week 6 les 2 nieuw

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Lezen 

Wat gaan we doen?

- toets voor maandag bespreken  (herhaling)

- startopdracht

- uitleg de verleden tijd van sterke werkwoorden 

- zelfstandig werken (we kijken het meteen na)

- afsluiter (iedereen doet mee en is rustig)

Toets aankomende maandag

- nieuwe beoordeling bekijken (Tip! Bedenk van te voren waar         jouw verhaal over gaat.)

- Heeft er iemand nog vragen?

- Moet ik nog wat herhalen ?

Leerdoel van vandaag:

Ik weet wat sterke werkwoorden zijn en kan deze op de juiste manier schrijven. 

Maak de staropdracht 

- Bij één mag je de woorden opschrijven die veranderen, dus je hoeft niet de hele zin over te schrijven. 

Antwoorden startopdracht 

1. had - was - stapte - at - had - dronk - had - had -  zocht - vond - belde - was. 

2. de persoonsvorm

Korte uitleg vt sterke werkwoorden

Aan de slag! 

- Maak opdracht 1 t/m 5. 

- Klaar? Maak opdracht 1 t/m 6 af op bladzijde 144 en 145. Een puzzel maken of nog even lezen.

Nakijken opdracht 1 

brengen	ik breng	hij bracht	wij brachten
eten	ik eet	hij at	wij aten
gaan	ik ga	hij ging	wij gingen
kopen	ik koop	hij kocht	wij kochten
lopen	ik loop	hij liep	wij liepen

Nakijken opdracht 1 

rijden	ik rijd	hij reed	wij reden
verbieden	ik verbied	hij verbood	wij verboden
winnen	ik win	hij won	wij wonnen
worden	ik word	hij werd	wij werden

Antwoorden opdracht 2 

1. kwamen

2. schold

3. brak

4. boog

5. zong

6. sloot

Antwoorden opdracht 3

1.  was

2. verstonden

3. dacht

4. werd

5. raadde 

6.  waarschuwde 

7. schreef

8. vonden

Antwoorden opdracht 4

1. floot

2. stop

3. leidt

4. laten

5. verkleedde

6. hing

Antwoorden opdracht 5

* jagen - jaagde - joeg

* melken - melkte - molk

* vragen -  x      - vroeg

* waaien - waaide - woei 

vt van sterke en zwakke werkwoorden

Kahoot!

* Je iedereen doet mee. Als je laptop leeg is, dan denk je mee. 

* Je blijft zacht praten. 

* Je blijft op je eigen plaats zitten.