4.3 Snelheid

4.3 Snelheid
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

4.3 Snelheid

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 4.3 
  • Hoe bereken je de snelheid in km/h?
  • Hoe bereken je de snelheid in m/s?
  • Hoe ga je van m/s naar km/h?
  • Hoe teken je een afstand- tijd diagram?

Slide 2 - Diapositive

Snelheid
Hoeveel afstand leg je in een bepaalde tijd?
Het tempo waarin je je verplaatst.

Hangt dus af van AFSTAND en TIJD 


Slide 3 - Diapositive

Eenheden
Snelheid: Hoeveel afstand leg je in een bepaalde tijd?

Wat is de eenheid van afstand?
Wat is de eenheid van tijd?

Slide 4 - Diapositive

Eenheden van snelheid
Snelheid is de afstand die in een bepaalde tijd wordt afgelegd
  • meter per seconde (m/s)
  • kilometer per uur (km/h)
  • Gooi de eenheden nooit door elkaar!  

100 km/h is NIET 100 m/s

Slide 5 - Diapositive

Eenheden van snelheid
x 3,6

m/s                                                                         km/u


: 3.6
1 uur = 3600 sec
1 km = 1000 m 

Slide 6 - Diapositive

Eenheden
Grootheid
Symbool
Eenheid
Afkorting
snelheid
v
kilometer per uur  meter per seconde
km/h
m/s
afstand 
s
kilometer 
meter
km
m
tijd
t
uur
seconde
h
s

Slide 7 - Diapositive

Snelheid 
  • De auto rijdt gemiddeld 80 km in 1 uur.
De snelheid is dan 80 km/h. 

  • De auto rijdt gemiddeld 80 km in 2 uur.
De snelheid is dan 40 km/h. 

Slide 8 - Diapositive

Snelheid berekenen
                           afstand                               
snelheid = -------------             
                               tijd                                

snelheid = afstand : tijd            
KBL

Slide 9 - Diapositive

Snelheid berekenen
                           afstand                               
snelheid = -------------             
                               tijd                                

snelheid = afstand : tijd            
    80 km 
= -----------  = 40 km/h
     2 uur 

Slide 10 - Diapositive

Snelheid berekenen
                           afstand                               s
snelheid = -------------              v = -----------
                               tijd                                       t

snelheid = afstand : tijd             v = s : t 

Slide 11 - Diapositive

Omrekenen

Slide 12 - Diapositive

voorbeeld berekening
Je fiets 9,6 km naar school in 32 minuten. Bereken de snelheid in km/h. 
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • s = 9,6 km = 9600 km en t = 32 min = 1920 s
  • V (in m/s)
  •  V = S : t 
  •  V = 9600 : 1920 = 5 
  • Snelheid is 5 m/s 

Slide 13 - Diapositive

SCHRIJF ALTIJD DE EENHEID ERACHTER

Vraag: wat is de snelheid van de auto?
Antwoord: 20

20 wat????? --> 20 m/s 

Slide 14 - Diapositive

Wat is de formule van gemiddelde snelheid

Slide 15 - Question ouverte

De auto rijdt 160 km in 2,5 uur. Bereken de snelheid van de auto.

Slide 16 - Question ouverte

Eenheden
Grootheid
Symbool
Eenheid
Afkorting
snelheid
v
kilometer per uur  meter per seconde
km/h
m/s
afstand 
s
kilometer 
meter
km
m
tijd
t
uur
seconde
h
s

Slide 17 - Diapositive

voorbeeld berekening
De auto rijdt met 72 km/h. De auto legt een afstand af van 180 km. Hoe lang doet de auto erover?
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • V = 72 km/h en s = 180 km
  • tijd (t)
  • t = s : v
  • t = 180 : 72 
  • t = 2,5 h = 2 uur en 30 minuten 
KBL

Slide 18 - Diapositive

Aan de slag
Wat KBL: maak van 4.3 BLZ 20 opgave 1 t/m 10 
Wat BBL: maak van 4.3 BLZ 171 opgave 1 t/m 10 
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Tijd: 25 min 
Resultaat: Inzicht krijgen in leerdoelen van 4.3 
klaar:  1. Nakijken 2. Aan mij laten zien

Slide 19 - Diapositive

voorbeeld berekening
Opdracht 8. Een slak legt in 5 minuten een afstand af van 64 centimeter. Wat is snelheid in m/s?
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • t = 5 min = 300 s en s = 64 cm = 0,64 m 
  • snelheid (v)
  •  v = s :t
  •  v = 0,64 : 300 =  0,002
  • Snelheid is 0,002 m/s 

Slide 20 - Diapositive

voorbeeld berekening
Opdracht 9. Joel rijdt 84 km/h. Met deze constante snelheid rijdt hij 10 minuten. Bereken de afstand die hij aflegt. 
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • v = 84 km/h en t = 10 min = 0,167 h
  • s
  •  s = v x t  
  •  s = 84 x 0,167 = 14 
  • Afstand is 14 km 

Slide 21 - Diapositive

Leerdoelen 4.3 
  • Hoe bereken je de snelheid in km/h?
  • Hoe bereken je de snelheid in m/s?
  • Hoe ga je van m/s naar km/h?

