, 46, 49, 50, 53

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Bij commensalisme hebben beide soorten voordeel van de samenleving.
A
Goed
B
Fout

Slide 28 - Quiz

Planten met dezelfde niche zijn elkaars concurrenten.
A
Goed
B
Fout

Slide 29 - Quiz


Hoe wordt de relatie genoemd tussen zeester en zeeslak?
A
concurrentie relatie
B
producent consument relatie
C
predator prooi relatie

Slide 30 - Quiz

Een voedselweb kan beginnen met schimmels.
A
Goed
B
Fout

Slide 31 - Quiz

Werd je tijdens de instructie gevraagd om actief mee te denken?
A
Ja
B
Nee
C
Deels

Slide 32 - Quiz

Welke van de onderstaande leerdoelen zijn volgens jou bereikt? Vul alleen de letter in.

A. Je herkent relaties in een voedselketen en voedselweb.
B. Je kunt uitleggen hoe een dynamisch evenwicht onstaat tussen prooi en predatoren.
C. Je legt uit hoe persistente gifstoffen een ecosysteem beinvloeden
D. Je kunt de verschillende soorten symbiose beschrijven en hier voorbeelden van geven

Slide 33 - Question ouverte

Hoeveel opdrachten heb je gemaakt tijdens het zelfstandig werken?
A
<5 opdrachten
B
5-10 opdrachten
C
>10 opdrachten

Slide 34 - Quiz

Hoe tevreden ben je over jouw inzet deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Sondage