Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
NE - H2 - 2.7
NE - H2 - 2.7
1 / 13
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
13 diapositives
, avec
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
NE - H2 - 2.7
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen:
Slide 2 - Diapositive
Maken
Instapopdracht 1.
Slide 3 - Diapositive
Samengestelde zin
= twee of meer zinnen die aan elkaar zijn geplakt.
2 soorten:
hoofdzin + hoofdzin =
nevenschikking
.
hoofdzin + bijzin =
onderschikking
.
Slide 4 - Diapositive
Enkelvoudige zin
één hoofdzin.
één persoonsvorm.
Bijv. Lisa kijkt een serie op netflix.
Slide 5 - Diapositive
Hoofdzin en Bijzin herkennen
Hoofdzin = pv staat bijna altijd (helemaal) vooraan.
Bijzin = pv staat achteraan in de zin.
Slide 6 - Diapositive
Nevenschikking
= twee hoofdzinnen die even belangrijk zijn. Gekoppeld met nevenschikkend voegwoord:
want, maar, en, of, dus
.
Vaak wordt het onderwerp samengetrokken in beide zinnen.
Bijv. Isa bracht de telefoon meteen terug, maar in de winkel kreeg ze geen nieuwe.
Slide 7 - Diapositive
Onderschikking
= hoofdzin met een bijzin (bijzin maakt deel uit van hoofdzin).
Voegwoorden onderschikking:
omdat, toen, sinds, hoewel, voordat, terwijl
.
Bijv. Isa ontving een nieuwe telefoon, voordat ze de oude had opgestuurd.
Slide 8 - Diapositive
Maken
Opdracht 3, 4, 5, 6, 7, 8.
Slide 9 - Diapositive
Werkwoordelijk gezegde
= alle werkwoorden in een zin.
Soms uitzonderingen:
bij een
splitsbaar werkwoord
. (opeten = hij eet op)
het woordje 'te' (zit te slapen)
de woorden 'aan het' (is aan het gamen)
Slide 10 - Diapositive
! Uitzondering 4: In een werkwoordelijk gezegde (wg) kan ook een
wederkerend werkwoord
zitten.
Wederkerend werkwoord
= ww in infinitief --> ''zich'' ervoor.
Bijv. zich schamen - zich vergissen.
Het woordje ''
zich
'' hoort dan ook bij het werkwoordelijk gezegde (wg).
Slide 11 - Diapositive
Let op!
Het woordje ''zich'' past zich aan aan het onderwerp.
Ik schaam
me
, jij schaamt
je
, hij schaamt
zich
, wij schamen
ons
, jullie schamen
je
, zij schamen
zich
.
Slide 12 - Diapositive
Maken
Opdracht 10, 11, 12, 14, 15.
Slide 13 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
2.7 GRAMMATICA DEEL 1 en 2 2hv
il y a 27 jours
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2.7 grammatica zinsdelen
Novembre 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H2 nevenschikkend en onderschikkend (les 3 di)
Août 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
2.7 grammatica zinsdelen HV2
Novembre 2023
- Leçon avec
38 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
3/12 wederkerend werkwoord
il y a 22 jours
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
2.7 Grammatica zinsdelen les 2
Novembre 2021
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H. 2.7. Neven/onderschikking, wdrkrend ww. Les 1+2
il y a 22 jours
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2.7 grammatica zinsdelen
Novembre 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2