Slide 22 - Diapositive

Einde van de les
  • Huiswerk: maak van 4.3 BLZ 20 opgave 1 t/m 10 (mag je morgen ook nog aan werken)
  • Volgende les: verder met 4.3

Blijf zitten en wacht tot de bel is gegaan. 
Iedereen volgt de les morgen 

Slide 23 - Diapositive

Deel 2 van 4.3
Snelheid

Slide 24 - Diapositive

Voor vandaag
  • Vorige les 
  • Verdere uitleg bij 4.3
  • Opdrachten maken bij 4.3
  • Opdrachten bespreken
  • Lesafsluiting

Slide 25 - Diapositive

Formule om snelheid te berekenen?

Slide 26 - Diapositive

Eenheden van snelheid
?

m/s                                                                         km/u


?
1 uur = 3600 sec
1 km = 1000 m 

Slide 27 - Diapositive

Leerdoelen 4.3 
  • Hoe bereken je de snelheid in km/h?
  • Hoe bereken je de snelheid in m/s?
  • Hoe ga je van m/s naar km/h?
  • Hoe teken je een afstand- tijd diagram?

Slide 28 - Diapositive

Afstand, tijd-diagram

  • Laat op elk tijdstip zien welke afstand is afgelegd
  • Afstand op verticale as
  • Tijd op horizontale as 

Slide 29 - Diapositive

Tabel maken
  • Gegevens van de computer op de fiets in een tabel. 
  • Bovenin de tabel staat de grootheid en de eenheid en daaronder de getallen. 

Slide 30 - Diapositive

Van tabel naar diagram

  • Diagram vaak gegeven
  • Teken de gegevens van de tabel over als stipjes in het diagram
  • Trek daarna een lijn door de stipjes 

Slide 31 - Diapositive

Van tabel naar diagram
  1. Zet de grootheden en eenheden bij de assen
  2. Verdeel de assen gelijk.
  3. De gegevens uit de tabel zet je
       in een diagram.

Slide 32 - Diapositive




Welke auto gaat sneller?

Slide 33 - Diapositive

Je leert: drie soorten bewegingen kennen

1. Constante snelheid 
2. Versnelde beweging
3. Vertraagde beweging

Slide 34 - Diapositive

1. Constante snelheid

"Bij een constante snelheid is de snelheid op elk moment even groot "

Slide 35 - Diapositive

Constante snelheid
tijd (s)
afstand (m)
0
0
1
2
2
4
3
6

Slide 36 - Diapositive

Constante snelheid 


Bij een constante snelheid is het afstand, tijd-diagram altijd een rechte lijn.


Slide 37 - Diapositive

2. Versnelde beweging

"Bij een versnelde beweging wordt de snelheid met de tijd steeds groter"

Slide 38 - Diapositive

Versnelde beweging: de grafiek gaat steeds steiler lopen doordat de snelheid groter wordt. 

Slide 39 - Diapositive

Versnelde beweging: elke seconde later stijgt de afstand

Slide 40 - Diapositive

3. Vertraagde beweging

"Bij een versnelde beweging wordt de snelheid met de tijd steeds kleiner"

Slide 41 - Diapositive

Vertraagde beweging

Slide 42 - Diapositive

constante snelheid
vertraagde beweging
Per seconde wordt een steeds
kleinere afstand afgelegd

Slide 43 - Diapositive

Samengevat 
Je kunt aan de vorm van de grafiek een versnelde, een eenparige en een vertraagde beweging herkennen.

Slide 44 - Diapositive

Leerdoel
Je kunt aan de vorm van de grafiek een versnelde, een eenparige en een vertraagde beweging herkennen.

Slide 45 - Diapositive

Snelheid = aftand : tijd

Slide 46 - Diapositive

Gemiddelde snelheid bepalen


  • Vraag = wat is de gemiddelde snelheid voor de eerste 2 uur?
  • Tijd = 2 uur en afstand = 20 km


Slide 47 - Diapositive

Gemiddelde snelheid bepalen


  • Met begin- en eindpunt van grafiek
  • Tocht stopt na 6 uur, dan 50 km afgelegd
  • Snelheid = afstand : tijd


Slide 48 - Diapositive

Aan de slag
Wat KBL: maak van 4.3 BLZ 22 opgave 11 t/m 15
Wat BBL: maak van 4.3 BLZ 22 opgave 11 t/m 15
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Tijd: 25 min 
Resultaat: Inzicht krijgen in leerdoelen van 4.3 
klaar:  1. Nakijken 2. Aan mij laten zien

Slide 49 - Diapositive

Slide 50 - Diapositive

Slide 51 - Diapositive

Einde van de les
  • Huiswerk BBL + KBL: maken 4.3 opdracht 11 t/m 15 
  • Volgende les: verder met 4.4 over hefbomen 

Blijf zitten en wacht tot de bel is gegaan. 

Slide 52 - Diapositive