§3.3 Wat levert meer productie op?

WELKOM!
- GEEN TELEFOONS
- WIE DE LES VERSTOORT KOMT LESUUR 7 NA.
- BEDANKT VOOR DE MEDEWERKING

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

WELKOM!
- GEEN TELEFOONS
- WIE DE LES VERSTOORT KOMT LESUUR 7 NA.
- BEDANKT VOOR DE MEDEWERKING

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§ 3.3 Wat levert meer productie op?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
In deze presentatie leer je:
-Wat arbeidsproductiviteit is en hoe je dit berekent
-Hoe de arbeidsproductiviteit kan stijgen
-Waar de productiecapaciteit van een bedrijf van afhangt
-Wat maatschappelijke opbrengsten en maatschappelijke kosten zijn


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meer productie per persoon
Arbeidsproductiviteit = de productie per persoon in een bepaalde tijd. Hoe meer een werknemer in een bepaalde periode kan produceren, hoe productiever hij/zij is. Als een werknemer in dezelfde tijd meer gaat produceren, dan is dit een stijging van de arbeidsproductiviteit.

Berekening arbeidsproductiviteit:







Slide 4 - Diapositive

De arbeidsproductiviteit bereken je per persoon. De periode waarvoor je de arbeidsproductiviteit berekent, kan verschillen. Bijvoorbeeld per jaar, per week, per dag of per uur.
Voorbeeld

Jan, Osman en Klaas bezorgen samen per week 4.500 pakketjes. Ze werken alle drie, vijf dagen per week. 

De arbeidsproductiviteit per dag is?
4.500 ÷ 3 ÷ 5 = 300 pakketjes per persoon per dag.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag:
Een frisdrankfabriek produceert 2,2 miljoen liter frisdrank per week. Er zijn 50 medewerkers die 40 uur per week werken. 

Wat is de arbeidsproductiviteit per uur?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een frisdrankfabriek produceert 2,2 miljoen liter frisdrank per week. Er zijn 50 medewerkers die 40 uur per week werken. 
Arbeidsproductiviteit per uur?

- in een week wordt er 50 x 40uur= 2.000 uur gewerkt.
- de arbeidsproductiviteit per uur is= 2.200.000 ÷  2.000= 1.100 liter
Dus:  per persoon per uur wordt er 1.100 liter frisdrank geproduceerd.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meer produceren met evenveel mensen
Arbeidsproductiviteit kan toenemen door:
  1.  Technologische ontwikkelingen (automatisering en mechanisering)
  2.  Betere arbeidsverdeling (ieder zijn eigen specialisatie)
  3.  Scholing
  4.  Prestatiebeloning
  5.  Betere arbeidsomstandigheden

Slide 8 - Diapositive

1. Technologische ontwikkelingen:  automatisering en mechanisering;
2. betere arbeidsverdeling: iedereen zijn eigen specialisatie/ iedereen doet het werk waar hij goed in is.
3. scholing: zodat medewerkers goed opgeleid zijn voor het werk dat zij doen en beter kunnen presteren.
4. Prestatiebeloning: wie goed werkt, krijgt beter betaald (bonus).
5. betere arbeidsomstandigheden en werksfeer.
Productiecapaciteit
Productiecapaciteit = de maximale hoeveelheid producten die een bedrijf kan maken.

De productiecapaciteit hangt af van:
  1. het aantal mensen dat in het bedrijf werkt
  2. het aantal uren dat zij werken
  3. de kapitaalgoederen die gebruikt worden



 

Slide 9 - Diapositive

Als alle werknemers volledig aan het werk zijn en alle kapitaalgoederen (machines) gebruikt worden, dan is je productiecapaciteit voor 100% benut.
Voordelen van productie voor iedereen: 

Maatschappelijke opbrengsten:

* consumenten meer keuze uit producten
* meer werkgelegenheid
* meer welvaart
Nadelen  van productie voor iedereen: 

 Maatschappelijke kosten:

* energieverbruik en CO2-uitstoot
* milieuvervuiling
* geluidsoverlast


Slide 10 - Diapositive

-De productie door bedrijven levert ons allerlei voordelen op. Zo hebben consumenten meer keuze uit producten. Er ontstaat meer werkgelegenheid en daardoor meer welvaart. Dit soort positieve gevolgen van productie voor de samenleving noem je maatschappelijke opbrengsten.
Aan de andere kant zijn er ook negatieve gevolgen. Productie zorgt voor energieverbruik en CO2-uitstoot, waardoor de aarde verder opwarmt. Er kan geluidsoverlast ontstaan. Water kan vervuild raken. De negatieve gevolgen van productie voor de samenleving noem je maatschappelijke kosten.

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!

Paragraaf 3.3
Opdrachten blz. 82 t/m 85
Werk in 2-tallen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting
Lesdoelen behaald? (berekening en stijging arbeidsproductiviteit, productiecapaciteit en voorbeelden van maatschappelijke kosten en opbrengsten van productie)

Huiswerk: opdrachten blz. 82 t/m 85

Vragen?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een bedrijf produceert 30.000 frikadellen. Er werken 25 mensen in de fabriek en 5 op kantoor. Bereken de arbeidsproductiviteit.
A
1.200
B
750
C
1.000
D
6.000

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is NIET van invloed op de arbeidsproductiviteit?
A
scholing
B
arbeidsvoorwaarden
C
arbeidsverdeling
D
openingstijden

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Er ontstaat 7.000 liter verontreinigd water per spijkerbroek. Dit wordt zelden gereinigd. Dit water is een voorbeeld van:
A
Maatschappelijke opbrengsten
B
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
C
Maatschappelijke kosten

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe beïnvloedt concurrentie de arbeidsproductiviteit?
A
doordat je sneller en beter gaat produceren neemt de arbeidsproductiviteit af
B
doordat je beter wil zijn dan je concurrenten, gaat dat vanzelf
C
doordat je beter wil zijn dan je concurrent blijft de arbeidsproductiviteit gelijk
D
doordat je de concurrentie voor wilt blijven, ga je sneller en beter produceren en neemt de arbeidsproductiviteit toe

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kunnen bedrijven meer gaan produceren?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je de productie per werknemer?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions