Blok 3.4 B Over Taal - Kijk naar Taal BK1 moeilijke woorden (3.11)

  • Pak je chromebook
  • Pak je 3PAK- boekje

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

  • Pak je chromebook
  • Pak je 3PAK- boekje

Slide 1 - Diapositive

Blok 3 Over taal

3.4 B Kijk naar Taal

Slide 2 - Diapositive

3.4 B Over taal
Even herhalen : woordenschat

Slide 3 - Diapositive

Wat is de betekenis van het woord 'eventueel' in de zin:

'Een moeilijke vraag kun je eventueel een paar keer lezen.'
A
kort gezegd
B
als het nodig is

Slide 4 - Quiz

Wat is de betekenis van het woord 'aangezien' in de zin:

'Goed lezen is belangrijk, aangezien je dan minder fouten maakt.'
A
op het laatst
B
omdat

Slide 5 - Quiz

Wat is de betekenis van het woord 'gebruikelijk' in de zin:

'Het is gebruikelijk dat je je naam op het toetsblad schrijft.'
A
gewoon
B
als het nodig is

Slide 6 - Quiz

Wat is de betekenis van het woord 'aandachtig' in de zin:

'Bij een toets moet je vragen aandachtig lezen.'
A
met veel aandacht
B
nuttig

Slide 7 - Quiz

Wat is de betekenis van het woord 'ronduit' in de zin:

'Zeg maar gewoon ronduit wat je plan is.'
A
op het laatst
B
zonder er omheen te draaien

Slide 8 - Quiz

Wat is de betekenis van het woord 'kortom' in de zin:

'Je hebt er alles aan gedaan, kortom: het komt best wel goed!'
A
met veel aandacht
B
kort gezegd

Slide 9 - Quiz

   Na deze Paragraaf:​
  • begrijp je de betekenis van verschillende schooltaalwoorden​
  • begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit teksten​
     
  • kun je de betekenis van woorden vinden door te letten op tegenstellingen​
  • kun je grondwoorden in een woordenboek gebruiken​
  • kun je trappen van vergelijking maken.




3.4 B Over taal

Slide 10 - Diapositive

Welke stappen zet je wanneer je een moeilijk woord tegenkomt?
3.4 B Over taal
Even herhalen : Stappenplan moeilijke woorden.

Slide 11 - Diapositive

3.4 B Over taal

Slide 12 - Diapositive

3.4 B Over taal - 
De betekenis van woorden vinden door te letten op tegenstellingen.
  • Als je een woord leest dat je niet begrijpt, lees je een stukje terug of een stukje verder in de tekst. ​
     
  • Soms zie je dan iets dat het tegenovergestelde is van het moeilijke woord. Dat helpt je om het moeilijke woord te begrijpen.​ 



Slide 13 - Diapositive

Een voorbeeld
De klas was heel actief, maar liever had de docent dat ze wat rustiger waren.

Welk woord betekent in deze zin het tegengestelde?

Slide 14 - Diapositive

Een voorbeeld
In het wiskundeboek staat dat je eerst de eenvoudige opdrachten moet doen, voordat je aan de complexe opdracht begint.

Welk woord is in deze zin het tegengestelde?

Slide 15 - Diapositive

In het pretpark klom Tim behendig over de hindernisbaan. Ik ben niet zo handig, ik deed er veel langer over.

Wat is de betekenis van 'behendig'?

Slide 16 - Question ouverte

'Straks val je uit dat karretje,' zegt die pessimist.
Ik denk dat het goed komt.

Wat is de betekenis van 'pessimist'?

Slide 17 - Question ouverte

Wat is de betekenis van woord van 'present' in de zin:

De hele klas was present bij de opening van het schooljaar.

Slide 18 - Question ouverte


Wat is het tegengestelde woord van 'aanwezig'?

Slide 19 - Question ouverte

Wat heb je geleerd?

  • Herhaling van het stappenplan moeilijke woorden
  • Dat tegengestelde woorden kunnen helpen met een woord begrijpen



Slide 20 - Diapositive

Zelfstandig werken
In Learnbeat 3.4 B
LET OP : Alleen opdracht 1 t/m 7


Dit is ook je huiswerk voor morgen en staat in Magister!


Slide 21 - Diapositive