Klas 4 - Hoofdstuk 3 Barok

Barok 
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
MuziekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Barok 

Slide 1 - Diapositive

Programma 
  1. Korte Quiz over Paragraaf 3.4 t.m 3.6 
  2. Bekijken in de Methode wie online wel/niet Paragraaf 3.4 tm 3.6 heeft gemaakt. D
  3. Aan de slag met Opdrachten in de Methode 3.3 tm 3.6  
  4. Opdrachten wel gemaakt? Zoek verder uit welk stuk je zelf wil leren spelen op je instrument. Luister goed naar het nummer! 

Slide 2 - Diapositive

Welke 2 instrumenten worden in de tijdsperiode: Barok populair?
A
klavecimbel & viool
B
orgel & cello

Slide 3 - Quiz

In "Meerkorige stukken" wordt gezongen.
Waar
Niet Waar

Slide 4 - Sondage

Sequensen zijn:
A
Dynamische tekens
B
Motiefherhalingen
C
Versieringen
D
Bastonen

Slide 5 - Quiz

Intervallen (toonafstand) roept een bepaalde emotie op. Dit noemen we:
A
majeur
B
effectenleer
C
mineur
D
triosonate

Slide 6 - Quiz

Terrassendynamiek: het hele ensemble speelt gelijktijdig harder of zachter voor een gedeelte van de compositie.
Waar
Niet Waar

Slide 7 - Sondage

Hoeveel groepen instrumenten zitten er in meerkorige concerten
A
2 of 3
B
3 of 4
C
1 of 2

Slide 8 - Quiz

Een 'Concerto Grosso' is een vorm waarbij een kleine groep solisten tegenover een groter ensemble wordt geplaatst.
Waar
Niet Waar

Slide 9 - Sondage

Wat wordt er bedoeld met een 'klanktegenstellingen'?
A
een soort gesprek tussen instrumentale partijen die elkaar in de rede vallen
B
een tegenstelling in de dynamiek van grote en kleine instrumenten
C
dan is er sprake van meerdere groepen instrumenten met hoge en lage klanken.

Slide 10 - Quiz

Een 'Suite' is een verzameling dans-muziekstukken met verschil in dynamiek
Waar
Niet Waar

Slide 11 - Sondage

Een fuga is een polyfone vorm met strenge regels. Welke regels zijn er van toepassing (vink er 2 aan)
A
Het begint één-stemmig en mondt uit in een vijf -stemmig stuk.
B
Het thema wordt beantwoord door een tweede stem, die hetzelfde speelt maar dan een kwint hoger.
C
Als alle stemmen het thema een keer hebben gespeeld is de expositie afgelopen
D
een doorwerking is het moment dat alle instrumenten stoppen met spelen.

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo

Klavecimbel
luit 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Wat is de volgorde van onderdelen in een fuga?
A
orgelpunt-doorwerking-stretto-divertimento- expositie
B
stretto-doorwerking-orgelpunt-divertimento-expositie
C
expositie-doorwerking-divertimento-stretto-orgelpunt
D
expositie-stretto-divertimento-doorwerking-orgelpunt

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Vidéo

Waaraan hoor je dat dit een sarabande is ?
A
langzaam tempo, driedelige maat
B
gematigd tempo, driedelige maat

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Vidéo

Waaraan hoor je dat dit een menuet is?
A
langzaam tempo, driedelige maat
B
gematigd tempo, driedelige maat

Slide 21 - Quiz

Maak K.12 vraag 2 A+B

Slide 22 - Diapositive

Maak K.13 Vraag 2 A+B+C

Slide 23 - Diapositive