CB les 2 werkwoordspelling, nieuwsbericht schrijven hh, herhalen periode 1

Welkom
Leg op tafel:

Laptop 
Map + pen/potlood
Kern

Start met NUMO in STILTE





1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Leg op tafel:

Laptop 
Map + pen/potlood
Kern

Start met NUMO in STILTE





Slide 1 - Diapositive

Agenda 

1. Korte herhaling vorige periode 
2. Wat ga je doen in periode 2?
3. Werkwoordspelling 
4. Nieuwbericht schrijven
5. Lessen toets periode 1

--> NUMO (5.5 uur)



Slide 2 - Diapositive

Regels Nederlands
1. Alle Johan de Wittregels gelden ook bij Nederlands (telefoon weg als je lokaal inkomt, laptop altijd opgeladen bij je, map/etui bij je etc.) 

2. Voor Nederlands heb je ALTIJD je leesboek en je Kern-boek bij je, tenzij ik aangeef dat dit niet hoeft. 

Slide 3 - Diapositive

Leerdoel
Herhaling informatieve tekst en schrijven nieuwsbericht

Je weet wat je gaat doen in periode 2 

Je oefent weer even met werkwoordspelling (inc Numo)

Korte herhaling periode 1



Slide 4 - Diapositive

Lesopzet Nederlands m3b
1. Start met gezamenlijk lezen
2.  Uitleg/oefening taalregel
3. Oefening met schrijven of lezen in de klas
4. Numo: iedere week minimaal 30 min

Slide 5 - Diapositive

Periode 2 
Waar krijg je cijfer voor?
Leesvaardigheid
Kern evt. 1, 14, 15, 16, 27, 40, 41, 53, 54
Kern aanvullend materiaal (komt op Teams)
Hst 5, 10, 11, 12, 14,15, 16, (17, 18)
Formatief schrijven
Schrijfvaardigheid 
Schrijven van een artikel

Numo 
Leerplan werkwoordspelling 2F 
Werkwoordspelling aanvullend materiaal hst 23 --> 5.5 uur

Slide 6 - Diapositive

Periode 2 
Aanvullend/Oefenblad
Kern
10
1, 27
11
40, 41
12
14
14
53
15
54
16
16
17, 18
5
15 

Slide 7 - Diapositive

Lessen toets periode 1
- Maak alle vragen!
- Maak de schrijfopdracht! Je kunt punten scoren per onderdeel! (voordoen)
- Wat wil de docent weten?
- Maak proefexamens

Slide 8 - Diapositive

Wat heb je vorige periode geleerd?

Slide 9 - Question ouverte

Een theorietekst uit het Nederlandsboek
A
informeren
B
vermaken/amuseren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 10 - Quiz


Slide 11 - Question ouverte


Fictie of non-fictie: een biografie over Johan Cruijff?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 12 - Quiz

Login Numo in
Maak de sprongtoets 'Leerplan Werkwoordspelling'

Het doel is 100%  2F halen 
in periode 2
(Volgende slide vul je score in) 

Slide 13 - Diapositive

Na de sprongtoets heb ik een score
0-20%
20-40%
40-60%
60-80%
80-100%

Slide 14 - Sondage

Welk soort werkwoorden bestaan er?

Slide 15 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van een onregelmatig werkwoord inclusief de vervoegingen

Slide 16 - Question ouverte

Werkwoorden tegenwoordige tijd (t.t.)
Ik 
stam
lach
lachte
Jij/u
stam + t
lacht
lachte
Hij/zij/het
stam + t
lacht
lachte
Wij
infinitief/hele ww
lachen
lachten
Jullie
infinitief/hele ww
lachen
lachten
Zij 
infinitief/hele ww
lachen
lachten

Slide 17 - Diapositive

Vul de juiste vorm van het ww in (tt)
(Worden) jij ook gek van mensen die naar huis (willen) lopen?

Slide 18 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het ww in (vt)
(Worden) jij ook gek van mensen die naar huis (willen) lopen?

Slide 19 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het ww in (tt)
Hoe leuker hij het (vinden), hoe meer hij op zijn vader (lijken)

Slide 20 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het ww in (vt)
Hoe leuker hij het (vinden), hoe meer hij op zijn vader (lijken)

Slide 21 - Question ouverte

Maak een zin in de 3e pers ev tt met het ww 'regelen'

Slide 22 - Question ouverte

Maak een zin in de 1e pers ev vt met het ww 'regelen'

Slide 23 - Question ouverte

Maak een zin in de 1e pers ev volt t met het ww 'regelen'

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Opbouw van een nieuwsbericht

De opbouw van een nieuwsbericht is niet driedelig: er is geen slot

Wel begint het met een opvallende kop (titel) en een, meestal vetgedrukte, inleiding (in krantenjargon ‘lead’ genoemd) waarin het nieuwsfeit duidelijk wordt beschreven. 
Wat daarna volgt, is een uitwerking die kort of lang kan zijn.
Hoe verder je doorleest in een nieuwsbericht, des te meer details je tegenkomt. Wanneer je vindt dat je genoeg weet over het onderwerp, stop je met lezen. De schrijver van het bericht houdt rekening met deze manier van lezen.
Wat is een ander woord voor lead?

Slide 26 - Diapositive

LEAD
Lead = inleiding van je nieuwsbericht.

Je geeft antwoord op de vraag
WIE
WAT 
WAAR
WANNEER

Slide 27 - Diapositive

Opdracht: Kijken luister goed
Schrijf in je schrift en vul in:
  • Wie
  • Wat
  • Waar
  • Wanneer
  • Waarom
  • Hoe

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Jouw bericht: wie, wat, waar, waarom, wanneer, hoe - op papier schrijven en op de hoek leggen (half A4)

Slide 30 - Question ouverte

Leerdoel behaald?
Herhaling informatieve tekst en schrijven nieuwsbericht

Je weet wat je gaat doen in periode 2

Je oefent weer even met werkwoordspelling (inc Numo)

Korte herhaling periode 1


Slide 31 - Diapositive

Wat wil je de volgende keer leren?

Slide 32 - Question ouverte