Barok en Classicisme, oefenen
1. Welk type dynamiek heeft plotselinge overgangen tussen hard en zacht? (3.4)
1 / 10
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
1. Welk type dynamiek heeft plotselinge overgangen tussen hard en zacht? (3.4)
Slide 1 - Question ouverte
2. Hoe wordt het kleine groepje solisten in een concerto grosso genoemd? (3.5)
Slide 2 - Question ouverte
3. De Sarabande en het Menuet zijn beide dansen uit een verzameling dansen.
Hoe noemen we deze verzameling? (3.6)
Hoe noemen we deze verzameling? (3.6)
Slide 3 - Question ouverte
4. Hoe wordt het eerste deel van de fuga genoemd? (3.6)
Slide 4 - Question ouverte
5. In een fuga overlappen de thema's soms.
Hoe wordt dat genoemd? (3.6)
Hoe wordt dat genoemd? (3.6)
Slide 5 - Question ouverte
6. Hoeveel maten heeft een 'normale' muzikale zin? (4.1)
Slide 6 - Question ouverte
7. In welk deel van de hoofdvorm wordt veel gemoduleerd? (4.2)
Slide 7 - Question ouverte
8. Hoe noemen we het deel van de hoofdvorm waar thema 1 en thema 2 weer terugkeren? (4.2)
Slide 8 - Question ouverte
9. Wat is het vormschema van een Weens Rondo? (4.3)
Slide 9 - Question ouverte
10. Hoe noemen we een groot orkest met strijkers, houtblazers, koperblazers en slagwerk? (4.4)
