VT Ouderenzorg MV p3-4 wk 6+7 - Diabetes Mellitus

VT Ouderenzorg




Diabetes Mellitus

  • Type I 
  • Type II
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
PathologieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

VT Ouderenzorg




Diabetes Mellitus

  • Type I 
  • Type II

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Hoofdleerdoel
De student beschrijft de oorzaak, de gevolgen, de symptomen en de behandelingen van diabetes mellitus.

Subleerdoelen week 6
De student:
1. Legt uit wat diabetes mellitus is en wat de oorzaken zijn.
2. Legt uit wat het verschil tussen diabetes type I en type II is.
3. Benoemt waar insuline wordt geproduceerd in het lichaam en waar het wordt afgebroken.
4. Beschrijft de werking van insuline.
5. Beschrijft de werking van glucagon.

Subleerdoelen week 7:
De student:
6. Legt uit wat de gevolgen zijn van insulinetekort bij diabetes type I .
7. Legt uit wat de gevolgen zijn van insulinetekort bij diabetes type II.
8. Beschrijft wat de diagnostiek is bij diabetes mellitus .
9. Benoemt wat de behandeling bij diabetes mellitus type I en type II is.





Leerdoelen

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Maak de voorkennisvragen over diabetes





Introductievragen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Diabetes
"Suikerziekte"
  • ziekte waarbij de hoeveelheid glucose in het bloed (bloedsuikerspiegel) langdurig verhoogd is
  • Type 1 en type 2

Slide 5 - Diapositive

Bloedsuikerspiegel
  • regulatie d.m.v. insuline en glucagon

Hoe zat dat ook al weer met die hormonen?  
--> Sleepvraag en quizvragen

Slide 6 - Diapositive

timer
1:00
Zorgt voor stijging van de bloedsuiker-
spiegel
Insuline
Glucagon
Zorgt dat  glucose omgezet wordt in glycogeen
Zorgt dat  glycogeen omgezet wordt in glucose
Zorgt voor een daling van de bloedsuiker-
spiegel
Zorgt dat vet en eiwitten omgevormd worden tot glucose bij een tekort aan glucose

Slide 7 - Question de remorquage


Waar in het lichaam worden de hormonen glucagon en insuline gemaakt?
A
In de lever
B
In de bijnier
C
In de hypofyse
D
In de alvleesklier

Slide 8 - Quiz


Welk hormoon wordt aan het bloed afgegeven na het eten van een maaltijd?
A
Insuline
B
Glucagon

Slide 9 - Quiz


Welke glucosewaarde
moet het bloed normaal gesproken ongeveer hebben?
A
Tussen de 2,0 en 5,0 millimol per liter
B
Tussen de 3,5 en de 8,0 millimol per liter
C
Tussen de 5,0 en 10,0 millimol per liter
D
Tussen de 6,0 en de 12,0 millimol per liter

Slide 10 - Quiz

Insuline en glucagon

Slide 11 - Diapositive

Diabetes type 1 en 2
Type 1    (10%)
  • Weinig tot geen aanmaak van insuline
      door ernstige schade alvleesklier
  • Absoluut tekort aan insuline
  • ‘insuline-afhankelijke diabetes mellitus’
 

Type 2    (90%)
  • Verminderde gevoeligheid van cellen voor insuline 
  • Relatief tekort aan insuline
  • ‘niet-insuline-afhankelijke diabetes mellitus’ 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Symptomen type 1 en 2
Symptomen/ gevolgen type 2:
  • Veel plassen
  • Dorst en veel drinken
  • Vermoeidheid
  • Slecht of wazig zien
  • Jeuk
  • Slecht genezende wonden
  • Verhoogde gevoeligheid
     voor infecties
  • Etalagebenen
Symptomen/ gevolgen type 1:
  • Veel plassen
  • Dorst en veel drinken
  • Vermoeidheid
  • Gewichtsverlies
  • Slecht of wazig zien
  • Jeuk
  • Slecht genezende wonden
  • Verhoogde gevoeligheid voor infecties
  • Stemmingswisselingen
  • (tijdelijk) Uitblijven van de menstruatie
  • Erectiestoornissen

Slide 14 - Diapositive

Gaan de volgende krantenkoppen over diabetes type 1 of type 2?

Diabetes type 1
Diabetes type 2
'Nieuwe uitvinding voor kinderen met diabetes: bloedsuiker meten zonder prikken.'
'Kwartier bewegen per dag verlaagt risico op diabetes.'
Meer mensen met diabetes door stijging van de gemiddelde leeftijd. 
'Paar kilo afvallen zorgt al voor lager risico op diabetes.'

Slide 15 - Question de remorquage

Diabetes type 1 en 2


        ---> quizvragen

Slide 16 - Diapositive


Diabetes type 1 komt het meest voor
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz


Bij diabetes type 2
wordt er ...
A
... geen insuline meer aangemaakt door de alvleesklier
B
...te weinig insuline aangemaakt en/of reageert het lichaam er niet meer goed op.
C
... wel insuline aangemaakt, maar dat wordt weer afgebroken.

Slide 18 - Quiz


Welk symptoom past niet bij diabetes type 2?
A
slecht of wazig zien
B
dorst en veel drinken
C
veel plassen
D
gewichtsverlies

Slide 19 - Quiz

Diagnose en behandeling

  • Hoe wordt de diagnose gesteld?
  • Waaruit bestaat de behandeling?

Slide 20 - Diapositive

Diabetes type 1
Diabetes type 2
timer
3:00
Geleidelijk
begin
Diabetes
type 1
Diabetes
type 2
Plotseling 
begin
Risico-
factoren:
erfelijke factoren 
en infecties
Risicofactoren:
erfelijke factoren en ongezonde leefstijl
10% van het totaal aantal mensen met diabetes
90% van het totaal aantal mensen met diabetes
Ontstaat meestal op jonge leeftijd
Ontstaat meestal op een leeftijd boven de 40 jaar
Behandeling: toediening van insuline (injectie/pomp)
Behandeling: leefstijl aanpassen, tabletten en later soms toediening van insuline

Slide 21 - Question de remorquage

Diabetes type 1 en type 2

Slide 22 - Diapositive

Opdracht: Woordzoeker
Maak de woordzoeker

Slide 23 - Diapositive

Afsluiting

Doen  na de les:

  • werken aan je opdracht (woordzoeker)
  • uitwerken leerdoelen uit de LOEP
  • bestuderen van de module "Diabetes Mellitus" in ExpertCollege

Slide 24 - Diapositive