week 6 les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Lezen 

Wat gaan we doen?

- Uitleg toets aankomende maandag via PowerPoint

- beoordelingsformulier bekijken (Tip! Bedenk van te voren             waar jouw verhaal over gaat.)

- startopdracht

- uitleg de verleden tijd van zwakke werkwoorden 

- zelfstandig werken (we kijken het meteen na)

- afsluiter (iedereen doet mee en is rustig)

Maak de staropdracht 

Antwoorden startopdracht 

sterke werkwoorden	zwakke werkwoorden
duiken	betalen
lezen	ruilen
rijden	werken

Korte uitleg vt zwakke werkwoorden

Even oefenen

1. beseffen     Hij .......................  het zich niet. 

2. wachten     Wij ......................... erg lang op de bus.

3. verhuizen   Ik .................................. vorig jaar.

4. lachen          Piet .................................. erg hard. 

Aan de slag! 

- Maak opdracht 1 t/m 6. 

- Klaar? Een puzzel maken of nog even lezen.

Antwoorden opdracht 1

1. luisterde

2. staakte

3. probeerde

4. woonde

5. snoepten

6. plaatste

Nakijken opdracht 2 

belanden	ik beland	hij belandde	wij belandden
bloeden	ik bloed	hij bloedde	wij bloedden
haten	ik haat	hij haatte	wij haatten
hoesten	ik hoest	hij hoestte	wij hoestten
landen	ik land	hij landde	wij landden

Nakijken opdracht 2 

melden	ik meld	hij meldde	wij meldden
printen	ik print	hij printte	wij printten
richten	ik richt	hij richtte	wij richtten
vergroten	ik vergroot	hij vergrootte	wij vergrootten

antwoorden opdracht 3 

1. leren - leerden

2. maken -  maakten

3. amuseren - amuseerden

4. skiën - skieden

5. flirt - flirtte

6. gebeuren - gebeurden 

7. ontdekken - ontdekten

8. verongelukt - verongelukte

9. barst - barstte 

10 . haalt - haalde 

Nakijken opdracht 4

1. kookte

2. vind

3. gecontroleerd

4. nagebouwd

5. gooide

6. kostte

Nakijken opdracht 5

1. reisde

2. roofden

3. verbaasde

4. durfde

5. danste

6. verhuisde

Nakijken opdracht 6

1. thermometer - temperatuur

2. atleet - nationaliteit

3. theorie - enthousiast

4. patiënt - apotheek

5. theezakje - heet 

6. tevreden - resultaat

Afsluiter 

kahoot - zwakke werkwoorden